Blog van medewerkers
- Hoe wordt ‘data’ gedefinieerd, welke data valt onder het bereik van deze overeenkomst
- Welke (type van) data(sets) worden gedeeld
- Welke partijen zullen data delen
- Welke partijen zullen (welke) data ontvangen
- Met welk doel wordt de data gedeeld
- Mag de data voor andere doeleinden worden gebruikt, zo ja onder welke voorwaarden
- Welke waarborgen gelden ten aanzien van de data en privacy
- In welke situaties en onder welke voorwaarden kan de overeenkomst worden beëindigd
- Welke afspraken blijven, ook na het eindigen van de overeenkomst, voortbestaan en hoe lang (bv vertrouwelijkheid van informatie, beschermingsmaatregelen met betrekking tot data en privacy).
Welke onderdelen zou een data sharing agreement moeten bevatten
Iedere overeenkomst kan uitgebreid of beperkt worden gehouden. Wanneer Nederlands recht van toepassing is op een overeenkomst, dan zijn veel aspecten al in de wet geregeld. Die zou je dus niet in de overeenkomst op hoeven te nemen. Dat houdt de omvang van de overeenkomst beperkt. Aan de andere kant is het wel handig om één document te hebben waar alle rechten en verplichtingen van partijen in staan. In een data sharing agreement zou tenminste opgenomen moeten zijn:- Partijen: wie zijn de partijen die betrokken zijn bij de overeenkomst; alleen voor hen bevat de overeenkomst bindende afspraken.
- Doel: in de overwegingen formuleer je waarom partijen deze overeenkomst sluiten. Dat lijkt overbodig maar zou later cruciaal kunnen blijken wanneer een derde (bijvoorbeeld een rechter) een overeenkomst moet uitleggen. De rechter kijkt dan niet alleen naar de tekst van de overeenkomst maar ook naar de bedoelingen van partijen bij het sluiten van de overeenkomst.
- Data: op welke data ziet deze overeenkomst. Formuleer dit zo dat een derde, die niet bij de totstandkoming van de overeenkomst is betrokken, begrijpt waar de overeenkomst betrekking op heeft.
- Vertrouwelijkheid: data is van waarde en dus moet deze goed beschermd worden. Soms hebben partijen eerst een Non-Disclosure Agreement (geheimhoudingsovereenkomst) gesloten. Deze ziet (meestal) op de periode van onderzoek van een samenwerking. Die periode eindigt met de data sharing agreement. En dus moet in de data sharing agreement een bepaling worden opgenomen over de geheimhouding tijdens en na het einde van de overeenkomst.
- Wie mag wat en onder welke voorwaarden: dit is de kern van de overeenkomst. Wie deelt welke data, wat mag de ontvanger daarmee en onder welke voorwaarden. Mag de ontvanger de data met derden (groepsbedrijven) delen?
- Nieuwe data: wat wanneer er met de data(set) nieuwe data(set) gecreëerd wordt? Wie heeft welke rechten daarbij?
Advies?
Wat kunnen wij voor u doen:- Opstellen van een data sharing agreement
- Controleren van een concept data sharing agreement
- Optreden wanneer een partij gehandeld heeft in strijd met afspraken in een data sharing agreement
[post_title] => Checklist data sharing agreement
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => data-sharing-agreement
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-03-10 11:48:05
[post_modified_gmt] => 2020-03-10 10:48:05
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19709
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 19626
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-03-03 09:33:02
[post_date_gmt] => 2020-03-03 08:33:02
[post_content] => Bij de inkoop van WMO-diensten en de inkoop van jeugdzorg zijn de belangrijkste instrumenten de overheidsopdracht en het open house. Hoewel het beeld van deze instrumenten in de Monitor gemeentelijke zorginkoop 2019 vrij stabiel is, lijkt er inmiddels een ontwikkeling gaande dat gemeenten meer en meer (gaan) kiezen voor een ‘selectieve’ inkoop van zorg oftewel de aanbesteding van een overheidsopdracht.
De vaak voorkomende spraakverwarring bij het door gemeenten benoemen van het instrument dat voor de inkoop van zorg wordt gehanteerd, mag bekend worden verondersteld. Het open house waarbij de overheid overeenkomsten sluit met elke ondernemer die tegen standaard voorwaarden en tarieven diensten levert, wordt nogal eens -onterecht- aanbesteden genoemd. Dit vermoedelijk samenhangend met dat andere misverstand dat aanbesteden in de zorg altijd verplicht zou zijn.
De kennis bij gemeenten over de verschillen tussen de bewuste instrumenten neemt toe. Dit gaat gepaard met een kritische houding van gemeenten over het open house. Gemeenten ervaren dat met het open house waarbij veel aanbieders tegelijk in beeld zijn, de transformatie in het sociaal domein en de noodzakelijke samenwerking in de zorg wordt bemoeilijkt. Het beperken van het aantal aanbieders wordt door gemeenten steeds belangrijker geacht. En ja, het kiezen van een zorgaanbieder of deze keuze wezenlijk beïnvloeden op basis van criteria betekent dat er dan ook ‘echt’ aanbesteed moet worden.
Voor u als zorgaanbieder betekent dit dat kennis van de regels voor het aanbesteden in het sociaal domein ook steeds belangrijker wordt. BG.legal kan u daarin bijstaan.
[post_title] => Update: meer aanbestedingen in de zorg
[post_excerpt] => Gemeenten gaan steeds meer kiezen voor selectieve inkoop van WMO-diensten, oftewel aanbesteding van een overheidsopdracht. Voor u als zorgaanbieder betekent dit dat kennis van de regels voor het aanbesteden in het sociaal domein ook steeds belangrijker wordt.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => update-meer-aanbestedingen-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-03-03 10:01:41
[post_modified_gmt] => 2020-03-03 09:01:41
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19626
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 19635
[post_author] => 19
[post_date] => 2020-03-02 15:36:46
[post_date_gmt] => 2020-03-02 14:36:46
[post_content] =>
Steeds meer gemeenten stellen strengere regels op voor het Nieuw beleid
Er zijn veel gemeenten bezig met het opstellen vanHandhaving
In sommige gemeenten gebeurt dat door een vergunningstelsel in het leven te roepen. Daarnaast worden verhuurders van panden waar arbeidsmigranten zijn gehuisvest, aangeschreven door de gemeente. Vaak omdat het gebruik in strijd is met hetStrijd met Europese regels?
Veel gemeenten worstelen met deze problematiek. Enerzijds is er een sterke behoefte aan arbeidskrachten. Het spreekt voor zich dat deze arbeidsmigranten ergens moeten wonen. Anderzijds klagen gemeente over overlast en willen zij het draagvlak onder de inwoners behouden. De behoefte om het huisvesten van arbeidsmigranten te reguleren is begrijpelijk. Echter kunnen regels ook te strak worden en daardoor in strijd zijn met bijvoorbeeld Europese wet- en regelgeving. Zo is het maar zeer de vraag of een gemeente mag eisen, bijvoorbeeld via een vergunning, dat arbeidsmigranten gehuisvest moeten zijn in de gemeente waar zij werken. Dat lijkt in strijd te zijn met het vrij verkeer van werknemers. Een arbeidsmigrant zou volgens de gemeentelijke eis namelijk alleen in aanmerking komen voor huisvesting als hij in die gemeente werkzaam is. Verordening 1612/68 stelt in artikel 9 onder andere dat een arbeidsmigrant uit een andere lidstaat dezelfde rechten en voordelen geniet als nationale werknemers inzake huisvesting. Bovendien brengt het beginsel van het vrij verkeer van personen ook met zich mee dat burgers van de EU-lidstaten vrij mogen reizen en zich mogen vestigen op het grondgebied van de EU. Daar kan weer van worden afgeweken als daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Het is maar zeer de vraag of daar sprake van is. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Neemt u dan gerust
Advocaat, specialist arbeidsmigranten
[post_title] => Steeds meer regels voor het huisvesten van arbeidsmigranten
[post_excerpt] => Steeds meer gemeenten worstelen met de regels voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Om draagvlak onder de inwoners van de gemeenten te behouden stellen zij steeds strengere regels op.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => steeds-meer-regels-voor-het-huisvesten-van-arbeidsmigranten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-03-04 08:46:17
[post_modified_gmt] => 2020-03-04 07:46:17
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19635
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 19622
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-02-28 09:59:33
[post_date_gmt] => 2020-02-28 08:59:33
[post_content] => Ook ondernemingen handelen soms in strijd met regels van de overheid. Tegen die overtredingen kan de overheid optreden. Een voorbeeld is bodemverontreiniging wat in strijd is met de Wet milieubeheer. De overheid kan dan handhavend optreden. Dat betekent dat de overheid bijvoorbeeld de verontreiniging zelf kan verhelpen en de kosten (van bestuursdwang) in rekening kan brengen bij de overtreder. Maar wat nu als de onderneming failliet gaat? Wie moet dan de kosten van de bestuursdwang betalen? Recent heeft de hoogste bestuursrechter zich hierover uitgesproken. Aan de orde komt ook de vraag of de curator in persoon aansprakelijk is voor die verbeurde kosten van bestuursdwang.
Een curator is aangesteld om het vermogen van de failliete onderneming te beheren en te vereffenen. Het is zijn taak om zoveel mogelijk geld in de boedel te krijgen, bijvoorbeeld door het verkopen van activa. Met dit geld probeert hij zoveel mogelijk schulden van de onderneming te betalen. Gedurende het faillissement heeft de curator de touwtjes van de onderneming in handen. Het faillissement betekent uiteraard niet dat er ook een einde komt aan een overtreding. De overheid kan ervoor kiezen om de verontreinig zelf te verhelpen. De kosten van deze bestuursdwang dient de overheid in bij de curator van de onderneming.
Het komt met enige regelmaat voor dat curatoren de kosten van bestuursdwang ontvangen. Al in een uitspraak van 23 juli 2014 oordeelde de Raad van State dat de kosten van een bestuursrechtelijke sanctie (zoals bestuursdwang) voor rekening van de boedel kunnen komen. Daarmee vormen de kosten van bestuursdwang een boedelschuld. Deze schuld kent een hogere rang dan de schulden die voor faillissement zijn ontstaan. De curator is er dan ook veel aan gelegen om deze kosten buiten de boedel te houden. Wanneer de curator de kosten kan voorkomen, dan zal hij graag tot actie overgaan.
Veel faillissementsboedels beschikken over te weinig geld om zelf tot actie te kunnen overgaan met een last onder bestuursdwang tot gevolg. Ook de kosten van de bestuursdwang blijven vervolgens onbetaald. Er zijn overheidsorganen die menen dat in dat geval de curator in eigen persoon voor de kosten moet opdraaien. We spraken dan niet meer over de curator in hoedanigheid, maar over de curator in eigen persoon. De overheid kleedt het besluit dan zo in dat de boete ook op de curator in persoon betrekking heeft. De Raad van State (de hoogste bestuursrechter) heeft in een uitspraak van 26 februari 2020 geoordeeld dat de curator in persoon niet gehouden is de kosten te voldoen.
De Raad van State meent dat de curator in hoedanigheid verantwoordelijk is voor de onderneming. Dat betekent dat de curator in hoedanigheid ook een overtreder van de wet (artikel 5:1 Awb) kan zijn. De boedel zal dan de kosten van bestuursdwang moeten betalen. De curator in persoon is echter geen overtreder, omdat de curator in eigen persoon de boedel (van de onderneming) niet vertegenwoordigt.
De conclusie is dat de overheid wel een curator in hoedanigheid een boete kan opleggen, maar niet de curator in eigen persoon. De betalingsverplichting rust daarmee alleen bij de boedel.
[post_title] => Curator niet in persoon aansprakelijk voor de kosten van bestuursdwang
[post_excerpt] => Het heeft geen zin om de kosten van bestuursdwang op curatoren in eigen persoon te verhalen, aldus de Raad van State. De curator is alleen in hoedanigheid overtreder
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => curator-niet-in-persoon-aansprakelijk-voor-de-kosten-van-bestuursdwang
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-01-03 10:07:48
[post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:07:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19622
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 19275
[post_author] => 17
[post_date] => 2020-01-30 10:20:21
[post_date_gmt] => 2020-01-30 09:20:21
[post_content] => Met de inmiddels bekende AVG doet zich een interessante strijd voor tussen twee leerstukken: het recht op kennis over schuldenproblematiek vs. het recht om vergeten te worden.
Wat is het doel van een BKR-registratie?
Kredietverstrekkers zijn wettelijk verplicht om elke lening aan te melden bij Stichting BKR (Bureau Krediet Registratie). Het achterliggende doel van Stichting BKR is NederlandHoe pakt het uit in de praktijk?
De voorzieningenrechter te Amsterdam deed vorig jaar een
[post_title] => BKR en het recht om vergeten te worden
[post_excerpt] => Wanneer je met een BKR-registratie te maken krijgt, is dit heel vervelend. Rechtbank Amsterdam deed vorig jaar een uitspraak over een verzoek om verwijderd te worden uit het BKR-register.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bkr-en-het-recht-om-vergeten-te-worden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-01-30 16:39:55
[post_modified_gmt] => 2020-01-30 15:39:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19275
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 19078
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-01-27 12:31:00
[post_date_gmt] => 2020-01-27 11:31:00
[post_content] => Kennisdocumenten Premiedifferentiatie WW
De premiedifferentiatie die de
[post_title] => De meedenkende, betalende Overheid: Werkgevers doe er uw voordeel mee!
[post_excerpt] => De premiedifferentiatie die de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) met zich mee heeft gebracht is inmiddels een feit. Hierbij een aantal belangrijke door de Overheid opgestelde kennisdocumenten.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-meedenkende-en-meebetalende-overheid
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-01-28 09:53:29
[post_modified_gmt] => 2020-01-28 08:53:29
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19078
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 19066
[post_author] => 19
[post_date] => 2020-01-23 13:48:28
[post_date_gmt] => 2020-01-23 12:48:28
[post_content] => Eén van de gronden voor het beëindigen van een huurovereenkomst betreft ‘dringend eigen gebruik’. Op 10 januari 2020 heeft de rechtbank Rotterdam zich uitgesproken over een verzoek op die grond door Vestia. Een kwestie die al de nodige publiciteit heeft gekregen. Uit deze uitspraak blijkt maar weer eens dat een verzoek op grond van ‘dringend eigen gebruik’ is onderworpen aan een strenge toets. Het gevolg van die strenge toets: Vestia mag 17 huurovereenkomsten niet beëindigen.
Wat was het geval?
Vestia verhuurt woningen in de Tweebosbuurt in Rotterdam. Huurder woont al sinds 1985 in één van die woningen in de Tweebosbuurt. In 2011 en de jaren daarna heeft de gemeente Rotterdam een herstructureringsplan opgesteld voor de wijken in Rotterdam-Zuid, waaronder de Tweebosbuurt. Huurder krijgt in 2018 een brief van de gemeente. In die brief staat dat de gemeente en Vestia de woningen in de Tweebosbuurt willen gaan vernieuwen. De woningen zijn oud en voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. In deze brief staat dat de woning van huurder zal worden gesloopt en huurder daarom moet verhuizen. De gemeente en Vestia sluiten vervolgens een samenwerkingsovereenkomst die ziet op ‘het project Tweebosbuurt’.Het beroep op ‘dringend eigen gebruik’
Vestia zegt vervolgens de huurovereenkomst op, op grond van dringend eigen gebruik: ‘Vestia heeft de door u gehuurde woning dringend nodig voor eigen gebruik, nu het vernieuwingsproject van de Tweebosbuurt met zich meebrengt dat de door u gehuurde woning wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Daarom kunnen wij de huurovereenkomst met u niet voortzetten. De huurder heeft niet ingestemd met deze opzegging. Een procedure bij de kantonrechter volgt. Vestia legt aan haar vordering te grondslag dat het eigen gebruik bestaat uit de sloop van de woning van huurder ten behoeve van de herontwikkeling van het perceel waar de woning van huurder deel uitmaakt. De werkzaamheden zijn onderdeel van de herstructurering van het gebied Tweebosbuurt.Wat vindt de kantonrechter?
Vestia heeft ervoor gekozen om haar vordering in te stellen op grond van artikel 7:274 lid 1 sub c BW (beëindiging huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik) en niet op artikel 7:220 BW (voortzetting huurovereenkomst na sloop/renovatie). Die keuzevrijheid biedt de wetgever (artikel 7:220 lid 4 BW). Dat heeft tot gevolg dat het strenge beoordelingsregime van het dringend eigen gebruik van toepassing is. Die toets valt niet in het voordeel van Vestia uit. Binnen het wettelijk kader kan sloop een reden zijn om de huurovereenkomst te beëindigen. Bijvoorbeeld als de exploitatie van de woningen aanzienlijke verliezen oplevert. Stedenbouwkundige ontwikkeling op zichzelf (zonder bijkomende omstandigheden) is geen grond voor dringend eigen gebruik. In deze procedure is de (al dan niet slechte) staat van de woningen geen onderdeel van het juridisch debat en dus niet vast komen te staan. Uit de stukken waarop Vestia haar dringend eigen gebruik baseert, komt wel telkens naar voren dat ook de slechte staat van de woningen in de Tweebosbuurt aanleiding is voor de voorgenomen sloop. Maar Vestia heeft de vordering hier niet op gebaseerd. Het speelt dan ook geen rol bij de beoordeling van de vordering van Vestia. Daar komt ook bij dat de bewoners feitelijk niet zijn erkend in het gehele traject. Vestia heeft te weinig aandacht gehad voor de gevolgen die huurder zou ondervinden van deze herstructurering en huurbeëindiging. Zo is bijvoorbeeld niet gekeken of huurder een andere woning kond terugkrijgen. En dat terwijl Vestia als kerntaak heeft om ervoor te zorgen dat personen in verband met hun lage inkomen goed en betaalbaar kunnen wonen.Wat is hiervan de relevantie voor de praktijk?
- Deze uitspraak bevestigt het strenge beoordelingsregime dat geldt voor dringend eigen gebruik. Maar wat interessant is, is het feit dat Vestia gekozen heeft voor deze grondslag. Vestia had ook kunnen kiezen voor voortzetting van de huurovereenkomst na sloop/renovatie. Dat heeft als gevolg dat de zware toets van dringend eigen gebruik niet geldt. Het gevolg is wel dat de huurovereenkomsten voortgezet moeten worden na sloop/renovatie. In de praktijk zal de verhuurder dus goed moeten overwegen welke weg hij kiest.
- Ten aanzien van dringend eigen gebruik heeft te gelden dat sloop als vorm van dringend eigen gebruik is erkend. Vestia heeft in deze procedure telkens de slechte staat van de woningen aangevoerd, maar vervolgens niet ten grondslag gelegd aan haar vordering. Voor de praktijk is relevant dat niet alleen de juiste grondslag wordt gekozen, ook dat de relevante feiten ter onderbouwing van die grondslag naar voren worde gebracht. Mogelijk was het oordeel van de kantonrechter anders geweest wanneer die slechte staat ook aan de vordering ten grondslag zou zijn gelegd.
- Voor een woningbouwcorporatie [toegelaten instelling] geldt bovendien dat zij als kerntaak heeft ervoor te zorgen dat personen in verband met hun lage inkomen goed en betaalbaar kunnen wonen. Voor een corporatie geldt dus des te meer dat zij de belangen van de huurders betrekt in de besluitvorming. De gevolgen die huurders ondervinden zijn van belang. Met name het moeilijk kunnen vinden van een andere sociale huurwoning steelt een belangrijke rol.
[post_title] => Beroep op ‘dringend eigen gebruik’ door woningbouwcorporatie Vestia slaagt niet
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => beroep-op-dringend-gebruik-vestia-slaagtniet
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-01-28 08:52:35
[post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:52:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19066
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 19054
[post_author] => 16
[post_date] => 2020-01-23 13:25:26
[post_date_gmt] => 2020-01-23 12:25:26
[post_content] =>
De december en januari maand was wederom de tijd van gezellige recepties, borrels en etentjes met……wijn.
Niets mis mee maar helaas is toch weer gebleken dat er in die periode eerder achter het stuur wordt gekropen met alcohol op. Het Letselschade inzittende
De passagier spreekt de bestuurder aan voor zijn letselschade. Had de passagier wel mee moeten rijden terwijl hij wist dat de bestuurder onder invloed was? Heeft hij dan nog wel recht op vergoeding van zijn letselschade? Het isBewijslast omkering
Een bestuurder onder invloed van alcohol isGeen dekking op Schadeverzekering Inzittenden [SVI] voor de bestuurder
Mogelijk is er op de autoverzekering een SVI dekking. Dit betekent dat ook de letselschade van een bestuurder is gedekt ook al is hijzelf aansprakelijk voor het ontstaan van het ongeval. Als de bestuurder die gedronken heeft ook letsel heeft is zijn letselschade echter niet gedekt. Alcoholgebruik tijdens het rijden is een uitsluiting op de verzekering.WAM verzekeraar vordert betalingen aan slachtoffers terug bij de bestuurder
Wettelijk moet de autoverzekeraar de slachtoffers [inzittenden of andere verkeersdeelnemers] schadeloos stellen ook als er sprake is van alcoholgebruik van hun verzekerde [de bestuurder]. Als alcoholgebruik vast staat zal de verzekeraar de betalingen terugvorderen bij de bestuurder/verzekeringnemer. Bij ernstig blijvend letsel bij de inzittende en/of andere verkeersdeelnemers, zijn dit gigantische bedragen en kan dit degene die onder invloed een ongeval heeft veroorzaakt dus financieel ruïneren.Strafrecht
De bestuurder die onder invloed heeft gereden zal vervolgd worden en heeft dus voortaan een strafblad. Rechtbank Limburg heeft onlangs een bestuurder veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en 5 jaar rijontzegging. Onder invloed van alcohol heeft hij een dodelijk ongeval veroorzaakt. Los van de bovenstaande consequenties zal degene die onder invloed van alcohol een ongeval veroorzaakt waardoor er slachtoffers zijn met ernstig letsel [of slachtoffers die zijn overleden] verder moeten leven met deze last. Laat je daarom voortaan rijden en breng anderen [en jezelf]
[post_title] => Glaasje op? Laat je rijden. En stap niet in bij een chauffeur die ook gedronken heeft.
[post_excerpt] => Het aantal verkeersongevallen waarbij alcohol in het spel is stijgt in deze maanden. Met vaak letsel ook bij inzittenden. Is de letselschade verhaalbaar? Wat kunnen de gevolgen zijn voor bestuurder en inzittende?
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => glaasje-op-laat-je-rijden-en-stap-niet-in-bij-een-chauffeur-die-ook-gedronken-heeft
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-01-28 08:52:36
[post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:52:36
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19054
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 18947
[post_author] => 6
[post_date] => 2019-12-23 11:01:11
[post_date_gmt] => 2019-12-23 10:01:11
[post_content] => Het komt in de praktijk regelmatig voor. Een IT leverancier krijgt opdracht om een softwarepakket te installeren. Vaak begint het met een onderzoek waarin de leverancier en beoogd afnemer gaan kijken of het software pakket past bij de wensen en behoeften van de afnemer. Daarvoor heeft de klant soms een lijstje gemaakt met de functionele vereisten waar het nieuwe software pakket aan moet voldoen. In overleg met de afnemer maakt de leverancier dan vaak een scope document. In dat document wordt beschreven waar de te leveren software aan moet voldoen, hoe het ontwikkel- en implementatietraject eruit gaat zien, wat de planning is, wat van de afnemer wordt verwacht, etc. Soms kiezen partijen voor een andere manier van werken: agile (scrum). Daarbij gaat het minder om de documentatie en meer om het inspelen op (onverwachte) ontwikkelingen tijdens het proces.
Hoe dan ook, uiteindelijk moet de leverancier de software opleveren. En dan kan het voor komen dat de afnemer niet tevreden is. Soms gebeurt dat al eerder omdat de afnemer al eerder in het traject ontevreden is, bijvoorbeeld omdat het project vertraging heeft opgelopen. Het gevolg kan zijn dat de afnemer van de overeenkomst af wil. Hij wil de overeenkomst dan beëindigen, de betaalde bedragen terug betaald krijgen, geen nieuwe facturen meer ontvangen en mogelijk zelfs een vergoeding ontvangen voor geleden schade.
Ingebrekestelling – verzuim – ontbinding overeenkomst
En dan komen juristen in beeld en wordt de overeenkomst erbij gepakt. Rechten en verplichtingen van de leverancier en de afnemer zijn vastgelegd in de overeenkomst. Daarnaast zijn waarschijnlijk algemene voorwaarden en Nederlands recht van toepassing verklaard. Ook daar zijn rechten en verplichtingen in te vinden. Op basis van dat geheel moeten partijen hun strategie en acties bepalen. Wanneer de afnemer van de overeenkomst af wil, dan zal deze de overeenkomst moeten ontbinden. Onder bepaalde voorwaarden kan dit. Daarvoor is vereist dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de leverancier. Bij de implementatie van software wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘maatwerk’ software en ‘standaard’ software. Hoe meer maatwerk elementen er zijn, hoe meer een afnemer moet accepteren dat trajecten vertraging op kunnen lopen omdat ze ingewikkeld zijn. Bij standaard software (‘van de plank’) mag de afnemer verwachten dat de leverancier toezeggingen (over functionaliteit, planning, etc.) strikt nakomt. De drempel om te kunnen ontbinden is afhankelijk van wat partijen daar over hebben afgesproken. Wanneer er niets is afgesproken, dan geldt het wettelijk uitgangspunt. Artikel 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij de andere partij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst te ontbinden. Dit tenzij het maken van een uitzondering hierop gerechtvaardigd is. De andere partij moet daarvoor wel in verzuim zijn. Dit betekent dat een laatste gelegenheid moet zijn gegeven om alsnog verplichtingen na te komen. Dit is door de Hoge Raad[1] zo uitgelegd dat slechts een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op (gehele of gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst. Soms wordt in een overeenkomst (of algemene voorwaarden) een hogere drempel gecreëerd. In het eerdergenoemde arrest van de Hoge Raad is aangegeven dat partijen een hogere drempel kunnen creëren. Bijvoorbeeld door overeen te komen dat de overeenkomst alleen ontbonden kan worden bij het schenden van een ‘material obligation’. Degene die de overeenkomst ontbindt moet stellen en bewijzen dat sprake is van schending van een wezenlijke verplichting. Dit is recent nog overwogen door het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch[2] in een procedure tussen het Tweesteden ziekenhuis en Alert.Stichting Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis / Alert Life Sciences Computing B.V
Deze zaak heeft al tot verschillende uitspraken geleid. Het meest recent is de uitspraak van 17 december 2019 van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. De zaak is gelinked aan de procedures tussen Alert en het Jeroen Bosch ziekenhuis. In die zaak is de meest recente uitspraak het arrest van 23 maart 2018 van de Hoge Raad. Alert had, in opdracht van het ziekenhuis, software ontwikkeld en geïmplementeerd. In de uitspraak van het hof ’s-Hertogenbosch gaat het (nog) om de vraag of het ziekenhuis de overeenkomst gerechtvaardigd heeft ontbonden. Het ziekenhuis heeft de overeenkomst ontbonden omdat er sprake was van vier tekortkomingen. Het hof somt de gestelde tekortkomingen op: ‘De eerste tekortkoming heeft betrekking op de kwaliteit van de software. Deze bevat niet de overeengekomen functionaliteiten, kent ernstige ontwerpfouten en is ongeschikt voor de Nederlandse markt. Ten tweede is Alert tekortgeschoten omdat zij het Implementatieplan en de daarin opgenomen implementatieaanpak niet heeft gevolgd. Ten derde is Alert tekortgeschoten omdat haar projectorganisatie en projectmanagement inadequaat is. De vierde tekortkoming ziet op de in het Implementatieplan gestelde termijnen. Alert heeft continue deadlines niet gehaald, waardoor het project substantieel is vertraagd.’ Het hof herhaalt dat Alert zich heeft verbonden tot levering, ontwikkeling en implementatie van door hen vervaardigde complexe software. De door het hof ingeschakelde deskundigen hebben geconcludeerd dat het ging om een implementatieproject inclusief gespecifieerde aanpassingen in de software. Daarbij geldt dat partijen niet gelijkwaardig waren. Alert is de deskundige. Ook het gegeven dat het ziekenhuis een adviesbureau had ingehuurd voor de begeleiding, maakt dit niet anders. Deze niet gelijkwaardige positie heeft grote gevolgen. Zo oordeelt het hof bijvoorbeeld dat het niet functioneren van de stuurgroep, met het ziekenhuis als voorzitter en secretaris, toch een verantwoordelijkheid is van Alert omdat zij een leidende rol heeft in het project.‘in breach or default of any of its material obligations’?
Niet halen go- live datum
Het ziekenhuis stelt dat zij op die grond heeft kunnen ontbinden. Het hof had al in een eerder arrest[3] overwogen dat ‘de Go-Live datum van 31 maart 2012 een fatale termijn impliceert en dat de tussentijdse opleverdata niet geheel vrijblijvend zijn, omdat die zijn opgenomen met het oog op die fatale termijn. Het niet-halen van de tussentijdse opleverdata, althans de duur van de overschrijding, kan de ontbinding van de overeenkomst dus rechtvaardigen’. Het hof overweegt dat het niet halen van de Go-Live datum in redelijkheid als een schending van ‘material obligations’ mag worden opgevat. Immers, het ziekenhuis had naar voren gebracht dat zij er groot belang bij had dat de planning van Alert c.s. ‘hard’ was en dat vertragingen voor het ziekenhuis problematisch waren. Alert heeft nog gesteld dat de inbreng van het ziekenhuis onvoldoende was waardoor vertraging is opgelopen. Het hof verwerpt dit en overweegt dat Alert bij het opstellen van het implementatieplan een te volgzame rol heeft gespeeld en ook haar leidende rol onvoldoende in de stuurgroep tot uitdrukking heeft laten komen. Ook het hof is van oordeel dat er bij Alert sprake was van slecht projectmanagement. Dit kwam door het ‘vertrek van de Nederlandse projectleider van Alert Nederland, de talrijke wisselingen in het management van Alert c.s. (met name van Alert Nederland), de slechte communicatie tussen Alert Nederland en Alert Portugal en het voortdurend niet nakomen van afspraken door Alert c.s..‘anticipatory breach’
Door het ziekenhuis is gesteld dat zij de overeenkomst kon ontbinden omdat vast stond dat Alert toch niet meer kon nakomen zonder tekortkoming. De wet kent de mogelijkheid van ‘anticipatory breach’. Artikel 6:80 BW bepaalt dat de gevolgen van niet-nakoming intreden wanneer duidelijk is dat nakoming zonder tekortschieten onmogelijk zal zijn of wanneer de schuldenaar aangeeft dat hij niet na zal komen. Het hof overweegt dat het ziekenhuis zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zij de overeenkomst mocht ontbinden omdat vaststaat dat nakoming zonder tekortkoming onmogelijk zal zijn. Daarbij speelden een rol:- dat de fatale Go-Live datum niet meer haalbaar was.
- de reeds opgelopen vertragingen en de hoeveelheid nog te verwachten werkzaamheden.
- dat de voortgang van het project ernstig werd belemmerd doordat de projectorganisatie en projectmanagement van Alert c.s. inadequaat was.
- dat Alert de fout had begaan in te stemmen met de demonstratie van de medicatiefunctionaliteit. Hierdoor ontstond er binnen het ziekenhuis de vrees dat het project geen succes zou worden. Deze is vrees is later gerechtvaardigd gebleken.
Mocht het ziekenhuis betaling van facturen opschorten?
Het ziekenhuis had betaling van verschillende facturen opgeschort omdat zij ontevreden was over de planning. Als reactie daarop had Alert personeel van het project gehaald. Het hof oordeelt dat het ziekenhuis gerechtvaardigd betaling had opgeschort. Immers het was aan Alert te wijten dat het project niet opschoot.Moet Alert nu alle ontvangen bedragen terugbetalen aan het ziekenhuis?
Omdat het ziekenhuis de overeenkomst heeft ontbonden, vordert zij terugbetaling van alle bedragen die zij betaald heeft aan Alert. Dit volgt uit de wettelijke ongedaanmakingsverplichtingen na het ontbinden van een overeenkomst. Het ziekenhuis vordert terugbetaling van in totaal € 4.620.253,97. Dit bedrag is als volgt samengesteld: totaal voor verrichte diensten: € 1.126.738,84 en totaal voor licenties: € 3.493.515,13.Moet Alert daarnaast een aanvullende schadevergoeding betalen?
Het ziekenhuis vordert, naast terugbetaling van debetaalde facturen, ook een aanvullende schadevergoeding. Indien er geen beperking van aansprakelijkheid zou zijn opgenomen, dan zou het ziekenhuis ook een aanvullende schadevergoeding kunnen vorderen. In de overeenkomst is echter een bepaling opgenomen die de aansprakelijkheid van Alert beperkt tot de betaalde bedragen en tot directe kosten. Daarom beperkt het ziekenhuis haar schadevergoeding tot € 4.620.253,97, zijnde het bedrag dat is betaald. De overeenkomst is in het Engels en dus, zo overweegt het hof, ‘mag acht worden geslagen op de perceptie van partijen van de daarin gebruikte Engelse termen’. Bij de uitleg van de overeenkomst speelt een rol dat het concept is gemaakt door de leverancier (Alert), dat over bepaalde bepalingen niet expliciet is gesproken en dat beide partijen professionele partijen zijn. Het hof oordeelt dat het ziekenhuis eenmaal een vergoeding kan vorderen uit welke hoofde dan ook bij beëindiging van de overeenkomst. Het ziekenhuis kan niet ‘tweemaal’ het bedrag van € 4.620.253,97 vorderen zoals zij doet. Daarbij spelen een rol de volgende passages uit de overeenkomst:- Alert is op zijn hoogst aansprakelijk tot ‘an amount equal to the sum of the fees paid by the customer to Alert under this agreement’
- The limitation of liability as provided herein reflects the allocation of risk and the material inducement for Alert to enter this agreement;
- De beperking van de aansprakelijkheid geldt ‘for claims under and in connection with this agreement, whether for liability in contact, tort or otherwise’.
Mag Alert een beroep doen op deze contractuele beperking van aansprakelijkheid?
Het ziekenhuis had nog gesteld dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid dat Alert een beroep kan doen op dit exoneratiebeding (beperking van aansprakelijkheid). Het hof is het daar niet mee eens. Dit zou alleen anders zijn wanneer er aan de zijde van Alert sprake zou zijn van opzet of bewuste roekeloosheid.Wat betekent dit voor de praktijk
1. Voor een leverancier van software
- Als leverancier bent u de deskundige en moet u leidinggeven aan het project. Een slecht projectmanagement zal aan u worden verweten.
- Het loont om in een overeenkomst de aansprakelijkheid te beperken. Wanneer dit expliciet in de overeenkomst is opgenomen (niet alleen wegstoppen in algemene voorwaarden) en wanneer dit wordt besproken in de contractonderhandelingen, dan is een afnemer hieraan gebonden.
- Ook bij complexe software kan het niet halen van opleverdata / testdata juridische gevolgen hebben. Wanneer het project vertraging oploopt, en de afnemer kan daar een verwijt van worden gemaakt, leg dit dan vast en leg ook vast dat in onderling overleg de planning wordt aangepast.
2. Voor een afnemer van software
- Voorkom dat u verantwoordelijkheid voor het projectmanagement naar u toe haalt. Laat deze liggen bij de leverancier.
- Het onderhandelen over contractsbepalingen heeft ook een nadeel. Wanneer bepalingen expliciet zijn besproken, dan bent u daar meer aan gebonden dan wanneer het ‘standaard’ bepalingen zijn in het modelcontract van de leverancier.
- Wanneer u bij een wanprestatie van de leverancier ook een aanvullende schadevergoeding wilt kunnen vorderen, dan moet u dat expliciet in de overeenkomst vastleggen. Zeker met buitenlandse contractspartijen.
- Wanneer de leverancier opleverdata/testdata niet haalt, en dit heeft grote gevolgen voor u, leg dit goed vast.
- Wanneer een datum een ‘fatale’ (uiterste) datum moet zijn, dan moet u dat uitdrukkelijk zo benoemen. Zie ook een eerder blog hierover.
[post_title] => Europese perspectieven op AI medische hulpmiddelen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => europese-perspectieven-op-ai-medische-hulpmiddelen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-03-12 11:35:00
[post_modified_gmt] => 2020-03-12 10:35:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19759
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1495
[max_num_pages] => 150
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 2ae21a0da5aa97c89a3480b1ccb2dfb0
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:263ba9fedc782a335a53c8eb30427a88
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
10 mrt 2020
03 mrt 2020
30 jan 2020








