Blog van medewerkers
- Het is nog steeds mogelijk om een merk te registreren met daarin woorden die verband houden met het product of de dienst. Voorwaarde is dat er enige afstand wordt gehouden en dat dus een denkoefening in verschillende stappen gemaakt moet worden en een intellectuele inspanning moet worden geleverd.
- Wanneer een concurrent een merk heeft geregistreerd en daardoor beschrijvende termen probeert te monopoliseren, dan kunt u daar tegen optreden.
[post_title] => Vernietiging van een ingeschreven merk: hoe dan?
[post_excerpt] => Een merkregistratie is van groot belang. Op deze manier kunt u uw merk het beste beschermen tegen namakers en meelifters. Pas na een merkregistratie kan er pas sprake zijn van inbreuk. Dit geldt voor u en uw concurrent.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => vernietiging-van-een-ingeschreven-merk-hoe-dan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-20 15:22:10
[post_modified_gmt] => 2020-05-20 13:22:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20592
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 20578
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-05-19 13:03:39
[post_date_gmt] => 2020-05-19 11:03:39
[post_content] => Wat zijn de gevolgen van een pilotovereenkomst software? Moet ik in gebreke stellen of kan ik volstaan met de constatering dat toch niet nagekomen kan worden? Wat is de waarde van een interne beoordeling van een softwareproduct door medewerkers van de afnemer?
Tussen softwareleverancier Otys en Ordina was een pilotovereenkomst tot stand gekomen. Otys zou een bestaand product (Otys Go!) bij Ordina implementeren. Daarbij zou het worden aangepast aan de wensen van Ordina. Na de pilot zou een go/no go beslissing worden genomen over een meerjarige licentie- en onderhoudsovereenkomst.
In de pilotovereenkomst was opgenomen dat Otys garandeert dat ‘de Programmatuur efficiënt, deugdelijk en onderling samenhangend is geschreven’ en ‘de structuur van de Programmatuur zodanig is dat – in het geval de Programmatuur wordt gewijzigd – deze met behulp van beperkte middelen en met behoud van de overeengekomen functionaliteit kan worden aangepast’.
Ordina is niet tevreden over de pilot, heeft het vertrouwen verloren, weigert rekeningen van Otys te betalen en ontbindt de overeenkomst. Zij stelt dat Otys de verplichting niet kan nakomen en dat zij daarom de overeenkomt kan ontbinden (en dus de facturen niet hoeft te betalen).
Het hof overweegt[1]:
- Dat ontbinding alleen mogelijk is wanneer sprake is van een tekortkoming die of blijvend onmogelijk is of waarbij sprake is van verzuim;
- Dat alleen sprake is van verzuim na een ingebrekestelling
- Dat Ordina Otys niet in gebreke heeft gesteld.
- Ordina stelt dat zij, op grond van haar algemene voorwaarden, niet in gebreke hoefde te stellen omdat ‘Ordina kon voorzien dat redelijkerwijs niet kon worden nagekomen’.
- Dat Ordina bewijs moet leveren van die stelling.
- Dat, ondanks toezegging, geen sprake is van ‘plug and play’ software
- Dat veel aanpassingen in de software nodig waren die niet eenvoudig te realiseren waren
- Dat de programmatuur ingrijpend moest worden gewijzigd en er aparte interfaces moesten worden geschreven
- Dat de documentatie mager was
- Volgens een rapportage van eigen medewerkers voldeed de software daarmee niet aan de overeengekomen garanties.
- Op Otys rustte een zorgplicht en op basis daarvan had zij Ordina moeten waarschuwen voor de discrepantie tussen wat partijen waren overeengekomen en haar product.
- Dat de pilot juist bedoeld was om te beoordelen of Ordina tot aanschaf over zou gaan
- Dat wanneer de beslissing negatief uitvalt dit niet betekent dat de afspraken niet zijn nagekomen of sprake is van dwaling
- Dat niet is overeengekomen dat sprake is van ‘plug and play’ software waarbij geen maatwerkaanpassingen nodig zijn
- Dat Ordina veel eerder twijfels had moeten uiten (mede gezien de redelijkheid en billijkheid)
- Dat uit een deskundigenrapport blijkt dat de software ‘zonder haperingen’ werkt.
- Dat in de overeenkomst niet de eis is opgenomen dat de apparatuur zonder veel aanpassingen ‘plug and play’ zou moeten werken;
- Dat Ordina niet ervan uit had mogen gaan dat er geen of nauwelijks werkzaamheden nodig waren om de functionaliteiten werkzaam te krijgen
- Ordina had niet mogen verwachten dat de software vrijwel zonder bijkomende werkzaamheden in de bestaande software omgeving van Ordina geïntegreerd kon worden. Als dat zo belangrijk was dan had zij dat concreter en nauwkeuriger moeten bedingen.
- Dat onvoldoende is gebleken dat de software van zodanige kwaliteit was dat deze ook na aanpassingen niet aan de garanties zou voldoen. Het rapport van de eigen medewerkers wordt als niet objectief terzijde geschoven.
- Ordina kan slecht één email tonen waarin wordt geklaagd over koppelingen.
- Dat Ordina Otys onvoldoende de mogelijkheid heeft geboden te reageren op klachten.
Conclusie
Het hof concludeert dat Ordina zich niet kan beroepen op ontbinding van de overeenkomst. Daarmee blijft de overeenkomst in stand. Ordina heeft de overeenkomst niet opgezegd of op een andere manier beëindigd. Ordina wordt veroordeeld om de onbetaalde facturen, vermeerderd met rente en kosten, te betalenWat betekent deze uitspraak voor de praktijk:
- In een gerechtelijke procedure wordt teruggegrepen op de vastlegging van prestaties. Wanneer de op te leveren software aan bepaalde functionaliteiten (‘plug and play’) moet voldoen, dan moet helder worden vastgelegd.
- Partijen moeten aandacht besteden aan de formulering van verwachtingen en eisen. Deze moeten voor een derde duidelijk zijn. Laat deze daarom lezen door een onafhankelijke, kritische derde. Is het voor deze helder? Verifieer of deze derde de tekst op eenzelfde manier leest/uitlegt als beoogd is. Zo niet, dan is de tekst niet duidelijk.
- Wanneer partijen de op een agile manier werken is dit nog lastiger. Dan wordt nog meer gevergd van de tussentijdse verslaglegging en toetsing aan een onafhankelijke, kritische blik van een derde.
- Als opdrachtgever: besteed aandacht aan de overeenkomst en de ingebrekestelling. Dat heeft Ordina onvoldoende gedaan en daarom gaat zij nu nat. Verwachtingen/eisen aan de software moeten zo concreet en nauwkeurig mogelijk worden geformuleerd. Wanneer je klachten hebt, houdt hoor en wederhoor. Documenteer klachten over de werkzaamheden/ het geleverde werk.
- Als opdrachtnemer: manage verwachtingen, besteed aandacht aan een goede vastlegging van verwachtingen, garanties en toezeggingen.
Wat kunnen wij voor u betekenen:
- Wij kunnen die onafhankelijke, kritische blik zijn bij de formulering van overeenkomsten, sommaties, ingebrekestellingen en ontbindingsverklaringen.
- Wij adviseren u bij de totstandkoming, uitvoering en beëindiging van software gerelateerde overeenkomsten.
[post_title] => Nakoming verplichtingen uit een pilotcontract software
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => nakoming-verplichtingen-uit-een-pilotcontract-software
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-19 13:11:49
[post_modified_gmt] => 2020-05-19 11:11:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20578
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 20484
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-05-19 12:42:14
[post_date_gmt] => 2020-05-19 10:42:14
[post_content] => De Renovatieversneller
Nederlandse woonwijken moeten sneller, efficiënter en betaalbaar verduurzamen. Om dit mogelijk te maken opent de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) de subsidieregeling De Renovatieversneller. Deze regeling is bestemd voor beproefde projecten waarin corporaties of andere woningeigenaren, samen met een of meerdere aanbieder(s) meerjarig, op grote schaal én met een gestandaardiseerde aanpak renovaties uitvoeren. De regeling opent op 29 juni 2020. In totaal is € 100 miljoen beschikbaar, verdeeld over vier jaar. Hiervan is in 2020 een bedrag van 20 miljoen beschikbaar. Aanvragen voor de subsidie concurreren met elkaar op criteria als het aantal woningen in het renovatieproject, de verwachte kostenverlaging, deVoorwaarden
Samenwerkingsverbanden van woningeigenaren zoals corporaties, VvE’s, particuliere verhuurders, en individuele woningeigenaren kunnen een
[post_title] => De renovatieversneller: Versnelling subsidiëring duurzame renovatie huurwoningen
[post_excerpt] => Nederlandse woonwijken moeten sneller, efficiënter en betaalbaar verduurzamen. Om dit mogelijk te maken opent de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) de subsidieregeling De Renovatieversneller.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-renovatieversneller-versnelling-subsidiering-duurzame-renovatie-huurwoningen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-19 12:42:14
[post_modified_gmt] => 2020-05-19 10:42:14
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20484
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 20114
[post_author] => 39
[post_date] => 2020-05-19 12:22:07
[post_date_gmt] => 2020-05-19 10:22:07
[post_content] => De coronacrisis heeft zijn weerslag op de huurmarkt. Om te voorkomen dat huurders van woonruimte op straat belanden wegens het niet (tijdig) kunnen betalen van de huurprijs hebben de minister van Milieu en Wonen en enkele verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen afspraken gemaakt.
Spoedwet verlenging tijdelijke huurcontracten
De spoedwet is sinds 25 april 2020 in werking getreden. De wet ziet enkel op tijdelijke huurovereenkomsten als bedoeld in artikel 7:271 lid 1 BW, waarvan de huurperiode verstrijkt tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020. De wet biedt dus geen mogelijkheid om huurovereenkomsten op grond van het Leegstandswet-regime te verlengen. De wet werkt terug tot en met 1 april 2020 en biedt huurders en verhuurders de mogelijkheid om eenmalig de huurovereenkomst met een maximum van drie maanden te verlengen. In afwijking van het in artikel 7:271 BW bepaalde ontstaat er geen huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.Akkoord verhuurdersorganisaties
De verhuurorganisaties Aedes, IVBN, Kences, Vastgoed Belang (goed voor zo’n 80% van de huurmarkt voor woonruimtes) zijn met de minister diverse tijdelijke maatregelen overeengekomen. Het doel is om geen enkele huurder van een woonruimte op straat te zetten tijdens de crisis. In principe gaan de verhuurders die aangesloten zijn bij de bovengenoemde organisaties niet over tot het uitzetten van huurders indien zij de huur niet kunnen betalen. Dit behoudens extreme gevallen, zoals criminele activiteiten of ernstige overlast. Daarnaast spraken de verhuurdersorganisaties af dat zij zo veel mogelijk maatwerkoplossingen zoeken om de betalingsproblemen te lijf te gaan. De verhuurders zullen over de ontstane huurachterstand ook geen incassokosten berekenen. Ook diverse andere (grote) verhuurders die niet bij het bovengenoemde akkoord zijn betrokken hebben zelfstandig maatregelen genomen om bij achterstallige huurbetalingen huurders tegemoet te komen. Indien u door de coronacrisis moeite hebt om uw huurpenningen (tijdig) te betalen, neem dan vooral contact op met uw verhuurder om te proberen om tot een regeling te komen. Huurt of verhuurt u een woonruimte en wilt u advies of juridische bijstand? Neem dan gerust met onze corona helpdesk contact op via: corona@bg.legal
[post_title] => Update: Spoedwet tijdelijke huurovereenkomsten en akkoord woningcorporaties
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => spoedwet-tijdelijke-huurovereenkomsten-en-akkoord-woningcorporaties
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-19 12:52:44
[post_modified_gmt] => 2020-05-19 10:52:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20114
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 20562
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-05-19 11:51:17
[post_date_gmt] => 2020-05-19 09:51:17
[post_content] => Niet alleen bedrijven, maar ook overheden zien de kansen en bedreigingen van data. Om een aantal grote bedreigingen te voorkomen en het delen van data te stimuleren heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in februari 2019 een visie op datadeling gepubliceerd. [1]
De visie op datadeling gaat uit van drie belangrijke pijlers, namelijk:
- Datadeling komt bij voorkeur vrijwillig tot stand;
- Datadeling komt zo nodig verplicht tot stand;
- Mensen en bedrijven houden grip op data.
De stimulerende overheid
De eerste pijler vormt het uitgangspunt zoals wij dat ook gewoon zijn in een liberale markt. Partijen die data houden, dienen namelijk zelf de keuze te maken of zij deze data met anderen delen. Partijen kunnen ervoor kiezen data te ruilen, te verkopen of beschikbaar te stellen zonder tegenprestatie. In sommige gevallen is het denkbaar dat de overheid het delen van data faciliteert in de vorm van financiële of organisatorische ondersteuning. Een bekend voorbeeld hiervan is de publiek-private samenwerking in de vorm van het Data Value Center Smart Industry in de Brainportregio. Een ander voorbeeld is Ishare, een afsprakenstelsel dat partijen in de logistieke sector in contact met elkaar brengt om data te delen. De overheid heeft in deze pijler dus een stimulerende functie.De verplichtende overheid
In de tweede pijler komt de rol van de overheid duidelijker naar voren. Hoewel het belang van bedrijven ligt bij het beschermen van ‘hun’ data, zijn er situaties waarin de negatieve gevolgen publiek van het niet beschikbaar stellen van data dusdanig ernstig zijn dat overheidsingrijpen gewenst is. Enkele negatieve gevolgen zijn bijvoorbeeld de beperking van innovatie en concurrentie, maar ook negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu. In de praktijk zijn al enkele voorbeelden van overheidsingrijpen zichtbaar. Zo is op Europees niveau de richtlijn van de Payment Service Directive 2 uitgevaardigd om grensoverschrijdend betalingsverkeer net zo gemakkelijk, efficiënt en veilig te maken als het binnenlands betalingsverkeer in elk EU-land. Twee andere (Nederlandse) voorbeelden vormen de wellicht toekomstige verplichting tot het delen van voertuigdata en WIBON, die verplicht bepaalde informatie te delen bij voorgenomen graafwerkzaamheden.De beperkende en controlerende overheid
De derde pijler vormt een algemene beperking bij het verwerken van data. Datadeling dient namelijk plaats te vinden op een manier die recht doet aan de rechten en belangen van betrokken partijen. Hierbij kan worden gedacht aan bescherming van de privacy, maar ook aan vertrouwelijke bedrijfsinformatie of onderling gemaakte afspraken. Het is daarom van belang dat de betrokken bedrijven zelf grip op de data houden. De Algemene Verordening Gegevensbescherming bij persoonsgegevens en intellectuele eigendomsrechten (zoals auteursrecht en/of databankenrecht) kunnen van dienst zijn bij het houden van grip op data. Daarnaast is het van belang dat partijen vooral goede afspraken maken over het gebruik van data (zie ook onze checklist). Het verdient de voorkeur het soort gebruik ook te benoemen. Is er bijvoorbeeld sprake van inzage in data of zijn juist andere vormen van verwerking gewenst? Komt een bedrijf zijn verplichtingen niet na of handelt zij in strijd met de wet, dan staat de gang naar de rechter open. Hebt u vragen over de mogelijkheden en beperkingen bij het delen of juist beschermen van data, neem dan gerust contact op. Zo helpen wij u graag bij:- het opstellen van een data sharing agreement;
- het controleren van een concept data sharing agreement;
- het optreden wanneer een partij gehandeld heeft in strijd met uw (intellectuele eigendoms)rechten of met afspraken in een data sharing agreement.
Feiten
Het Chinese bedrijf Fengh brengt medische hulpmiddelen op de markt die een gelijkenis vertonen met medische hulpmiddelen van Johnson & Johnson (‘J&J’). Het gaat daarbij onder meer om de producten:
(bron: vonnis rechtbank Rotterdam, 22 april 2020,ECLI:NL:RBROT:2020:3961 )
J&J klaagt bij de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (‘IGZ’) over de promotie in Nederland van Fengh producten en de informatie die daarbij wordt verstrekt. Het gaat met name om de zinnen: “de combinatie van Fengh reloads met de J&J stapler voldoet aan de eisen die daaraan in artikel 1 en 9 van Bijlage I bij Richtlijn 93/42 EEG worden gesteld” en “Fengh Medical heeft aangetoond dat de nietjes veilig kunnen worden toegepast in de staplers van J&J en de gehele combinatie veilig is.” IGZ treedt niet op omdat Fengh verklaart dat de combinatie van Fengh reloads met de J&J stapler niet in Nederlandse ziekenhuizen wordt toegepast en dat zij de promotie in Nederland zal staken. Fengh geeft een onthoudingsverklaring af aan J&J. In deze onthoudingsverklaring verklaart zij niet langer inbreuk te maken op het auteursrecht van J&J.
J&J start een gerechtelijke procedure tegen Fengh. Daarin stelt zij dat Fengh onrechtmatig heeft gehandeld door te handelen in met wet- en regelgeving op het gebied van medische hulpmiddelen en slaafse nabootsing.
Bevoegdheid Nederlandse rechter
Is de Nederlandse rechter bevoegd om een beslissing te nemen over deze vordering. Fengh China is in China gevestigd en wordt nu dus voor een Nederlandse rechtbank gedaagd. De stelling is dus niet vreemd. Toch oordeelt de rechtbank dat zij bevoegd is omdat Fengh China een offerte heeft gestuurd naar een Nederlands bedrijf. Alleen al daaruit volgt dat zij op de Nederlandse markt actief is. En dus kan onrechtmatig gehandeld zijn op het Nederlands grondgebied. Dat maakt de Nederlandse rechter bevoegd.Strijd met medische hulpmiddelen regelgeving
J&J vordert een verbod tot het aanbieden van de Fengh producten. Het gaat J&J met deze vordering niet om een verbod tot het verhandelen van de Fengh cartridges als zodanig, maar om het promoten, aanbieden en verkopen van de cartridges voor gebruik in J&J-producten. De rechtbank wijst deze vordering af. Zij doet dit omdat Fengh heeft aangegeven een CE markering te hebben aangevraagd bij een ‘notified body’. Zij heeft toegezegd het gebruik van de producten van Fengh in combinatie met de producten van J&J niet aan te bieden en te promoten voordat de nieuwe CE-markering is verstrekt. Dit met uitzondering van het aanbieden inzake een evaluatieonderzoek. Om deze reden wordt de vordering van J&J afgewezen bij gebrek aan belang.Slaafse nabootsing
Fengh betwist niet dat zij de producten op de Nederlands markt heeft verkocht. Zij betwist ook niet dat haar producten vrijwel identieke nabootsingen zijn van de J&J producten en dat de J&J producten een eigen gezicht op de markt hebben. Zij stelt dat verwarring tussen de Fengh en J&J producten is uitgesloten en dat de cartridges technisch zijn bepaald. De rechtbank oordeelt dat er wel degelijk sprake is van verwarringsgevaar, ook bij het zeer specialistisch kooppubliek van de betreffende producten. Daarbij acht de rechtbank relevant:- de vrijwel volkomen gelijkenis;
- Fengh heeft de hele serie producten nagebootst en de hele nagebootste serie in haar catalogus en offerte aangeboden;
- Fengh heeft vroeger producten van J&J verkocht (parallelimport), bij Fengh is een ex-werknemer van J&J in dienst en ex-medewerkers van J&J worden door Fengh bij de verkoop en promotie ingezet. Deze stellingen van J&J zijn niet betwist;
- teksten uit de gebruikershandleidingen zijn door Fengh ongewijzigd overgenomen, zoals door J&J is gesteld en door Fengh niet is betwist.
Cartridges in strijd met de regelgeving over medische hulpmiddelen?
De rechtbank beoordeelt ten aanzien van de cartridges nog of daarbij is gehandeld in strijd met regelgeving over medische hulpmiddelen. Met name het Besluit medische hulpmiddelen. Met name- op grond van artikel 6 moet een medisch hulpmiddel voldoen aan de in bijlage I van richtlijn EG 93/42/EEG opgenomen eisen (zogenaamde essentiële eisen), met inachtneming van de bestemming van het betrokken medisch hulpmiddel;
- op grond van artikel 7 moet een medisch hulpmiddel zijn voorzien van een CE-markering en is het daarvan slechts voorzien als het aan de in bijlage I van richtlijn EG 93/42/EEG opgenomen essentiële eisen voldoet.
Conclusie
De rechtbank wijst een verbod toe, veroordeelt Fengh om opgave te doen van het aantal verkopen in Nederland van de betreffende producten en de daarmee gemaakte brutowinst, gebiedt een recall onder de afnemers van Fengh en veroordeelt Fengh tot vergoeding van de schade van J&J en de proceskosten.Wat betekent dit voor de praktijk
- bij onrechtmatige daad claim is de Nederlandse rechter al bevoegd wanneer het buitenlandse bedrijf een offerte naar een Nederlands bedrijf/instelling heeft gestuurd.
- in geval van combinatiegebruik dient de veiligheid voor deze combinatie te zijn aangetoond in een klinische evaluatie. Een separate CE markering voor beide producten volstaat niet.
- Bij verkoop van een product dat qua vormgeving (nagenoeg) identiek is aan het product van een concurrent, kunnen feitelijke omstandigheden zorgen voor verwarringsgevaar.
- Wanneer vormgeving (van cartridges) technisch en functioneel is bepaald dan hoeft er geen sprake te zijn van slaafse nabootsing.
[post_title] => Klinische evaluatie bij combinatiegebruik van medische hulpmiddelen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => klinische-evaluatie-bij-combinatiegebruik-van-medische-hulpmiddelen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-12-14 16:54:09
[post_modified_gmt] => 2021-12-14 15:54:09
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20491
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 20460
[post_author] => 8
[post_date] => 2020-05-07 12:50:40
[post_date_gmt] => 2020-05-07 10:50:40
[post_content] => Gezinnen met kleine kinderen en beiden een baan staan onder druk tijdens de coronacrisis. Ach, eigenlijk staan we allemaal onder druk. Thuiswerken, een onzekere financiële toekomst, sociale eenzaamheid etc. Al met al een ingewikkelde tijd.
Men verwacht dat de echtscheidingen zullen toenemen. Wellicht is de corona-crisis het laatste zetje als je toch al van plan was te scheiden. Of is het een eerste signaal dat er iets niet goed zit in je relatie, in welk geval ik toch eerst liever een goed gesprek of relatietherapie adviseer.
Het corona-virus overheerst ons nu allemaal, met als gevolg dat voor een aantal mensen grote life-events volgen.
Een life-event is een gebeurtenis in je leven die positief of negatief het gevoel van geluk en tevredenheid beïnvloedt. Wat er in je leven gebeurt heb je niet altijd zelf in de hand. Je leven staat op zijn kop en je komt in een tijdelijke overlevingsmodus terecht. Sommige gebeurtenissen zijn zo heftig dat het je niet meer loslaat of dat je uit balans raakt.
Er zijn veel life-events zoals overlijden, echtscheiding, je baan verliezen, verandering in een financiële situatie, geboorte kinderen, met pensioen gaan etc.
Echtscheiding is ook een groot life-event. Er verandert veel voor jezelf, je partner en uiteraard voor de kinderen.
Om dit zo goed mogelijk te begeleiden, zijn onze mediators opgeleid om ook emotionele problemen in kaart te brengen. Vaak zit de oplossing van een echtscheiding in het begrip voor elkaar en de ontstane situatie. Voor de een is er al langer ontevredenheid over de relatie dan voor de ander.
Het is belangrijk om als je een echtscheiding overweegt de juiste stappen te nemen.
- Bespreek met je partner je besluit tot echtscheiding;
- Geef de ander ruimte om aan het idee te wennen;
- Vertel het samen de kinderen en blijf neutraal over jullie rol als ouders; je gaat uit elkaar als partners. Je blijft er altijd samen voor de kinderen;
- Kies de juiste scheidingsmethode die bij je past en bespreek die met de andere partner
- Verzamel alle financiële gegevens.
- Bedenk voor jezelf dat een goede echtscheiding tijd kost om weloverwogen beslissingen te maken. Snel is niet altijd de beste optie, omdat de partner daar wellicht nog niet aan toe is.
Welke scheidingsmethoden zijn er:
- Mediation, samen 1 advocaat/mediator.
- Ieder een eigen advocaat (Vfas advocaat)
- Overlegscheiding (ieder een eigen advocaat en een coach).
[post_title] => Corona en echtscheiding?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => corona-en-echtscheiding
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-07 15:54:22
[post_modified_gmt] => 2020-05-07 13:54:22
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20460
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 20433
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-05-04 11:23:53
[post_date_gmt] => 2020-05-04 09:23:53
[post_content] => Wanneer een object wordt ontworpen dan komt vaak ook aan de orde de vraag of en hoe die vorm beschermd kan worden. Een van de mogelijkheden is een vormmerk: een driedimensionaal teken. Een vorm kan geen merk zijn wanneer de vorm technisch is bepaald of wanneer de vorm van wezenlijk belang is voor het product. Wanneer is daar sprake van? Wat zijn alternatieven?
Het juridisch kader
De regelgeving voor Benelux en Europese merken is vergelijkbaar. Een aanvraag voor een merkregistratie wordt geweigerd wanneer het ‘teken’ (in de meeste gevallen een foto/tekening van een object) dat je wilt registreren uitsluitend bestaat uit[1]:- de vorm die, of een ander kenmerk dat, door de aard van de waren wordt bepaald;
- de vorm van de waren die, of een ander kenmerk van de waren dat, noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen;
- de vorm die, of een ander kenmerk dat, een wezenlijke waarde aan de waren geeft.
Casus Gömböc
De Gömböc is een vorm met slechts één stabiele positie als het op een plat oppervlak gelegd wordt. Twee Hongaarse wiskundigen rekenden een vorm uit die overal even zwaar is (homogeen), maar automatisch overeind rolt, hoe je hem ook neerlegt.
In Hongarije was een registratie aangevraagd voor een vormmerk onder meer voor siervoorwerpen en speelgoed. De aanvraag werd geweigerd (i) omdat de vorm noodzakelijk was om een technische uitkomst te krijgen en (ii) omdat de vorm door de aard van de waar bepaald werd.
Het Hof van Justitie EU[2] heeft in deze zaak richting gegeven aan hoe zo’n aanvraag beoordeeld moet worden. Door deze uitspraak weten we:
- dat bij de beoordeling niet alleen naar de afbeelding gekeken hoeft te worden maar dat ook rekening gehouden mag worden met andere informatie (zolang deze informatie maar uit objectieve en betrouwbare bronnen afkomstig is)
- dat registratie geweigerd kan worden wanneer uit informatie blijkt dat het publiek het product koopt vanwege de vorm
- dat een vormmerk kan bestaan naast andere intellectuele eigendomsrechten zoals een modelrecht. De criteria voor een merk of modelrecht zijn afwijkend en dus ook het onderzoek dat verricht moet worden.
Wat is het alternatief?
Naast of in plaats van een merkrecht zijn er soms alternatieven:- Octrooi: een octrooi wordt verleend voor een technische vinding. De technische oplossing wordt dan beschermd.
- Modelrecht: de vorm moet nieuw zijn en een eigen karakter hebben.
- Auteursrecht: de vorm van een gebruiksvoorwerp kan auteursrechtelijk beschermd zijn. Niet beschermd zijn die kenmerken die louter technisch- of functioneel bepaald zijn.
Advies
Voor advies over (i) welke beschermingsmogelijkheden er zijn, (ii) welke passend zijn en (iii) hoe deze te realiseren, kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst [1] Artikel 4 lid 1, sub e EU Merkenrichtlijn 2015 [2] HvJEU 23 april 2020, zaak C-237/19 http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=225524&pageIndex=0&doclang=NL&mode=req&dir=&occ=first&part=1&cid=7094262
[post_title] => Kan ik de vorm van een product met een vormmerk (3D) beschermen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-ik-de-vorm-van-een-product-met-een-vormmerk-3d-beschermen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-04 11:44:51
[post_modified_gmt] => 2020-05-04 09:44:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20433
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 20427
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-05-04 11:12:16
[post_date_gmt] => 2020-05-04 09:12:16
[post_content] => Nog steeds onduidelijk terrein: Conclusie
In de praktijk is reclame maken voor producten en geneesmiddelen verbonden aan verschillende regels: wat mag wel en wat mag niet? Je begeeft je al snel op glad ijs. Het verkopen of aanprijzen van geneesmiddelen mag niet zónder handelsvergunning. U dient dus ook een handelsvergunning te hebben, ook al prijst u de geneesmiddelen alleen maar aan. Heeft u vragen over het maken van reclame voor geneesmiddelen via uw website? Wij kunnen u hierbij helpen. [post_title] => Reclame voor geneesmiddelen, maar niet zelf verkopen: mag dat zomaar? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => reclame-voor-geneesmiddelen-maar-niet-zelf-verkopen-mag-dat-zomaar [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-27 08:58:37 [post_modified_gmt] => 2022-10-27 06:58:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20427 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 20417 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-05-04 10:48:46 [post_date_gmt] => 2020-05-04 08:48:46 [post_content] => Een fout in de inschrijving voor een aanbesteding en het herstel daarvan vormen vaak geen gelukkige combinatie. Een recent gepubliceerde uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam illustreert dat eens temeer. Een partij heeft bij haar inschrijving een fout gemaakt door een prijzenblad niet volledig en correct in te vullen. De aanbestedende dienst sluit om die reden de inschrijving uit van deelname aan de aanbestedingsprocedure. De inschrijver in kwestie stelt dat de omissie een kennelijke fout betreft die zich leent voor herstel. De vraag is of de aanbestedende dienst in strijd handelt met het proportionaliteitsbeginsel door de inschrijver niet de gelegenheid te geven om de fout te herstellen.Feiten en omstandigheden
In de aanbestedingsleidraad van de aanbesteding is een prijsinvulformulier opgenomen. Inschrijvers moeten alle gevraagde prijzen volledig invullen met gebruikmaking van het prijzenblad. Inschrijvers dienen alle eenheidsprijzen op het prijzenblad invullen. Het prijzenblad dient rechtsgeldig ondertekend, te worden ingediend via www.tenderned.nl. Het niet volledig invullen van dit formulier zal leiden tot het uitsluiten van de Inschrijving. Het ingediende prijsinvulformulier is niet volledig en correct ingevuld. De inschrijver die met de beslissing van de aanbestedende dienst wordt geconfronteerd dat om die reden de inschrijving terzijde wordt gelegd, stelt dat sprake is van een misverstand omdat alle informatie de aanbestedende dienst ter beschikking stond, waardoor de enkele omissie in een Excel file beschouwd kan worden als een tekortkoming die voor herstel vatbaar is. De aanbestedende dienst deelt die mening niet.Het geschil en de beoordeling
De uitgesloten inschrijver vordert in kort geding dat aan haar gegund gaat worden en stelt dat hoewel juist is dat een fout is begaan bij het invullen van het prijzenblad, het besluit van de aanbestedende dienst dit te sanctioneren met het terzijde leggen van de inschrijving disproportioneel en onrechtmatig is. In dit geding staat aldus de voorzieningenrechter, de vraag centraal of het de inschrijver/eisende partij – ondanks de bepaling in de aanbestedingsleidraad dat het niet volledig invullen van het prijzenblad wordt gesanctioneerd met uitsluiting – moet worden toegestaan deze fout te herstellen. Nu is het in beginsel mogelijk een kennelijke materiële fout recht te zetten. In dit geval kan het niet (juist) invullen van bepaalde tabellen op het prijzenblad op zichzelf als een kennelijke fout worden aangemerkt. Toch is in dit geval herstel van die fout niet toegestaan. De verplichting van een aanbestedende dienst om de door hemzelf vastgestelde criteria nauwgezet in acht te nemen, betekent immers aldus de voorzieningenrechter, dat de aanbestedende dienst is gehouden een marktdeelnemer uit te sluiten die een stuk of een gegeven dat volgens de aanbestedingsdocumenten op straffe van uitsluiting moest worden overgelegd, niet heeft verstrekt. En van een dergelijke stringente uitsluitingsverplichting in de aanbestedingsleidraad is hier sprake. Dat aanbestedende diensten ook proportioneel moeten handelen doet daaraan niet af.Conclusie
Fouten in inschrijvingen die in de aanbestedingsdocumenten gesanctioneerd worden met uitsluiting zijn eigenlijk altijd fataal. Heeft u als inschrijver hiermee van doen of hierover vragen? Neem dan vrijblijvend contact op met Rik Wevers via wevers@bg.legal
[post_title] => Fout in inschrijving aanbesteding vaak niet vatbaar voor herstel
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => fout-in-inschrijving-aanbesteding-vaak-niet-vatbaar-voor-herstel
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-04 10:49:39
[post_modified_gmt] => 2020-05-04 08:49:39
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20417
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 20592
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-05-20 15:22:10
[post_date_gmt] => 2020-05-20 13:22:10
[post_content] => Een Casus
In een recente zaak was het volgende aan de hand. Canina Pharma GmbH had het woordmerk ‘BIO-INSECT Shocker’ ingeschreven bij het EUIPO (de instantie waar Europese merken worden ingeschreven). Dit merk werd ingeschreven voor waren en diensten zoals producten voor het verdelgen van insecten en chemische preparaten voor het gebruik bij de vervaardiging van biociden. Na de inschrijving van dit merk, heeft SolNova in juli 2016 een vordering tot nietigverklaring van dit merk ingesteld. Zij was van mening dat het merk onder andere teBeschrijvend?
Of een teken als beschrijvend kan worden aangemerkt, hangt af van hoe het relevante publiek het merk ziet. Dit is het geval wanneer er met de betrokken waren of dienstenMisleidend?
Hier had de kamer van beroep een beoordelingsfout gemaakt. SolNova stelde dat de term “bio” verwijst naar biologische producten of eerbied voor het milieu. De kamer van beroep was het hier niet mee eens en stelde dat het relevante publiek deze term niet zal koppelen aan milieuvriendelijkheid en voorts niet misleidend zou zijn. Het Gerecht keek hier anders tegenaan. Het Gerecht oordeelde dat het woordelement “bio” een zeer suggestieve strekking heeft gekregen en over algemeen verwijst naar het idee van milieuvriendelijkheid of naar het gebruik van natuurlijke materialen. Dat was hier niet het geval. DezeWat betekent dit voor de praktijk
- Het is nog steeds mogelijk om een merk te registreren met daarin woorden die verband houden met het product of de dienst. Voorwaarde is dat er enige afstand wordt gehouden en dat dus een denkoefening in verschillende stappen gemaakt moet worden en een intellectuele inspanning moet worden geleverd.
- Wanneer een concurrent een merk heeft geregistreerd en daardoor beschrijvende termen probeert te monopoliseren, dan kunt u daar tegen optreden.
[post_title] => Vernietiging van een ingeschreven merk: hoe dan?
[post_excerpt] => Een merkregistratie is van groot belang. Op deze manier kunt u uw merk het beste beschermen tegen namakers en meelifters. Pas na een merkregistratie kan er pas sprake zijn van inbreuk. Dit geldt voor u en uw concurrent.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => vernietiging-van-een-ingeschreven-merk-hoe-dan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-20 15:22:10
[post_modified_gmt] => 2020-05-20 13:22:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20592
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1495
[max_num_pages] => 150
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 8f3c74200f259d7404045f7163ec7ff8
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:fde2ae614f6ffe66c188b13836a2073d
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
07 mei 2020









