Blog van medewerkers
WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 5
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 5
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] => all
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 10
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1495
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (10) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 40, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 27869
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-11-26 10:44:20
[post_date_gmt] => 2021-11-26 09:44:20
[post_content] => Huisvesting senioren
De vergrijzing van Nederland noopt tot het ontwikkelen en bouwen van meer seniorenhuisvesting. Huisvesting waar wonen zo nodig met zorg kan worden gecombineerd.
Gezamenlijke aanpak
De Taskforce Wonen en Zorg is een initiatief van VNG, Aedes, ActiZ, ZN en de ministeries VWS en BZK en stimuleert en ondersteunt gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties bij een gezamenlijke aanpak van de woonzorgopgave. Dit is hard nodig.
De Taskforce roept gemeenten op om na te denken over hun visie op de huisvesting van senioren en dat te vertalen naar gebiedsgerichte programmering en prestatieafspraken met marktpartijen zodat er daadwerkelijk meer woningproductie kan en zal worden gedraaid. Een oproep die alleen maar ondersteund kan worden.
[post_title] => Sturing op seniorenhuisvesting is nodig!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => sturing-op-seniorenhuisvesting-is-nodig
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-26 10:44:20
[post_modified_gmt] => 2021-11-26 09:44:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27869
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 27756
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-11-17 14:09:27
[post_date_gmt] => 2021-11-17 13:09:27
[post_content] => De prijs blijft bij inkoop van zorg en hier meer specifiek huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) de gemoederen bezighouden.
In de hier besproken zaak is geoordeeld dat de AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) Reële prijs Wmo 2015 ook van toepassing is op de inkoop via een zogenoemde ‘open house’ procedure.
Feiten
Een aantal gemeenten koopt gezamenlijk, via hun samenwerkingsverband ‘Regio Gooi en Vechtstreek’ huishoudelijke hulp op grond van de Wmo in. De Regio heeft een nieuwe open house-procedure aangekondigd voor 2019 en 2020. Het desbetreffende toelatingsdocument houdt in dat de daarin genoemde uurtarieven jaarlijks worden geïndexeerd voor het eerst per 1 januari 2019, met dien verstande dat de gemeenten zich het recht voorbehouden de indexering te beperken tot 2%. Het toelatingsdocument houdt voorts in dat er tevens een specifieke extra indexatie kan plaatsvinden voor de periode vanaf 1 mei 2018.
Een thuiszorginstelling is het hiermee oneens en vordert in kort geding de gemeenten te veroordelen een onafhankelijke registeraccountant aan de hand van de rekentool een kostenonderzoek op het prijspeil 2019 voor tarieven 2019 in de regio uit te laten voeren met inachtneming van de AMvB Reële prijs Wmo 2015.
De voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen. Het hof in hoger beroep heeft echter de vordering alsnog toegewezen. Het hof heeft het standpunt van de gemeenten verworpen dat de AMvB Reële prijs Wmo 2015 niet van toepassing is op inkoop via een open house-procedure. Gelet op de doelstelling van de AMvB moet het ervoor worden gehouden dat de werking daarvan niet beperkt is tot opdrachten die in het kader van een aanbesteding zijn gegund, aldus het hof.
Juridische beoordeling Hoge Raad
Uit de nota van inlichting bij de AMvB blijkt dat de aanleiding van de regeling is het tegengaan van een zodanige daling van de tarieven voor huishoudelijke verzorging of hulp dat de kwaliteit en continuïteit van die zorg en hulp in het gedrang komen. Dat belang geldt zowel bij inkoop door gemeenten via een aanbestedingsprocedure als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, waarbij de opdracht wordt gegund op grond van de economisch meest voordelige inschrijving (art. 2.6.4 lid 2 Wmo 2015), als bij inkoop via een toelatingsprocedure als de onderhavige open house-procedure, waarbij wordt gecontracteerd met alle inschrijvers die aan de gestelde criteria voldoen.
Aanbestedingsprocedure
Daarom moet aldus de Hoge Raad worden aangenomen dat waar in de AMvB Reële prijs Wmo 2015 en de nota van toelichting de term ‘aanbesteding’ of ‘aanbestedingsprocedure’ wordt gebruikt, daarmee niet bedoeld is dat de AMvB alleen van toepassing is als een gemeente hulp of zorg inkoopt via een aanbestedingsprocedure in de zin van de Aanbestedingswet 2012.
Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl
[post_title] => AMvB Reële prijs Wmo 2015 van toepassing op ‘open house’
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => amvb-reele-prijs-wmo-2015-van-toepassing-op-open-house
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-18 10:27:25
[post_modified_gmt] => 2021-11-18 09:27:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27756
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 27697
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-11-12 08:29:42
[post_date_gmt] => 2021-11-12 07:29:42
[post_content] => Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de nieuwe Gids proportionaliteit gepubliceerd. Met de alweer derde herziening van de Gids wordt beoogd de buitensporige toepassing bij aanbestedingen van rechtsverwerkingsclausules (ook wel Grossmann-clausules genoemd) te beperken en daarnaast een goede klachtafhandeling te bevorderen.
De nieuwe Gids proportionaliteit biedt praktische handvatten bij aanbestedingen voor een proportionele toepassing van rechtsverwerkingsclausules. Het gaat daarbij om het evenwicht tussen zo vroeg mogelijk vragen stellen door opdrachtnemers en een redelijke opstelling van opdrachtgevers wat betreft rechtsverwerking. Doel is dat daarmee de balans tussen de belangen van opdrachtgevers en opdrachtnemers wordt hersteld.
Voornamelijk hoofdstuk 4 (de aanbestedingsfase) van de nieuwe Gids proportionaliteit is aangepast.
Per 1 januari 2022 treedt de nieuwe Gids proportionaliteit in werking.
[post_title] => Nieuwe Gids proportionaliteit vanaf 1 januari 2022
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => nieuwe-gids-proportionaliteit-vanaf-1-januari-2022
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-12 08:50:06
[post_modified_gmt] => 2021-11-12 07:50:06
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27697
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 27484
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-10-29 09:04:05
[post_date_gmt] => 2021-10-29 07:04:05
[post_content] => In een door meerdere zorgaanbieders uit de langdurige zorg aangespannen kort geding heeft de rechter geoordeeld dat het door de zorgkantoren voor 2022 ontwikkelde vernieuwde inkoopkader rechtmatig is.
Vernieuwd inkoopkader Wlz voor 2022
Deze vernieuwde Wlz-inkoopsystematiek behelst een richttarief van 95,8 procent. Dit tarief kan vervolgens door de zorgkantoren worden aangepast aan de regionale variatie. Verder is er voorzien in een hardheidsclausule.
Toetsing aan aanbestedingsrecht
Getoetst aan de aanbestedingsrechtelijke beginselen en meer in het bijzonder het uitgangspunt dat zorgkantoren reële tarieven moeten vergoeden voor de zorg die zij inkopen, hebben de zorgkantoren hun keuzes voldoende gemotiveerd.
Richttarief
Ter bepaling van het richttarief hebben de zorgkantoren zich mogen voorlichten over de mogelijke onderzoeksmethodes en is de gemotiveerde keuze voor éen van die methodes navolgbaar gebleken. De zorgkantoren hebben bij het onderzoek verdedigbare uitgangspunten gehanteerd.
Regionale aanpassingen mogelijk
Ondanks dat er geen regio-analyses zijn gemaakt constateert de rechter dat de regionale inkoopkaders blijk geven van de nodige verschillen tussen de verschillende regio’s. De zorgkantoren verklaren dat de verschillen zijn gebaseerd op de inzichten en informatie verkregen aan de hand van met ggz-aanbieders gevoerde gesprekken. De rechter gaat hierin mee.
Hardheidsclausule
De vrees van zorgaanbieders geen gebruik te kunnen maken van de hardheidsclausule wordt ter zitting weerlegd. De zorgkantoren zien de hardheidsclausule als onderdeel van de inkoopsystematiek en de reikwijdte van de clausule is minder beperkend dan de tekst van de hardheidsclausule wellicht doet vermoeden. De zorgkantoren zeggen toe bij een beroep op de hardheidsclausule meer ruimte te bieden aan die (nieuwe) zorgaanbieders die nog niet beschikken over de hiervoor benodigde stukken en daarnaast vooralsnog geen beroep te doen op de aan de hardheidsclausule verbonden vervaltermijn.
Conclusie
Met deze uitspraak zullen de zorgen van veel zorgaanbieders over de vraag of zij wel gaan uitkomen met de voor 2022 geboden tarieven zeker niet weg zijn. De ‘winst’ van het kort geding is wel dat de toepassing van de hardheidsclausule klaarblijkelijk aanmerkelijk ruimhartiger zal zijn de tekst van de clausule doet vermoeden.
Voor de nuanceringen zie de volledige uitspraak.
[post_title] => Inkoopkader Wlz voor 2022 rechtmatig
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => inkoopkader-wlz-voor-2022-rechtmatig
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-10-29 09:04:05
[post_modified_gmt] => 2021-10-29 07:04:05
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27484
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 27273
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-10-15 09:10:29
[post_date_gmt] => 2021-10-15 07:10:29
[post_content] => De regels voor de oplevering van een bouwwerk zijn vastgelegd in artikel 7:658 BW. In lid 3 van voornoemd artikel staat dat de aannemer niet meer aansprakelijk is voor gebreken die ten tijde van de oplevering redelijkerwijs ontdekt hadden moeten worden.
Met de invoering per naar verwachting 1 januari 2022 van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) verandert dat. Aan artikel 7:658 BW wordt dan een vierde lid toegevoegd:
“In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.”
De huidige functie en het nut van de oplevering als het markeren van een lijn in de tijd voor wat betreft de overgang van risico’s en de aanvaardbaarheid van het werk voor de opdrachtgever komt dus eigenlijk te vervallen. Het proces-verbaal van oplevering blijft evenwel van belang. Met name als er sprake is van gebreken die ook kunnen zijn ontstaan door het gebruik, kan het proces-verbaal van oplevering nog altijd van zeker nut zijn. Immers, uit het proces-verbaal kan blijken of die gebreken bij oplevering al bestonden althans niet zijn ontdekt. Dat laatste kan mogelijk wijzen op het later zijn ontstaan van de gebreken. Of de bij de oplevering niet ontdekte gebreken zijn ontstaan door gebruik en dus niet aan de aannemer zijn toe te rekenen, blijft dan nog wel de te beantwoorden vervolgvraag.
[post_title] => Gevolgen voor de oplevering door de Wkb
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gevolgen-voor-de-oplevering-door-de-wkb
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-10-15 09:11:58
[post_modified_gmt] => 2021-10-15 07:11:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27273
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 27286
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-10-12 09:41:15
[post_date_gmt] => 2021-10-12 07:41:15
[post_content] => In een eerdere bijdrage is geschreven over een wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) waarmee het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger zou moeten worden.
Met de bewuste wetswijziging hoeven gemeenten in aanbestedingsprocedures niet langer te kiezen voor de aanbieder met de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (emvi).
Van pilots naar handreiking
Het schrappen van het emvi-criterium en daarmee eenvoudige aanbestedingsprocedures zonder offertes, mag er natuurlijk niet toe leiden dat goede aanbieders geen eerlijke kans op een contract krijgen. Om dit in de praktijk te testen zijn pilots uitgevoerd op het gebied van het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning via Sociale en Andere Specifieke Diensten (de SAS-procedure) zonder offertes en gunningsmethodieken. De resultaten hiervan zijn verwerkt in een Handreiking SAS zonder aanbesteden (vereenvoudigd aanbesteden Wmo 2015 en Jeugdwet)
In de handreiking zijn vier optionele inkoopprocedures van de SAS-procedure zonder emvi uitgewerkt die gemeenten kunnen volgend bij inkoop van zorg die valt onder de Jeugdwet of Wmo 2015. Zonder offertes en gunningsmethodieken kan de focus meer komen te liggen op de inhoud van zorg in plaats van op de procedure. De in de handreiking vermelde stappen en opties zijn niet uitputtend. Gemeenten mogen zelf bij inrichten van de aanbesteding bezien of het toevoegen of weglaten van stappen geboden is.
[post_title] => Handreiking vereenvoudigd aanbesteden in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => handreiking-vereenvoudigd-aanbesteden-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-10-12 09:41:15
[post_modified_gmt] => 2021-10-12 07:41:15
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27286
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 27161
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-09-30 10:02:02
[post_date_gmt] => 2021-09-30 08:02:02
[post_content] => In een eerdere bijdrage is geschreven over het eind 2020 door zorgaanbieders aangespannen kort geding over het inkoopbeleid langdurige zorg van de zorgkantoren. Uitkomst van dat kort geding was dat de zorgkantoren hun inkoopbeleid onvoldoende hadden gemotiveerd althans voor het jaar 2021. De voorzieningenrechter had de zorgkantoren verboden de inkoopprocedures voort te zetten tenzij onder meer minimaal het (basis)tarief(percentage) dat is gehanteerd in 2020 voor 2021 zou worden gehanteerd.
Hoger beroep
De zorgkantoren zijn tegen het vonnis in hoger beroep gekomen maar zij hebben bij het hof bot gevangen. De zorgkantoren vorderen vernietiging van het vonnis maar omdat ze aldus het hof, feitelijk al uitvoering hebben gegeven aan het vonnis, roept dit voor het hof de vraag op wat de zorgkantoren met het hoger beroep willen bereiken.
De zorgkantoren stellen dat zij met het hoger beroep helderheid willen verkrijgen over de reikwijdte van hun motiveringsplicht ten aanzien van het geldende tariefpercentage van het NZa-maximumtarief. De zorgkantoren vinden dat de eisen die de voorzieningenrechter heeft gesteld aan hun motiveringsplicht niet uitvoerbaar zijn.
Beoordeling hof
Het hof constateert in zijn niet gepubliceerd arrest in kort geding van 30 maart 2021 dat de zorgkantoren geen eigen vordering hebben ingesteld. De zorgkantoren kunnen dan ook geen aanspraak maken op een oordeel waarin wordt aangegeven hoe zij aan hun motiveringsplicht kunnen voldoen.
Bovendien beogen de zorgkantoren, aldus het hof, in feite een verklaring voor recht te verkrijgen, waarvoor in kort geding geen plaats is.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter.
Vervolg
Het hof heeft zich dus niet uitgesproken over de consequenties van het vonnis van de voorzieningenrechter op het Wlz-inkoopkader voor 2022.
De zorgkantoren hebben van hun Wlz- inkoopkader voor de periode 2021-2023 een update gepubliceerd en aanpassingen doorgevoerd die voor 2022 en 2023 van toepassing zijn. Het tarief is thans een richttarief in plaats van een basistarief. Zorgkantoren kunnen per regio positief of negatief afwijken van dat richttarief, afhankelijk van wat in de regio nodig is.
Verder is anders dat het richttarief 95,8 procent van het NZa-maximumtarief is. Daarvoor was het basistarief 94 procent van het NZa-maximumtarief.
Van een toeslag van twee procent, als de aanbieders plannen voor innovatie, efficiënte bedrijfsvoering, passende zorg of duurzaamheid inleveren, is nog altijd sprake. Echter, dit wordt nu niet meer direct gekoppeld aan de tarieven.
Daarnaast is nu een onderbouwing gegeven van hoe de zorgkantoren komen op een richttarief van 95,8 procent van de NZa-maximumtarieven. De zorgkantoren baseren zich hiervoor op de jaarrekeningen van 2019 van Wlz-aanbieders die dat jaar tenminste € 50.000 omzet maakten en minimaal 60 procent van hun omzet halen uit zorg onder de Wet langdurige zorg. Vervolgens is bepaald welk richttariefpercentage nodig is om te zorgen dat 75 procent van de geselecteerde aanbieders een neutrale of positieve winstmarge heeft. Dit bleek bij een percentage van 95,8 procent te zijn.
Conclusie
Het is de vraag in hoeverre de in de update gehanteerde berekening voor 2022 leidt tot een reëel tarief zoals dat destijds door de voorzieningenrechter voor 2021 in essentie is opgelegd. Voor zorgaanbieders is het teleurstellend dat de tarieven van 2020 ook niet zijn doorgetrokken tot 2022.
De Nederlandse GGZ heeft inmiddels aangekondigd wederom de gang naar de rechter te maken.
Kortom, het laatste woord over wanneer nu sprake is van reële tarieven, thans voor 2022 en aan de hand van een vernieuwd Wlz-inkoopkader, is nog niet gesproken.
[post_title] => Geen nadere duiding motiveringsplicht Wlz-inkoop
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => geen-nadere-duiding-motiveringsplicht-wlz-inkoop
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-10-01 09:08:22
[post_modified_gmt] => 2021-10-01 07:08:22
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27161
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 27060
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-09-29 10:22:42
[post_date_gmt] => 2021-09-29 08:22:42
[post_content] => Inschrijving in aanbesteding
Het in een aanbestedingsprocedure inschrijven met de verkeerde vennootschap is geen fout dat zich leent voor een eenvoudig herstel, aldus de rechtbank Den Haag in haar uitspraak van 15 september 2021. De inschrijving is terecht terzijde gelegd.
Casus
De Gemeente Den Haag heeft een niet-openbare aanbesteding georganiseerd voor de renovatie van de Utrechtsebaan. BNRS (Ballast Nedam Road Specialties) heeft zich in de selectiefase aangemeld om een inschrijving te mogen doen en is hiervoor geselecteerd.
Het ingediende inschrijvingsbiljet is ingediend en ondertekend door een andere vennootschap dan BNRS namelijk Ballast Nedam Intra B.V. (BNI). Onder verwijzing naar de inschrijvingsleidraad en het ARW (Aanbestedingsreglement Werken) waarin staat dat een inschrijving dient te zijn voorzien van een inschrijvingsbiljet dat is ondertekend door de inschrijver, wordt door de gemeente de inschrijving van BRNS als ongeldig terzijde gelegd.
BBRS vordert dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag de gemeente zal gebieden de voorlopige gunningsbeslissing in te trekken en de inschrijving van BNRS alsnog geldig te verklaren.
Beoordeling
Het toetsingskader laat zich als volgt omschrijven. Een aanbestedende dienst moet bij de beoordeling van de inschrijvingen uitgaan van de inschrijvingen zoals deze bij het sluiten van de inschrijvingstermijn zijn ontvangen. De beginselen van gelijke behandeling en transparantie verzetten zich ertegen dat een inschrijver daarna nog zijn inschrijving mag wijzigen of aanvullen. In uitzonderlijke gevallen kan op dit uitgangspunt een uitzondering worden gemaakt, als een inschrijving klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeft of om kennelijke materiële fouten recht te zetten. Deze wijziging of aanvulling mag er niet toe leiden dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt ingediend. De verbetering mag slechts betrekking hebben op gegevens waarvan objectief kan worden vastgesteld dat zij dateren van voor het einde van de inschrijvingstermijn om deel te nemen aan een aanbestedingsprocedure en het mag niet gaan om stukken of informatie die op straffe van uitsluiting bij de inschrijving moest(en) worden verstrekt.
Hoewel uit jurisprudentie een lijn valt te ontwaren dat aanbestedende diensten geen extreem formalistische houding aan de dag mogen leggen, baat dat BBRS hier niet. De fout die is gemaakt leent zich niet voor eenvoudig herstel. De Gunningsleidraad schrijft voor dat onder meer het inschrijvingsbiljet door de inschrijver moeten worden ingediend. Aan dat voorschrift is door het indienen van dit stuk op naam van BNI niet voldaan. In de Gunningsleidraad staat dat het ontbreken van onder meer het Inschrijvingsbiljet leidt tot uitsluiting van de Inschrijving.
De rechter volgt BNRS niet in de stelling dat aan de zijde van de gemeente sprake is van ‘doorgeschoten formalisme’. De vorderingen van BNRS worden afgewezen.
Voor de volledige uitspraak zie: ECLI:NL:RBDHA:2021:10157
[post_title] => Inschrijving in aanbesteding door verkeerde vennootschap is fataal
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => inschrijving-in-aanbesteding-door-verkeerde-vennootschap-is-fataal
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-09-29 10:22:42
[post_modified_gmt] => 2021-09-29 08:22:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27060
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 26775
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-08-23 10:39:49
[post_date_gmt] => 2021-08-23 08:39:49
[post_content] => De volledige Wet toeristische verhuur van woonruimte is per 1 juli 2021 in werking getreden. Een groot deel van deze wet is vanaf 1 januari 2021 overigens al geldend recht. Door deze wet is de Huisvestingswet 2014 en de Gemeentewet gewijzigd. Het doel hiervan is het reguleren van de toeristische verhuur van woonruimte.
Meer en meer woningen worden voor toeristisch gebruik particulier verhuurd. De Wet toeristische verhuur van woonruimte geeft gemeenten meer mogelijkheden om aan de hand van een nieuw kader toeristische verhuur te reguleren.
Regels met het oog op de leefbaarheid van de woonomgeving
Vóór de wet bood de Huisvestingswet aan gemeenten de mogelijkheid om te sturen op toeristische verhuur door middel van een vergunningstelsel. Daarvoor gold wel een drempel. Een vergunningstelsel was alleen mogelijk wanneer dit noodzakelijk en geschikt was voor de bestrijding van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte. Er moest deugdelijk worden gemotiveerd waarom er sprake was van een dergelijke schaarste.
Ook bestond er onduidelijkheid over de precieze afbakening van de bevoegdheid van gemeenten voor de regulering van toeristische verhuur.
Door de wijziging van de Huisvestingswet kunnen gemeenten nu gemakkelijker haar bevoegdheden met betrekking tot toeristische verhuur toepassen. Naast het schaarste-criterium is in de Huisvestingswet ook voor de gemeenteraad de mogelijkheid opgenomen om regels te stellen betreffende toeristische verhuur van woonruimte als dat noodzakelijk is met oog op de leefbaarheid van de woonomgeving. Gemeenten kunnen met dit instrument gemakkelijker ingrijpen in de woonvoorraad. Daarbij moet wel de afweging worden gemaakt of de inbreuk noodzakelijk is.
De sturingsinstrumenten uit de Wet toeristische verhuur van woonruimte zijn een registratieplicht, het bepalen van een maximaal aantal nachten en eventuele meldplicht en ook een vergunningplicht.
Registratieplicht
Gemeenten kunnen ervoor kiezen om een gemeentelijke registratieplicht in te voeren. Verhuurders van een woonruimte voor toeristisch verhuur moeten zich dan eenmalig registreren en vervolgens dit registratienummer bij elke (online) advertentie vermelden. Het is verboden om de woonruimte zonder registratienummer aan te bieden. Bij overtreding van dit verbod kan aan de verhuurder een boete van de derde categorie, maximaal ter hoogte van € 8.700,- worden opgelegd. Bestaande verhuurders moeten zich binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de gemeentelijke registratieplicht registreren. Door de registratieplicht wordt gezorgd dat inzage kan worden geboden in welke woonruimtes toeristisch worden verhuurd en door wie. Dit draagt bij aan de handhaving en aan de inning van toeristenbelasting.
Een dergelijke registratieplicht betekent ook dat er ook een publicatieverbod geldt van advertenties zonder registratienummer op verhuurplatforms. Dit publicatieverbod is 1 juli 2021 in werking getreden. Deze inwerkingtreding hield verband met het feit dat de bewuste regeling op grond van de Richtlijn inzake elektronische handel eerst genotificeerd moest worden bij de Europese Commissie. Dit gold ook voor de informatieplicht vanwege de Huisvestingswet die de verhuurplatforms dragen richting de verhuurder.
Maximaal aantal nachten en eventuele meldplicht
Gemeenten kunnen een maximum stellen aan het aantal nachten dat een woning per jaar beschikbaar is voor toeristische verhuur. Gemeenten kunnen dit desgewenst koppelen aan een meldplicht. Bij een meldplicht moet elke verhuring door de verhuurder vooraf gemeld worden bij de gemeente. Bij overschrijding van de maximumtermijn kan de gemeente verbieden dat de woning nog aangeboden wordt op verhuurplatforms. Bij overtreding van de maximumtermijn aan overnachtingen kan de verhuurder worden beboet met een boete uit de vijfde categorie, tot maximaal € 21.750.- Bij herhaaldelijke overtreding van het zogenoemde nachtencriterium kan de boete oplopen tot € 87.000.-
Vergunningplicht
In aanvulling op de registratieplicht kunnen gemeenten een vergunningplicht instellen. Een gemeente kan dan een wijk of gebied instellen waarin woningen enkel verhuurd mogen worden met een (tijdelijke) vergunning. Wanneer de gemeente dit noodzakelijk acht, kan ze een maximaal aantal vergunningen per gebied instellen. Het invoeren van een dergelijk quotum betekent dat er sprake is van een schaarse vergunning. De gemeente moet hierbij een gelijk speelveld creëren. De verdelingssystematiek bij schaarse vergunningen moet dan worden vastgelegd in de huisvestingsverordening om iedere vorm van willekeur te voorkomen. Overtreding van de vergunningplicht kan een boete uit de vijfde categorie, maximaal € 21.750,- opleveren. Bij herhaaldelijke overtreding kan de boete oplopen tot € 87.000,-
Conclusie
Door de wijziging van artikel 2 Huisvestingswet en met de nieuwe artikelen 23a tot en met 23h van de Huisvestingswet gemeenten meer mogelijkheden om toeristische verhuur van woningen te reguleren. De tijd zal ons leren in welke mate gemeenten van het nieuwe instrumentarium gebruik gaan maken. Voor aanbieders van woonruimtes voor toeristische verhuur is het in ieder geval zaak om in de voor hen relevante gemeenten de ontwikkelingen op het gebied van regulering van toeristische verhuur van woonruimte in de gaten te houden.
[post_title] => Meer gemeentelijke handhaving op toeristische verhuur mogelijk
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => meer-gemeentelijke-handhaving-op-toeristische-verhuur-mogelijk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-08-23 10:39:49
[post_modified_gmt] => 2021-08-23 08:39:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26775
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 26728
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-08-20 09:01:01
[post_date_gmt] => 2021-08-20 07:01:01
[post_content] => Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de Handreiking huisvesting van arbeidsmigranten gepubliceerd. De handreiking heeft betrekking op het ruimtelijk instrumentarium.
In de handreiking is uitgebreid aandacht voor de verschillende stappen die nodig zijn om arbeidsmigranten kwalitatief toereikende huisvesting te bieden.
Hoewel de handreiking vooral voor gemeenten is bedoeld kan ook ‘de markt’ voordeel hebben van kennisname van dit document dat kan helpen bij het inzichtelijk krijgen van de complexe materie van huisvesting en ruimtelijke ordening.
Wilt u meer weten? U kunt vrijblijvend terecht bij de vastgoedadvocaten van BG.legal.
[post_title] => Realisatie huisvesting arbeidsmigranten: zoek de kansen!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => realisatie-huisvesting-arbeidsmigranten-zoek-de-kansen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-08-20 09:01:01
[post_modified_gmt] => 2021-08-20 07:01:01
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26728
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 27869
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-11-26 10:44:20
[post_date_gmt] => 2021-11-26 09:44:20
[post_content] => Huisvesting senioren
De vergrijzing van Nederland noopt tot het ontwikkelen en bouwen van meer seniorenhuisvesting. Huisvesting waar wonen zo nodig met zorg kan worden gecombineerd.
Gezamenlijke aanpak
De Taskforce Wonen en Zorg is een initiatief van VNG, Aedes, ActiZ, ZN en de ministeries VWS en BZK en stimuleert en ondersteunt gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties bij een gezamenlijke aanpak van de woonzorgopgave. Dit is hard nodig.
De Taskforce roept gemeenten op om na te denken over hun visie op de huisvesting van senioren en dat te vertalen naar gebiedsgerichte programmering en prestatieafspraken met marktpartijen zodat er daadwerkelijk meer woningproductie kan en zal worden gedraaid. Een oproep die alleen maar ondersteund kan worden.
[post_title] => Sturing op seniorenhuisvesting is nodig!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => sturing-op-seniorenhuisvesting-is-nodig
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-26 10:44:20
[post_modified_gmt] => 2021-11-26 09:44:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27869
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 174
[max_num_pages] => 18
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => abaea850667bdd774c6b6b319b006aec
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:9f31d87a1ee97c4d8a760833a0ea5c0a
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
26 nov 2021

Huisvesting senioren De vergrijzing van Nederland noopt tot het ontwikkelen en bouwen van meer seniorenhuisvesting. Huisvesting waar wonen zo nodig met zorg kan worden gecombineerd. Gezamenlijke aanpak De Taskforce Wonen...
Lees meer

De prijs blijft bij inkoop van zorg en hier meer specifiek huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) de gemoederen bezighouden. In de hier besproken zaak...
Lees meer

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de nieuwe Gids proportionaliteit gepubliceerd. Met de alweer derde herziening van de Gids wordt beoogd de buitensporige toepassing bij aanbestedingen van...
Lees meer
29 okt 2021

In een door meerdere zorgaanbieders uit de langdurige zorg aangespannen kort geding heeft de rechter geoordeeld dat het door de zorgkantoren voor 2022 ontwikkelde vernieuwde inkoopkader rechtmatig is. Vernieuwd inkoopkader...
Lees meer
15 okt 2021

De regels voor de oplevering van een bouwwerk zijn vastgelegd in artikel 7:658 BW. In lid 3 van voornoemd artikel staat dat de aannemer niet meer aansprakelijk is voor gebreken...
Lees meer

In een eerdere bijdrage is geschreven over een wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) waarmee het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger zou...
Lees meer

In een eerdere bijdrage is geschreven over het eind 2020 door zorgaanbieders aangespannen kort geding over het inkoopbeleid langdurige zorg van de zorgkantoren. Uitkomst van dat kort geding was dat...
Lees meer

Inschrijving in aanbesteding Het in een aanbestedingsprocedure inschrijven met de verkeerde vennootschap is geen fout dat zich leent voor een eenvoudig herstel, aldus de rechtbank Den Haag in haar uitspraak...
Lees meer

De volledige Wet toeristische verhuur van woonruimte is per 1 juli 2021 in werking getreden. Een groot deel van deze wet is vanaf 1 januari 2021 overigens al geldend recht....
Lees meer

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de Handreiking huisvesting van arbeidsmigranten gepubliceerd. De handreiking heeft betrekking op het ruimtelijk instrumentarium. In de handreiking is uitgebreid aandacht voor...
Lees meer