Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 8
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 8
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => all
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 19
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1495
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (19)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 70, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 24229
                    [post_author] => 19
                    [post_date] => 2021-02-23 12:14:47
                    [post_date_gmt] => 2021-02-23 11:14:47
                    [post_content] => Bij het huisvesten van arbeidsmigranten zien we het al vaak. De vraag of het huisvesten van arbeidsmigranten voldoet aan de ‘woonbestemming’ van het bestemmingsplan. Cruciaal is vaak de vraag of er een relatie is gelegd tussen de begrippen ‘woning’ en ‘wonen’. Indien dat verband in het bestemmingsplan niet aanwezig is, is het huisvesten van arbeidsmigranten vaak mogelijk. We zien steeds meer gemeenten om die reden bestemmingsplannen wijzigen. Maar deze problematiek geldt ook bij het bouwkundig splitsen van een woning. Vaak wordt één woning verbouwd tot twee of meer zelfstandige woningen. Maar hoe zit dat dan met de vraag of daar ook twee zelfstandige huishoudens gevestigd mogen worden? In hoeverre staat het bestemmingsplan in de weg aan deze verbouwing? Recent heeft de Rechtbank Amsterdam hierover uitsluitsel gegeven.
De Casus
De feiten zijn simpel en illustratief voor heel veel vergelijkbare gevallen. De eigenaar van een woning wil een scheidingswand aanbrengen in een woning. Daarmee splitst hij de woning in twee zelfstandige woningen. Het betreft dus een bouwaanvraag voor het splitsen van de woningen. De bestemming waarop de woning is gelegen betreft ‘Wonen’. De gemeente heeft de aanvraag afgewezen omdat er volgens het bestemmingsplan slechts één woning of woongebouw is toegestaan. Het plan voldoet dus niet aan het bestemmingsplan. Dan moet de gemeente de aanvraag weigeren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de woning in de bestaande situatie als één woning moet worden aangemerkt. Wat partijen in essentie verdeeld houdt is of het bestemmingsplan toestaat dat door het plaatsen van een scheidingswand twee zelfstandige woningen worden gerealiseerd. In het bestemmingsplan is geen relatie gelegd tussen de bestemming ‘Wonen’ in planregel 3.1 (de bestemmingsomschrijving) en de omschrijving van het begrip “woning” in planregel 1.92. Dit betekent dat de omschrijving van het begrip “woning” niet van betekenis is voor de uitleg van het begrip “wonen” in planregel 3.1. Op grond van planregel 3.1 is wonen op de daartoe bestemde gronden toegestaan in woonhuizen en woongebouwen. Deze bepaling biedt geen aanknopingspunten voor de stelling van de gemeente dat op het perceel slechts één woonhuis of woongebouw is toegestaan. Gelet hierop en aangezien het splitsen van woningen in de planregels ook niet expliciet als gebruiksverbod is opgenomen, moet ervan worden uitgegaan dat het is toegestaan van de hiervoor genoemde uitbreiding van de woning een zelfstandige woning te maken. De gemeente verwijst vervolgens naar planregel 3.2.1. In die planregel is bepaald dat een hoofgebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd. Daarnaast mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd. Omdat ook deze planregel de bouw van twee woningen op het perceel niet verbiedt, heeft de gemeente de aanvraag ten onrechte geweigerd. Een voorbeeld van een situatie waarin de planregel wél in de weg stond aan het splitsen van een woning, vinden we in een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daar luidde de planregel als volgt: Ingevolge artikel 3.1 van dit bestemmingsplan is het verboden om een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen. In dat geval is dus expliciet bepaald dat een woning niet mag veranderen in tweede of meer zelfstandige woningen. Dan zou eventueel afgeweken kunnen worden van het bestemmingsplan. 
Relevantie voor de praktijk
In deze uitspraak zien we dus de rechtspraak, die vaak bij huisvesting van arbeidsmigranten een rol speelt, ook relevant is voor een bouwkundige splitsing. Dat is ook begrijpelijk. Een bouwvergunning is een gebonden beschikking. Dat betekent dat die verleend moet worden indien het plan voldoet aan – kort gezegd – de bouwregelgeving en het bestemmingsplan. Indien het realiseren van twee woningen in strijd is met het bestemmingsplan, moet de vergunning geweigerd worden. Zowel wat betreft de activiteiten gebruik als bouwen pas het plan in dit geval binnen het bestemmingsplan. Het is van belang om bij dergelijke initiatieven goed te bekijken wat de planologische mogelijkheden zijn. Zeker bij een bouwvergunning, omdat die vergunning niet geweigerd mag worden wanneer het plan voldoet aan de bouwregelgeving en het bestemmingsplan. Tot slot merk ik op dat in veel gevallen nog andere vergunningen nodig zijn voor het splitsen van woningen. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over het splitsen van een woning of het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op (Rutger Boogers, advocaat, specialist arbeidsmigranten)   Rutger Boogers [post_title] => Splitsing woning voor arbeidsmigranten in strijd met bestemmingsplan? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => splitsing-van-woning-voor-arbeidsmigranten-in-strijd-met-bestemmingsplan [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-02-24 12:11:43 [post_modified_gmt] => 2021-02-24 11:11:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=24229 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 22935 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-12-02 11:14:38 [post_date_gmt] => 2020-12-02 10:14:38 [post_content] =>
Huisvesting arbeidsmigranten
De afgelopen maanden zijn er diverse blogs gepubliceerd over de huisvesting van arbeidsmigranten. Veel gemeenten worstelen met het huisvesten van arbeidsmigranten. Er wordt gezocht naar oplossingen. Onder meer de gemeente Maasdriel meent de oplossing onder meer te hebben gevonden in een quota voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Het is zeer de vraag of  dergelijk quota is toegestaan. Ook minister Koolmees acht een quotum in strijd met Europees recht. Eerder was er al ophef ontstaan naar aanleiding van een artikel in het Financieel Dagblad van 23 oktober 2020: “Ophef over lokale quota voor huisvesting arbeidsmigranten”. In deze blog zal ik toelichten hoe een quotum werkt en wat daarvan de bezwaren zijn.
Gemeentelijk beleid
Laat ik het beleid van de gemeente Maasdriel als voorbeeld nemen. In het beleid staat de volgende passage:     De gemeente stelt met deze bepaling een quotum wat betreft het maximaal toegestane aantal panden waarin arbeidsmigranten gehuisvest mogen worden. Het staat een gemeente vrij om beleid vast te stellen. Maar dat beleid mag niet in strijd zijn met (hogere) wet- en regelgeving. In dit geval is de kans groot dat het beleid in strijd is met het Europees recht. In het Europees recht geldt als uitgangspunt het vrij verkeer van Unieburgers, dat geen onderscheid naar nationaliteit toestaat. Daar komt bij dat een werknemer die onderdaan is van een lidstaat en die op het grondgebied van een andere lidstaat tewerkgesteld is, alle rechten en alle voordelen geniet die aan de nationale werknemers inzake huisvesting zijn toegekend [Verordening Nr 1612/68]. Het invoeren van dergelijke quota is mijns inziens in strijd met het Europees recht. Daar komt bij dat het onduidelijk is op welke wijze vergunningen worden toegekend. Het is niet uitgesloten dat er meerdere gegadigden zijn voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Aan de hand van welke verdelingssystematiek worden deze ‘schaarse vergunningen’ toegekend?
Conclusie
Hoewel meerdere gemeenten inmiddels interesse hebben getoond in het invoeren van dergelijke quota, is het zeer de vraag of een quotum uiteindelijk de gerechtelijke toets zal doorstaan. Indien op grond van dit beleid een [exploitatie- of omgevings]vergunning wordt geweigerd, is het raadzaam daartegen bezwaar te maken. BG.legal volgt deze ontwikkelingen op de voet. Wilt u meer informatie over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neemt u dan contact met mij op via boogers@bg.legal [of tel: +31 (0)88 141 08 64]. Rutger Boogers     [post_title] => Maximaal aantal arbeidsmigranten in een straat in strijd met Europees Recht? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => maximaal-aantal-arbeidsmigranten-in-een-straat-in-strijd-met-europees-recht [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-12-02 11:24:32 [post_modified_gmt] => 2020-12-02 10:24:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22935 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 22538 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-10-30 09:56:39 [post_date_gmt] => 2020-10-30 08:56:39 [post_content] =>
Wist u dat u gemeentelijk beleid kunt laten toetsen door de rechter?
We zien het nu veel bij huisvesting van arbeidsmigranten. Nieuw beleid. Veelal strenger, omdat gemeenten de huisvesting van arbeidsmigranten willen beperken. Of meer willen spreiden. Daarvoor wordt er vaak beleid opgesteld. In sommige gevallen worden ook eisen in een verordening opgenomen. Het is algemeen bekend dat een belanghebbende tegen een beschikking bezwaar en beroep kan instellen. Een belanghebbende kan dergelijke besluiten laten toetsen door de rechter. Maar hoe zit dat met beleidsregels en verordeningen? Die zijn niet gericht op een individu, in tegenstelling tot een beschikking. Kunnen die ook ter toetsing worden voorgelegd aan de rechter? En zo ja, hoe dan?
Kan je bezwaar of beroep instellen tegen een  beleidsregel of verordening?
Dat antwoord is eenvoudig: nee, dat kan niet. Dat betekent dat er geen bezwaar of beroep kan worden ingesteld tegen de vaststelling van een beleidsregel of verordening. In de Algemene wet bestuursrecht is dat ook bepaald. Het heeft dus geen zin om tegen dergelijke besluiten een rechtsmiddel aan te wenden. Overigens kunnen dergelijke besluiten wel worden voorgelegd aan de civiele rechter. Dat gebeurt overigens niet vaak. Gemeentelijk beleid
Betekent dat dan dat een beleidsregel of verordening niet door de rechter getoetst kan worden?
Zo eenvoudig is het niet. Een bepaling in een beleidsregel of verordening kan wél getoetst worden door de bestuursrechter. Dat heet de ‘exceptieve toetsing’. Het is dus niet zo dat een belanghebbende helemaal met lege handen staat.
Hoe kan ik een bepaling in een beleidsregel of verordening laten toetsen door een rechter?
Om een beleidsregel of verordening aan de kaak te stellen, moet een belanghebbende een besluit ‘uitlokken’ dat [deels] is gebaseerd op die beleidsregel of verordening. Bijvoorbeeld de weigering van een vergunning of ontheffing. Tegen een weigering van een vergunning staat bezwaar en beroep open. Dus dat weigeringsbesluit kan voorgelegd worden aan de rechter. In het bezwaarschrift of beroepschrift stelt de belanghebbende dan de beleidsregel aan de kaak en bepleit dat de beleidsregel onrechtmatig is en dus geen toepassing had mogen vinden. De bestuursrechter zal zich dan moeten buigen over de rechtmatigheid van de beleidsregel. En dan blijkt dat de beleidsregel tóch door de rechter getoetst te worden. Indien het betoog slaagt, kan de beleidsregel onverbindend worden verklaard. Dat betekent dat die bepaling niet van toepassing is. Dat geldt ook voor een verordening. De bestuursrechter toetst het algemeen verbindend voorschrift aan hoger recht, algemene rechtsbeginselen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Wat houdt die toets van de bestuursrechter in?
Een bestuursorgaan heeft beleidsvrijheid. Dat betekent dat een bestuursorgaan in grote mate zelf mag bepalen hoe het beleid wordt vormgegeven. In de regels toetst een rechter een beleidsregel of verordening terughoudend. Wel is het zo dat, naar mate de beleidsregel of de verordening ingrijpender is voor een belanghebbende, die toets ook indringender zal zijn. Heeft u een vraag over het aanvechten van een beleidsregel of verordening? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op via boogers@bg.legal. Rutger Boogers   [post_title] => Kunt u gemeentelijk beleid laten toetsen door de rechter? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kunt-u-gemeentelijk-beleid-laten-toetsen-door-de-rechter [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-30 09:56:39 [post_modified_gmt] => 2020-10-30 08:56:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22538 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 22466 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-10-28 10:32:22 [post_date_gmt] => 2020-10-28 09:32:22 [post_content] =>
Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten
In verschillende blogs heb ik de afgelopen maanden gewezen op het belang van het bestemmingsplan bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Vaak speelt het bestemmingsplan een cruciale rol. Zo ook in een zaak die op 7 oktober 2020 speelde bij de hoogste bestuursrechter. Deze zaak legt mooi bloot hoe je een bestemmingsplan wel én niet moet uitleggen. Voor de praktijk een illustratief voorbeeld, omdat de casus een heel gebruikelijke is: een uitzendbureau huurt van de pandeigenaar en gebruikt de woning vervolgens voor het huisvesten van arbeidsmigranten.
De casus
Het gaat om een woning gelegen de gemeente Tholen. De eigenaar verhuurt de woning aan Green Talant, een uitzendorganisatie gericht op Poolse werknemers. Green Talent verhuurt de woning vervolgens onder aan arbeidsmigranten. In verband met een handhavingsverzoek is een procedure gestart. De gemeente had het handhavingsverzoek afgewezen, omdat er geen sprake was van strijdig gebruik. Omwonenden, die het verzoek hadden ingediend, waren het daar niet mee eens. De zaak komt bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter.
Wat zegt het bestemmingsplan?
Het bestemmingsplan bepaalt wat welk gebruik ter plaatse van de woning mogelijk is. De woning is bestemd voor “Wonen-Vrijstaand”. Dus een vrijstaande woning. De gronden die zijn bestemd voor een vrijstaande woning zijn bedoeld voor: ‘het wonen daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen, logies met ontbijt en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Is het huisvesten van arbeidsmigranten in strijd met dit gebruik?
Het gaat dan met name om de vraag wat onder ‘wonen’ moet worden verstaan. Het bestemmingsplan kent géén definitie van ‘wonen’. Dat betekent volgens vaste rechtspraak een grote hoeveelheid aan woonvormen mogelijk is, waaronder het huisvesten van arbeidsmigranten:  “(…) nu de betekenis van de term "wonen" in het bestemmingsplan niet nader is bepaald en in het bestemmingsplan voor de betekenis van die term niet naar enig voorschrift is verwezen, voor de uitleg van die term terecht aansluiting gezocht bij het algemeen spraakgebruik en onder die term diverse uiteenlopende vormen van huisvesting begrepen. Gelet hierop en zoals eveneens kan worden afgeleid uit voormelde uitspraak heeft de rechtbank voorts terecht overwogen dat, onder deze omstandigheden, het gebruik van het pand ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers niet in strijd is met de daarop rustende bestemming.” Het huisvesten van arbeidsmigranten is dus toegestaan in de vrijstaande woning. Wat verder interessant is, is het feit dat bestuursrechter kijkt naar het feitelijk gebruik. Daarmee bedoel ik het gebruik van de woning door arbeidsmigranten. Met andere woorden: het gegeven dat de woning ‘bedrijfsmatig’ wordt gebruikt door de pandeigenaar en het uitzendbureau, betekent niet dat er niet langer sprake is van ‘wonen’. In de praktijk gebeurt het uiteraard veel vaker dat dergelijke woningen bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Telkens blijft het feitelijk gebruik echter ‘wonen’. Let wel: de bestemming is hier ‘wonen[-vrijstaand]’ en niet – bijvoorbeeld – ‘bedrijf’ of ‘agrarisch’.
Spelen andere definities of planregels nog een rol?
Appellant verwijst vervolgens ook nog naar het begrip ‘Bedrijfswoning’ waarin wél is omschreven dat het wonen beperkt is tot (het huishouden van) één persoon. Op basis van die definitie zouden ter plaatse van de woning geen arbeidsmigranten gehuisvest mogen worden. De hoogste bestuursrechter gaat echter niet mee in deze stelling van appellant: Dat het begrip "Bedrijfswoning" in de begripsomschrijvingen van de planregels wel is omschreven en “daarin is opgenomen dat het wonen is beperkt tot (het huishouden van) één persoon, betekent niet dat ook het gebruik van de gronden met de bestemming "Wonen-Vrijstaand" is beperkt tot het gebruik door één huishouden. Het plan maakt immers op die gronden geen bedrijfswoning mogelijk, zodat de begripsomschrijving van "bedrijfswoning" hier niet van toepassing is. Deze omschrijving is, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, exclusief voorbehouden aan bedrijfswoningen.” Met andere woorden: je kunt niet gaan ‘shoppen’ in de planregels en aanhaken bij een planregel die in dat geval goed uitkomt. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op: Rutger Boogers, advocaat, specialist arbeidsmigranten. Rutger Boogers [post_title] => Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bestemmingsplanregels-en-het-huisvesten-van-arbeidsmigranten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-28 10:32:58 [post_modified_gmt] => 2020-10-28 09:32:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22466 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 22111 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-10-12 10:28:12 [post_date_gmt] => 2020-10-12 08:28:12 [post_content] => Regionale actualiteiten huisvesting arbeidsmigranten. Het huisvesten van arbeidsmigranten en kamerbewoning staat weer volop in de aandacht. In deze blog zal ik kort de actualiteiten in de regio bespreken over het huisvesten van arbeidsmigranten.
Sint-Michielsgestel
In Sint-Michielsgestel is een ‘paraplubestemmingsplan’ in aantocht. Een paraplubestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van meerdere bestemmingsplannen. Op één of meer aspecten worden meerdere bestemmingsplannen met een paraplubestemmingsplan aangepast of aangevuld, voor het overige blijven de betreffende bestemmingsplannen van kracht. In het paraplubestemmingsplan ‘kamerbewoning Sint-Michielsgestel’ is bepaald dat in een woning mogen wonen:
  • één huishouden, of;
  • één huishouden plus maximaal twee individuele personen, of
  • maximaal 4 individuele personen.
Dat kan een grote beperking zijn bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Ik verwijs in dat verband op mijn eerdere blogs. Indien de gemeente handhavend optreedt, is het zaak om tijdig bezwaar te maken. Indien niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt het besluit onherroepelijk. Dan kan er niets meer tegen het besluit ondernomen worden.
Boxtel
In Boxtel is het debat over het huisvesten van arbeidsmigranten ook in volle gang. De gemeente wil vooral op een beperkt aantal grote[re] locaties arbeidsmigranten huisvesten. Kamers voor 800 arbeidsmigranten, verdeeld over complexen met minimaal 150 en maximaal 400 slaapplaatsen. Die huisvesting moet plaatsvinden nabij bedrijventerreinen en niet op bedrijventerreinen. Daarnaast onderzoekt de gemeente Boxtel om een verblijfsbelasting in te voeren voor arbeidsmigranten die korter dan vier maanden aaneengesloten in Nederland verblijven.
Zaltbommel
In Zaltbommel zijn de regels omtrent het huisvesten van arbeidsmigranten tijdelijk verruimd. Ten eerste mag een werkgever een huisvestingsvoorziening op zijn terrein gebruiken voor het huisvesten van arbeidsmigranten die niet werken bij het bedrijf waar de voorziening staat, maar wel werken in de Bommelerwaard. Dit mag tot en met 31 oktober 2020. Ten tweede mag een werkgever een “permanente” huisvestingsvoorziening plaatsen op een locatie op zijn terrein die vanuit ruimtelijk oogpunt niet optimaal is. Dit mag tot en met 31 december 2020. Er moet altijd sprake zijn van een leefbare woonomgeving voor de arbeidsmigranten en een werkgever dient een vergunning aan te vragen. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, advocaat, specialist arbeidsmigranten Rutger Boogers [post_title] => Regionale actualiteiten huisvesting arbeidsmigranten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => regionale-actualiteiten-huisvesting-arbeidsmigranten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-12 10:30:18 [post_modified_gmt] => 2020-10-12 08:30:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22111 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 21836 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-09-16 12:05:21 [post_date_gmt] => 2020-09-16 10:05:21 [post_content] => Wat is het woord van een wethouder waard? Of:  wat is het woord van een gemeenteambtenaar waard? Daarover heeft de hoogste bestuursrechter op 9 september 2020 een interessante uitspraak gedaan. Het betrof het huisvesten van 15 arbeidsmigranten in een pand. Die huisvesting was in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente start een handhavingstraject. De pandeigenaar vraagt vervolgens een vergunning aan. De vergunning wordt verleend. Er volgt een bezwaarprocedure. Na de vergunningverlening wijzigt het gemeentelijk beleid. In het nadeel van de pandeigenaar. Gelet op de aandacht die er binnen gemeenten is voor arbeidsmigranten[problematiek], is dat een vaker voorkomende situatie. Een situatie die vaak tot problemen leidt. De vraag is nu aan welk beleid getoetst moet worden en wat de waarde is van de woorden van de wethouder. De wethouder had immers toegezegd dat het nieuwe beleid niet gold voor de pandeigenaar.
De casus
Naar aanleiding van een handhavingstraject vraagt de eigenaar van het pand op 15 december 2017 een omgevingsvergunning aan voor het huisvesten van arbeidsmigranten. De vergunning ziet op het huisvesten van 15 arbeidsmigranten. Die huisvesting van arbeidsmigranten is in strijd met het bestemmingsplan. De aangevraagde omgevingsvergunning ziet daarom op een afwijking van het bestemmingsplan. De gemeente toetst de aanvraag aan de beleidsregels “Huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouding vormen gemeente Waalwijk – wijziging 2017”. Volgens de gemeente voldeed de aanvraag aan dit beleid en kon een vergunning worden verleend. De vergunning wordt ook verleend. Tegen deze vergunning wordt door omwonenden bezwaar gemaakt. In bezwaar besluit de gemeente alsnog de aanvraag te weigeren. Waarom? Omdat het beleid is gewijzigd gedurende de procedure in bezwaar. Op 31 maart 2018 zijn de nieuwe beleidsregels in werking getreden: Huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouding vormen gemeente Waalwijk – 2e wijziging”. Deze beleidsregels zijn ook metéén van toepassing op 31 maart 2018. De pandeigenaar stelt vervolgens dat de wethouder op 16 maart 2018 het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt door tegen hem te zeggen dat de omgevingsvergunning in heroverweging in stand zou blijven – dus verleend zou blijven – omdat de nieuwe beleidsregel alleen van toepassing zou zijn op nieuwe aanvragen. Aangezien de omgevingsvergunning was verleend vóór 31 maart 2018, zou getoetst worden aan het oude beleid. Op basis van dat beleid kan de vergunning verleend worden. De vergunning was ook verleend. De pandeigenaar stelt daarom in bezwaar dat hij er gelet op deze toezegging op mocht vertrouwen dat ook in bezwaar de vergunning in stand zou blijven omdat aan het oude beleid getoetst moest worden.
Oordeel bestuursrechter
De hoogste bestuursrechter stelt eerst de vraag of er een gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt. Dat is het geval. Uit het verslag van het betreffende gesprek valt af te leiden dat dit inderdaad door de wethouder is toegezegd. In dat verband hecht de bestuursrechter ook waarde aan het feit dat de wethouder portefeuillehouder was op het gebied van ruimtelijke ordening. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. Maar waar leidt dat toe? Moet de vergunning alsnog worden verleend?
Arbeidsmigranten
De bestuursrechter overweegt als volgt:
“Het college heeft naar het oordeel van de Afdeling in de gedane toezegging geen aanleiding hoeven te zien van de beleidsregels 2018 af te wijken. Het college heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het algemeen belang en de belangen van derden in de weg staan aan het honoreren van het gewekte vertrouwen. Naar aanleiding van het aangevraagde project is grote onrust in de omgeving ontstaan, hetgeen ertoe heeft geleid dat een groot aantal omwonenden bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit tot vergunningverlening. Het college is naar aanleiding van een tegen een besluit gemaakt bezwaar op grond van artikel 7:11 van de Awb gehouden tot een volledige heroverweging van dat besluit. Daaraan is inherent dat het college in de aangevoerde bezwaren aanleiding kan vinden om van inzicht te veranderen en terug te komen van het besluit. Een andere opvatting zou op ongerechtvaardigde wijze afbreuk doen aan de rechtsbescherming van hen die op grond van de Awb bezwaar maken en aan wie het gewekte vertrouwen waarbij zij niet betrokken waren, bezwaarlijk kan worden tegengeworpen. Ondanks de gedane toezegging was het college dan ook gehouden om de bezwaren die zagen op het aangescherpte beleid in de heroverweging te betrekken (…)” Resumerend: er is weliswaar een toezegging gedaan door de wethouder, maar die toezegging leidt er niet toe dat de vergunning ook in stand moet blijven. De belangen van derden staan daaraan in de weg. Die belangen van derden wegen dus zwaarder. Die belangen van derden staan dus geheel los van het gewekte vertrouwen. De gemeente heeft terecht de vergunning alsnog in bezwaar geweigerd door aan het nieuwe beleid te toetsen. Staat de pandeigenaar dan helemaal met lege handen? Nee, de pandeigenaar kan aanspraak maken op schadevergoeding. Gezien de gerechtvaardigde verwachting had de gemeente tegelijk met het herroepen van het besluit van 20 maart 2018 en het alsnog weigeren van de omgevingsvergunning moeten onderzoeken of, en zo ja, in hoeverre aan de pandeigenaar enige vorm van compensatie moet worden geboden voor schade die de eigenaar mogelijk heeft geleden doordat hij gerechtvaardigd heeft vertrouwd.
Relevantie voor de praktijk
Is een toezegging van een wethouder of gemeenteambtenaar wat waard? Jazeker! Maar wanneer – zoals in dit geval – belangen van derden aan de orde zijn [zoals omwonenden], dan leidt een beroep op het vertrouwensbeginsel er niet zonder meer toe dat de vergunning alsnog verleend wordt. Als de weigering in stand blijft, resteert de weg van schadevergoeding. Bent u geconfronteerd met een handhavingsbesluit of een voornemen daartoe? Of wil u meer informatie over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neemt u dan contact met mij op. Rutger Boogers, advocaat omgevingsrecht, boogers@bg.legal, tel: +31 (0)88 141 08 64 Rutger Boogers [post_title] => Arbeidsmigranten huisvesten na toezegging door de gemeente? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => arbeidsmigranten-huisvesten-na-toezegging-door-de-gemeente [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-16 12:05:21 [post_modified_gmt] => 2020-09-16 10:05:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21836 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 21632 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-08-25 14:30:50 [post_date_gmt] => 2020-08-25 12:30:50 [post_content] => Zoals ik in eerdere blogs heb geschreven, heeft huisvesting van arbeidsmigranten in veel gemeenten prioriteit gekregen. Diverse gemeenten hebben inmiddels beleid ontwikkeld of zijn onderzoeken gestart. Met name omdat [oudere] bestemmingsplannen huisvesting van arbeidsmigranten nog vaak toestaan. Dit terwijl gemeenten dat veelal niet wenselijk achten. Maar indien een bestemmingsplan huisvesting van arbeidsmigranten verbiedt, is de kous niet af. Nieuwe discussies ontstaan in het traject van handhaving. Vaak wordt naar voren gebracht dat de arbeidsmigrant zijn hoofdverblijf niet op het adres heeft waar de handhaving op ziet. Onlangs heeft de Raad van State zich uitgelaten over het hoofdverblijf en de vraag of er sprake is van een overtreding als gevolg van bewoning door arbeidsmigranten.
De casus
Het college van B&W had een last onder dwangsom opgelegd om het laten gebruiken van een recreatiewoning ten behoeve van het huisvesten van arbeidsmigranten te beëindigen. Niet in geschil is het strijdige gebruik. Met andere woorden: de arbeidsmigranten mochten er niet wonen. De overtreder stelt dat de last alleen betrekking heeft op huisvesting van arbeidsmigranten die geen hoofdverblijf in Nederland hebben.
Het oordeel van de hoogste bestuursrechter
De hoogste bestuursrechter acht dit standpunt onjuist. In de last staat niet dat de last enkel betrekking heeft op arbeidsmigranten die geen hoofdverblijf in Nederland hebben. Maar voor de praktijk relevanter: het feit dat één van de overtreders stond ingeschreven op een ander adres, acht de Afdeling niet van belang. Hij heeft verklaard dat hij in de recreatiewoning verbleef. Daarmee heeft de overtreder niet [tijdig] aan de last voldaan en is hij een dwangsom verschuldigd.
Relevantie voor de praktijk
Of de inschrijving in de BRP in het geheel niet van belang is in dit soort zaken, is hiermee niet gezegd. Het betrof hier een recreatiewoning en het hangt altijd af van de omschrijving van de last. Het enkele feit dat een persoon op een ander adres in de BRP staat in geschreven, wil niet zeggen dat hij daarmee ook daadwerkelijk op dat adres woont en dus zijn hoofdverblijf heeft. Dat laat onverlet dat de BRP wel een aanwijzing is, dat een arbeidsmigrant ook daadwerkelijk op dat adres woont. Zo overwoog de Afdeling in een recente uitspraak van 13 mei 2020:  “Verder is niet in geschil dat de acht arbeidsmigranten volgens de Brp op 19 maart 2018 op het adres van de woning stonden ingeschreven. De inschrijving in de Brp levert in het algemeen reeds een aanwijzing op dat de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben op het adres waarop zij zijn ingeschreven”. Die aanwijzing kan uiteraard weerlegd worden, wanneer uit de feiten blijkt dat de arbeidsmigrant wel degelijk feitelijk woonachtig is op een ander adres dan waarop hij in de BRP staat ingeschreven. Heeft u een vraag over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem  dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, Advocaat, specialist Vastgoed/Omgevingsrecht Rutger Boogers     [post_title] => Handhaving bewoning arbeidsmigranten: inschrijving BRP van belang? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => handhaving-bewoning-door-arbeidsmigranten-inschrijving-brp-van-belang-voor-bepalen-hoofdverblijf [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-26 09:36:16 [post_modified_gmt] => 2020-08-26 07:36:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21632 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 21032 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-06-26 14:39:25 [post_date_gmt] => 2020-06-26 12:39:25 [post_content] => Er bestaan in de praktijk hardnekkige misverstanden over kadastrale gegevens. Vaak worden kadastrale grenzen als eigendomsgrenzen gezien: “het Kadaster heeft deze grens toch vastgesteld!”. Veelal wordt de indruk gewekt dat het kadaster de grenzen van het eigendom bepaalt. Die indruk is onjuist. Hoewel in de praktijk vaak kadastrale grenzen gelijk zijn aan de eigendomsgrenzen, is de koop/leveringsakte bepalend. Met name de [objectieve] bedoeling van partijen. In deze blog zal ik dit toelichten.
Kadastrale grenzen
Kadastrale grenzen zijn feitelijk administratieve grenzen. Het Kadaster is oorspronkelijk ingesteld ten dienste van de heffing van grondbelastingen. In het verleden vielen de kadastrale gegevens doorgaans ook samen met die van eigendom. De vermelding van kadastrale aanduidingen in de koopakte en/of leveringsakte strekt er in het algemeen toe om een nadere aanduiding te geven van de ligging van de onroerende zaak. Vaak is daarmee niet bedoeld om de precieze omvang van het verkochte aan te duiden. De kadastrale aanduiding zal in de meeste gevallen ook niet als zodanig herkenbaar of zichtbaar zijn op of in het perceel. Dat wil niet zeggen dat aan kadastrale grenzen geen enkele betekenis toekomt. Wanneer in een akte enkel een kadastrale aanduiding is vermeld, zonder verdere feitelijke omschrijving, mag worden aangenomen dat partijen hebben bedoeld om het perceel conform de kadastrale begrenzing te verkopen. Vaak wordt verwezen naar een kadastrale kaart. Die kaart is veelal aan de akte gehecht.
  • Is de akte enkel een kadastrale vermelding gegeven, dan is het uitgangspunt dat ook een kadastraal perceel is verkocht en geleverd.
Een nadere omschrijving van het verkochte perceel
Is naast een kadastrale omschrijving óók een feitelijke omschrijving van het perceel of het goed opgenomen, dan is die nadere omschrijving in de regel doorslaggevend. Bij een dergelijke omschrijving wordt de eigendomsgrens niet bepaald door de kadastrale grens, maar door de sloot. De akte bevat een nadere feitelijke omschrijving van het perceel dat is verkocht. Die feitelijke omschrijving kan van alles zijn. Het gaat telkens om de bedoeling van partijen. Wat hebben partijen bedoeld ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. De in de leveringsakte tot uitdrukking gebrachte wil van partijen is zowel beslissend voor de vraag op welke onroerende zaak de akte betrekking heeft als ook voor de vraag wat de omvang van dat perceel is. Worden in de akte zowel een kadastrale aanduiding als een feitelijke omschrijving opgenomen en wijken die gegevens van elkaar af, dan zal in het algemeen dus de feitelijke omschrijving prevaleren als zijnde de weergave van de wil van partijen. Die feitelijke omschrijving bepaalt dan de omvang van het perceel.
  • Bevat het de akte een nadere feitelijke omschrijving, bijvoorbeeld een sloot of aarden wal, dan zal die nadere omschrijving veelal doorslaggevend zijn. Er wordt dan dus afgeweken van de kadastrale grenzen.
Conclusie
Bekijk goed in de akte wat er wordt verkocht. Is dat enkel een kadastraal perceel, dan mag in de regel uitgegaan worden van de kadastrale gegevens. Is er ergens in de akte een nadere omschrijving opgenomen, dan gaat die omschrijving voor op de kadastrale aanduiding. Let daarbij op: die nadere omschrijving hoeft niet te staan onder het kopje “Het verkochte” maar kan ook elders in de akte staan. Heeft u een vraag over kadastrale of eigendomsgrenzen? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers                 [post_title] => Een kadastraal perceel verkocht, of toch niet? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-kadastraal-perceel-verkocht-of-toch-niet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-06-26 14:39:25 [post_modified_gmt] => 2020-06-26 12:39:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21032 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 20657 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-05-27 08:42:20 [post_date_gmt] => 2020-05-27 06:42:20 [post_content] => Een erfdienstbaarheid kan een behoorlijke beperking zijn voor de eigenaar van een erf. Hij moet dulden dat een derde zijn erf gebruikt. Bijvoorbeeld voor een uitweg. Het komt daarom vaak voor dat de eigenaar de erfdienstbaarheid wil opheffen. Die opheffing kan door de rechter worden uitgesproken. Maar uit de rechtspraak blijkt dat de rechter dit niet al te snel doet. Alleen als er écht geen redelijk belang meer is, kan de rechter een erfdienstbaarheid opheffen. Zo blijkt ook uit een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland. Artikel 5:79 BW bepaalt dat de rechter een erfdienstbaarheid kan opheffen indien de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang bij de uitoefening meer heeft en niet aannemelijk is dat het redelijk belang daarbij zal terugkeren. De Hoge Raad heeft overwogen, dat reeds uit de bewoordingen van deze bepaling volgt dat de beoordelingsmaatstaf uitgaat van alleen het belang van de gerechtigde bij de uitoefening van zijn recht, hetgeen betekent dat de belangen van de eigenaar van het dienende erf bij opheffing geen rol spelen (behoudens in het geval van misbruik van bevoegdheid). Dit volgt ook uit de totstandkomingsgeschiedenis van art. 5:78 en 5:79 BW.
  • Ieder redelijk belang nu en in de toekomst moet dus ontbreken;
  • Alléén het belang van de gebruiker van de erfdienstbaarheid is relevant;
  • Het belang van de eigenaar van het erf waarop de erfdienstbaarheid rust, is dus niet van belang. Dat laatste wordt in de praktijk vaak vergeten: immers, vaak wordt een procedure ingezet juist vanuit het belang van de partij die tot opheffing wil overgaan. Die partij moet dus niet focussen op zijn belang, maar op het ontbreken van enig redelijk belang van de gebruiker van de erfdienstbaarheid.
Wanneer is er onder meer sprake van een redelijk belang?
  • Als de erfdienstbaarheid de enige verharde en veilige uitrit is;
  • Als de erfdienstbaarheid de kortste verharde uitrit is;
  • Als een alternatieve route substantieel langer is;
  • Als redelijke alternatieven ontbreken.
Vaak is het belang casuïstisch. Dat betekent dat het sterk afhangt van de concrete situatie. Veelal zal de gebruiker van de erfdienstbaarheid ook aangeven wat zijn belang is. Dit laat onverlet dat de bewijslast ligt bij de partij die om opheffing verzoekt. Uit de rechtspraak volgen maar weinig gepubliceerde uitspraken waarin met succes tot opheffing van een erfdienstbaarheid is gekomen. Dat geeft aan dat er een vrij hoge drempel geldt voor het ontbreken van belang. Dat er alternatieven zijn, betekent niet dat er geen belang meer is bij behoud van de erfdienstbaarheid. Het komt dus aan op een goed gemotiveerde toelichting waaruit blijkt dat ieder redelijk belang ontbreekt. Rutger Boogers [post_title] => Opheffen erfdienstbaarheid? Alleen als er écht geen redelijk belang meer is! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => opheffen-erfdienstbaarheid-alleen-als-er-echt-geen-redelijk-belang-meer-is [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-05-27 08:43:46 [post_modified_gmt] => 2020-05-27 06:43:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20657 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 20408 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-04-30 14:33:20 [post_date_gmt] => 2020-04-30 12:33:20 [post_content] => In veel bezwaar- en beroepsprocedures stellen belanghebbenden aantasting van privacy aan de kaak. In de meeste gevallen zonder succes. Er wordt in deze bezwaar- en beroepsprocedures een strak onderscheid gemaakt tussen bestuursrecht en privaatrecht. Dat wil zeggen dat privaatrechtelijke aspecten – zoals privacy – niet van belang zijn bij vergunningverlening. Dat is slechts anders in het geval van een zogenoemde ‘evidente privaatrechtelijke belemmering’. Dat er niet snel sprake is van zo’n evidente privaatrechtelijke belemmering, beschreef ik in een eerder artikel hierover. Uit dit artikel blijkt dat er twee eisen zijn:
  1. Is er sprake van een privaatrechtelijke belemmering?
  2. Is die beperking evident zodat die in de weg staan aan vergunningverlening?
Dat zijn strenge eisen. Deze eisen gelden ook bij een aantasting van privacy. Desondanks is het mogelijk om vergunningverlening tegen te houden met een beroep op aantasting van privacy. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de hoogste bestuursrechter van Nederland.
Wat speelde er in die zaak?
Er was door de gemeente Haarlem een vergunning verleend voor het realiseren van een dakterras op een aanbouw. De buren van de vergunninghouder zijn het niet eens met de verleende vergunning. De buren vrezen een aantasting van hun privacy door inkijk in de woonkamer vanaf het dakterras. Zij stellen dat er vanaf het dakterras rechtstreeks zicht is in hun woonkamer. De buren verwijzen naar artikel 5:50 BW. Daarin is bepaald dat het niet geoorloofd is binnen twee meter van de grenslijn van een erf vensters of andere muuropeningen, dan welk balkons of soortelijke werken te hebben voor zover deze op dit erf uitzicht geven. De gemeente stelt dat er van een evidente privaatrechtelijke belemmering geen sprake is, terwijl de buren stellen dat daarvan wel sprake is. Met het uitzicht wordt inbreuk gemaakt op hun privacy en tevens wordt gehandeld in strijd met het verbod van artikel 5:50 BW.
Wat zegt de hoogste bestuursrechter?
De hoogste bestuursrechter verwijst eerst naar de vaste rechtspraak waaruit blijkt dat van een evidente privaatrechtelijke belemmering niet snel sprake is. Vervolgens overweegt de bestuursrechter: “Op basis van de door partijen overgelegde en ter zitting getoonde foto’s stelt de Afdeling vast dat er vanaf de korte zijde van het door vergunninghouder gewenste balkon rechtstreeks zicht is op het naburige erf van appellanten. Omdat de korte zijde van het balkon rechtstreeks uitkijkt op dit erf, volgt de Afdeling het college niet in de stelling dat er om een hoekje moet worden gekeken en een kwartslag moet worden gedraaid om zicht te hebben op dit erf. De korte zijde van het voorziene balkon bevindt zich binnen twee meter van de grens met het erf van appellanten en heeft een open hekwerk met een hoogte van 1,20 m. Daarmee is er sprake van zicht op het erf binnen 2 m van de grenslijn als bedoeld in artikel 5:50 van het BW. Vanaf het balkon is er door de twee glazen lichtkoepels in het dak van de aanbouw van appellanten in ieder geval ’s avonds met kunstmatige verlichting aan rechtstreeks zicht in hun woonkamer. Daargelaten of het zicht vanwege de bolling van de lichtkoepels overdag beperkt is, levert ook zicht dat wegens verlichting in de woonkamer beperkt is tot de avonduren, rechtstreeks zicht op als bedoeld in artikel 5:50 van het BW. Aangezien in het bouwplan geen voorzieningen zijn opgenomen om het rechtstreekse zicht weg te nemen, levert het bouwplan strijd op met artikel 5:50 van het BW. Dit betekent dat sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering die aan vergunningverlening voor het bouwplan in de weg staat. De rechtbank heeft dit niet onderkend.”
Conclusie en relevantie voor de praktijk
Er is dus sprake van een privaatrechtelijke belemmering. Maar dat niet alleen, de belemmering staat ook in de weg aan vergunningverlening. De belemmering is ‘evident’. De gemeente had de vergunning dus niet mogen verlenen. De reden is dat er niet voldaan is aan de eis van artikel 5:50 BW. Uit deze uitspraak blijkt dat privaatrechtelijke belemmeringen dus zeker van belang kunnen zijn bij vergunningverlening. Dat geldt in het bijzonder voor dit soort ‘harde normen’ die privacy beschermen. Dit soort beperkingen in het burenrecht zal een gemeente dus in de besluitvorming – zeker in bezwaar – moeten meenemen. In een eerdere blog ben ik hier wat verder op ingegaan en heb ik meerdere voorbeelden hiervan genoemd. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over privacy of een evidente privaatrechtelijke belemmering? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, Advocaat, specialist omgevingsrecht Rutger Boogers         [post_title] => Is aantasting privacy reden om vergunning te weigeren? Jazeker! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-aantasting-privacy-reden-om-vergunning-te-weigeren-jazeker [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-04-30 14:34:49 [post_modified_gmt] => 2020-04-30 12:34:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20408 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 24229 [post_author] => 19 [post_date] => 2021-02-23 12:14:47 [post_date_gmt] => 2021-02-23 11:14:47 [post_content] => Bij het huisvesten van arbeidsmigranten zien we het al vaak. De vraag of het huisvesten van arbeidsmigranten voldoet aan de ‘woonbestemming’ van het bestemmingsplan. Cruciaal is vaak de vraag of er een relatie is gelegd tussen de begrippen ‘woning’ en ‘wonen’. Indien dat verband in het bestemmingsplan niet aanwezig is, is het huisvesten van arbeidsmigranten vaak mogelijk. We zien steeds meer gemeenten om die reden bestemmingsplannen wijzigen. Maar deze problematiek geldt ook bij het bouwkundig splitsen van een woning. Vaak wordt één woning verbouwd tot twee of meer zelfstandige woningen. Maar hoe zit dat dan met de vraag of daar ook twee zelfstandige huishoudens gevestigd mogen worden? In hoeverre staat het bestemmingsplan in de weg aan deze verbouwing? Recent heeft de Rechtbank Amsterdam hierover uitsluitsel gegeven.
De Casus
De feiten zijn simpel en illustratief voor heel veel vergelijkbare gevallen. De eigenaar van een woning wil een scheidingswand aanbrengen in een woning. Daarmee splitst hij de woning in twee zelfstandige woningen. Het betreft dus een bouwaanvraag voor het splitsen van de woningen. De bestemming waarop de woning is gelegen betreft ‘Wonen’. De gemeente heeft de aanvraag afgewezen omdat er volgens het bestemmingsplan slechts één woning of woongebouw is toegestaan. Het plan voldoet dus niet aan het bestemmingsplan. Dan moet de gemeente de aanvraag weigeren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de woning in de bestaande situatie als één woning moet worden aangemerkt. Wat partijen in essentie verdeeld houdt is of het bestemmingsplan toestaat dat door het plaatsen van een scheidingswand twee zelfstandige woningen worden gerealiseerd. In het bestemmingsplan is geen relatie gelegd tussen de bestemming ‘Wonen’ in planregel 3.1 (de bestemmingsomschrijving) en de omschrijving van het begrip “woning” in planregel 1.92. Dit betekent dat de omschrijving van het begrip “woning” niet van betekenis is voor de uitleg van het begrip “wonen” in planregel 3.1. Op grond van planregel 3.1 is wonen op de daartoe bestemde gronden toegestaan in woonhuizen en woongebouwen. Deze bepaling biedt geen aanknopingspunten voor de stelling van de gemeente dat op het perceel slechts één woonhuis of woongebouw is toegestaan. Gelet hierop en aangezien het splitsen van woningen in de planregels ook niet expliciet als gebruiksverbod is opgenomen, moet ervan worden uitgegaan dat het is toegestaan van de hiervoor genoemde uitbreiding van de woning een zelfstandige woning te maken. De gemeente verwijst vervolgens naar planregel 3.2.1. In die planregel is bepaald dat een hoofgebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd. Daarnaast mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd. Omdat ook deze planregel de bouw van twee woningen op het perceel niet verbiedt, heeft de gemeente de aanvraag ten onrechte geweigerd. Een voorbeeld van een situatie waarin de planregel wél in de weg stond aan het splitsen van een woning, vinden we in een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daar luidde de planregel als volgt: Ingevolge artikel 3.1 van dit bestemmingsplan is het verboden om een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen. In dat geval is dus expliciet bepaald dat een woning niet mag veranderen in tweede of meer zelfstandige woningen. Dan zou eventueel afgeweken kunnen worden van het bestemmingsplan. 
Relevantie voor de praktijk
In deze uitspraak zien we dus de rechtspraak, die vaak bij huisvesting van arbeidsmigranten een rol speelt, ook relevant is voor een bouwkundige splitsing. Dat is ook begrijpelijk. Een bouwvergunning is een gebonden beschikking. Dat betekent dat die verleend moet worden indien het plan voldoet aan – kort gezegd – de bouwregelgeving en het bestemmingsplan. Indien het realiseren van twee woningen in strijd is met het bestemmingsplan, moet de vergunning geweigerd worden. Zowel wat betreft de activiteiten gebruik als bouwen pas het plan in dit geval binnen het bestemmingsplan. Het is van belang om bij dergelijke initiatieven goed te bekijken wat de planologische mogelijkheden zijn. Zeker bij een bouwvergunning, omdat die vergunning niet geweigerd mag worden wanneer het plan voldoet aan de bouwregelgeving en het bestemmingsplan. Tot slot merk ik op dat in veel gevallen nog andere vergunningen nodig zijn voor het splitsen van woningen. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over het splitsen van een woning of het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op (Rutger Boogers, advocaat, specialist arbeidsmigranten)   Rutger Boogers [post_title] => Splitsing woning voor arbeidsmigranten in strijd met bestemmingsplan? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => splitsing-van-woning-voor-arbeidsmigranten-in-strijd-met-bestemmingsplan [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-02-24 12:11:43 [post_modified_gmt] => 2021-02-24 11:11:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=24229 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 107 [max_num_pages] => 11 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => bc99eb13cd5c2ddc754c34ad8ec117bb [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:12613f9e0e0fb5c2a11dac06905d7410 [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Bij het huisvesten van arbeidsmigranten zien we het al vaak. De vraag of het huisvesten van arbeidsmigranten voldoet aan de ‘woonbestemming’ van het bestemmingsplan. Cruciaal is vaak de vraag of...
Lees meer
Huisvesting arbeidsmigranten De afgelopen maanden zijn er diverse blogs gepubliceerd over de huisvesting van arbeidsmigranten. Veel gemeenten worstelen met het huisvesten van arbeidsmigranten. Er wordt gezocht naar oplossingen. Onder meer...
Lees meer
Wist u dat u gemeentelijk beleid kunt laten toetsen door de rechter? We zien het nu veel bij huisvesting van arbeidsmigranten. Nieuw beleid. Veelal strenger, omdat gemeenten de huisvesting van...
Lees meer
Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten In verschillende blogs heb ik de afgelopen maanden gewezen op het belang van het bestemmingsplan bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Vaak speelt het bestemmingsplan...
Lees meer
Regionale actualiteiten huisvesting arbeidsmigranten. Het huisvesten van arbeidsmigranten en kamerbewoning staat weer volop in de aandacht. In deze blog zal ik kort de actualiteiten in de regio bespreken over het...
Lees meer
Wat is het woord van een wethouder waard? Of:  wat is het woord van een gemeenteambtenaar waard? Daarover heeft de hoogste bestuursrechter op 9 september 2020 een interessante uitspraak gedaan....
Lees meer
Zoals ik in eerdere blogs heb geschreven, heeft huisvesting van arbeidsmigranten in veel gemeenten prioriteit gekregen. Diverse gemeenten hebben inmiddels beleid ontwikkeld of zijn onderzoeken gestart. Met name omdat [oudere]...
Lees meer
Er bestaan in de praktijk hardnekkige misverstanden over kadastrale gegevens. Vaak worden kadastrale grenzen als eigendomsgrenzen gezien: “het Kadaster heeft deze grens toch vastgesteld!”. Veelal wordt de indruk gewekt dat...
Lees meer
Een erfdienstbaarheid kan een behoorlijke beperking zijn voor de eigenaar van een erf. Hij moet dulden dat een derde zijn erf gebruikt. Bijvoorbeeld voor een uitweg. Het komt daarom vaak...
Lees meer
In veel bezwaar- en beroepsprocedures stellen belanghebbenden aantasting van privacy aan de kaak. In de meeste gevallen zonder succes. Er wordt in deze bezwaar- en beroepsprocedures een strak onderscheid gemaakt...
Lees meer