Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 85
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 85
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => all
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1495
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 840, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 22162
                    [post_author] => 17
                    [post_date] => 2020-10-14 11:51:04
                    [post_date_gmt] => 2020-10-14 09:51:04
                    [post_content] => De regering heeft al voorzien in een (weliswaar) versoberde NOW 3.0, maar voor vele ondernemers is dit niet voldoende. De tweede golf en bijbehorende maatregelen hebben hun intrede gedaan en ondernemers in getroffen branches missen perspectief. Wat gaat er wel en wat gaat er niet veranderen naar aanleiding van de intrede van de tweede golf?
Opstelling van de banken
Te beginnen bij de opstelling van de banken. De banken hebben zich tijdens het begin van de coronacrisis zeer meedenken en coöperatief opgesteld. Aflossing en rente kon voor meerdere maanden worden opgeschort en de banken hebben hun klanten veel ruimte en dus adempauze gegund. Circa 129.000 bedrijven maakten hier gebruik van voor een totaalbedrag van drie miljard euro aan uitgestelde betalingen. Nadat de Minister-President de gedeeltelijke lockdown in verband met de tweede golf afkondigde, verklaarde de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Banken al snel in de media dat er geen algemene betaalpauze zal komen, zoals in april. "Niemand heeft er belang bij, ook die ondernemer niet, als ze zich in de schulden blijven steken terwijl er geen toekomstperspectief is", zo verklaart hij. De Nederlandsche Bank verklaarde op haar beurt weer dat banken in Nederland er dusdanig goed voor staan dat ze zich een dergelijke pauze wel zouden kunnen veroorloven.
Maatwerk
Het codewoord lijkt ‘maatwerk’. Er komt geen algemene betaalpauze voor iedereen, maar de deur lijkt wel degelijk op een kier te staan voor afspraken op maat. Schroom daarom niet om het contact te zoeken met uw bank, indien het water u aan de lippen staat. De Nederlandse Vereniging voor Banken waarschuwt wel dat hulp alleen wordt geboden aan de ondernemingen met toekomstperspectief, die in de kern gezond zijn. Iedere ondernemer moet zich deze vraag gaan stellen, zo lang als de coronacrisis voortduurt. En dan met name in de hard getroffen branches. Ben ik in de kern gezond of is de coronacrisis feitelijk slechts een verergering van reeds bestaande problemen?
Time-out
Voor de bedrijven die in de kern wel gezond zijn, breken nu ook werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland een lans. Zij pleiten voor extra steun in de vorm van een time-out regeling: "Er zijn ondernemers die een business hebben waarvan je weet dat die straks weer open gaat. Het zou natuurlijk ontzettend zonde zijn als ze in de tussentijd failliet zijn gegaan. Daarom zeggen wij: maak nou een regeling dat ze tijdelijk kunnen stoppen, een soort time-out, zodat ze straks als het virus achter de rug is weer open kunnen." Tegelijkertijd merken ze zelf al op dat dit een complexe puzzel is, vanwege de verschillende stakeholders, zoals schuldeisers, Belastingdienst en UWV.
Mogelijkheden
Een dergelijke time-out regeling lijkt mij echter, hoe wenselijk ook, een brug te ver. Dit is complexe materie, die zich niet leent voor spoed- en ad hoc-wetgeving voor tijdelijke problemen. Wetgevingsprocessen over dit onderwerp lopen vaak meerdere jaren. Ook ten aanzien van deze stakeholders lijkt het codewoord voorlopig dus: maatwerk. Net zoals bij de banken. In de discussie met verhuurders zagen we de eerste uitspraken van rechters al verschijnen. Ook daar lijkt ruimte voor maatwerk. Uw kansen hierin nemen toe wanneer u met een adviseur goed voorbereid het gesprek aangaat. Informeer gerust vrijblijvend naar de mogelijkheden in uw positie. Dirk School [post_title] => De tweede golf: hoe nu verder voor de ondernemers? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-tweede-golf-hoe-nu-verder-voor-de-ondernemers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-14 12:16:15 [post_modified_gmt] => 2020-10-14 10:16:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22162 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 22117 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-10-12 14:18:02 [post_date_gmt] => 2020-10-12 12:18:02 [post_content] => De Raad van State (de ‘Afdeling’) oordeelde dat, er geen databankrecht van toepassing is. Of de tekst auteursrecht is beschermd, wordt in het midden gelaten. Er is onvoldoende duidelijk gemaakt waarom er sprake zou zijn van ‘onevenredige benadeling’. Daarbij speelt een rol dat het hier gaat over een bibliografische aanvraag. Deze vraag kwam aan de orde in een verzoek op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur (‘Wob’)[1]. Medice heeft voor het geneesmiddel Amfexa een handelsvergunning aangevraagd. Deze handelsvergunning heeft zij ook gekregen. Een derde partij heeft vervolgens verzocht om openbaarmaking van het registratiedossier. Het College ter beoordeling van geneesmiddelen heeft besloten om het registratiedossier openbaar te maken, waarbij enkele passages onleesbaar zijn gemaakt. Medice verzet zich tegen openbaarmaking van het registratiedossier, waar de aanvraag onderdeel van vormt.
Auteursrecht
De Afdeling overweegt dat ook auteursrechtelijk beschermde werken op grond van de Wob openbaar gemaakt kunnen worden[2]. Medice stelt dat de gehele aanvraag, waaronder de Clinical Overview en het Nonclinical Overview, auteursrechtelijk zijn beschermd. Dat begon bij de selectie van de te bespreken wetenschappelijke artikelen. Immers, ‘de Clinical en Nonclinical Overviews zijn echter originele, in eigen woorden geschreven rapporten met een logische opbouw en een doorlopende tekst waarin wetenschappelijke studies en publicaties samengevat worden weergegeven en analytisch met elkaar worden vergeleken. De overviews hebben een eigen, oorspronkelijk karakter en dragen het persoonlijke stempel van de maker’. De Afdeling verwijst naar eerdere rechtspraak waaruit volgt dat objectieve wetenschappelijke gegevens in de overviews niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking[3] komen. Een verzameling van deze gegevens is namelijk niet meer dan een hoeveelheid feitelijke gegevens die als zodanig niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Of in dit geval toch sprake was van auteursrecht laat de Afdeling in het midden. Men komt er niet aan toe omdat nadeel voor Medice bij openbaarmaking van die selectie gering was.
Databankenrecht
De Afdeling overweegt allereerst dat voor een beschermde databank een substantiële investering nodig is[4]. Het gaat daarbij alleen om de investeringen die zijn gedaan om bestaande gegevens te verkrijgen en in de databank op te nemen. Dus niet investeringen om gegevens te creëren. Wanneer de databank niet de hoofdactiviteit maar een bijproduct is, "spin-off-gegevens", dan kunnen deze wel voor bescherming in aanmerking komen, maar dan mogen de investeringen voor het creëren van de betreffende gegevens niet worden meegenomen[5]. De Afdeling overweegt dat Medicegeen substantiële investering heeft gedaan in het creëren van gegevens die in de databanken zijn opgenomen en evenmin op het verkrijgen van bestaande gegevens en het in de databank opnemen van deze gegevens’. De investering is gedaan om de aanvraag voor de handelsvergunning op te stellen. Van een beschermde "spin-off databank" is ook geen sprake. Immers er is geen sprake van een substantiële investering voor het verkrijgen van de bestaande gegevens en het opnemen daarvan in de databank.
Onevenredige benadeling
Medice heeft betoogd dat zij onevenredig wordt benadeeld door openbaarmaking. Potentiële concurrenten zouden voor hun aanvraag voor een vergelijkbaar geneesmiddel gebruik kunnen maken van de tijd en kosten die Medice voor haar aanvraag heeft gemaakt (bijvoorbeeld voor het literatuuronderzoek). De Afdeling overweegt dat uit rechtspraak[6] niet volgt ‘dat gegevens uit een klinisch onderzoeksrapport moeten worden aangemerkt als gegevens waarvan openbaarmaking de commerciële belangen zou kunnen schaden van degene die deze gegevens heeft overgelegd’. Dit betekent dat Medice in concrete had moeten aangeven waarom zij haar belangen werd geschaad door openbaarmaking van het registratiedossier. En dan moet het gaan om belangen die door de in de Wob neergelegde weigeringsgronden worden beschermd. Medice heeft aangegeven dat met het opstellen van de aanvraag een 1800 manuren, zijnde een financieel belang van € 180.000,=, is gemoeid. De Afdeling overweegt dat relevant is dat Medice (slechts) een bibliografische aanvraag[7] heeft ingediend. Deze bibliografische aanvraag is gebaseerd op openbare bronnen die dus niet onder de werking van de Wob vallen. Het college had de door Medice uit die openbare bronnen getrokken conclusies al onleesbaar gemaakt. De Afdeling overweegt verder dat concurrenten zullen moeten nagaan of de informatie nog wel actueel is en zullen hun eigen conclusies bij de informatie uit openbare bronnen moeten maken. En dus faalt het betoog van Medice.
Wat betekent dit voor de praktijk
  • De aanvrager van een handelsvergunning voor een geneesmiddel moet erop bedacht zijn dat, met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, de aanvraag (geheel of gedeeltelijk) openbaar kan worden gemaakt.
  • Het is zeer twijfelachtig of (delen van) de aanvraag door auteursrecht wordt beschermd. De afdeling beantwoordt de vraag niet, maar lijkt niet happig voor het idee.
  • De kans dat (delen van) de aanvraag door een databankrecht wordt beschermd is klein. Met name omdat de databank het bijproduct zal zijn van de aanvraag.
  • Van degene die zich verzet tegen openbaarmaking van (delen van) de aanvraag wordt een goede onderbouwing gevergd van een financiële schade door openbaarmaking. Je kunt niet volstaan met het noemen van de tijd die het opstellen van de aanvraag heeft gevergd. Daarbij speelt een rol of het om een ‘bibliografische’ aanvraag gaat of om een uitgebreide aanvraag.
[1] Raad van State, 30 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2302 [2] arrest van het Hof van 22 januari 2020, zaak C-175/18 P, ECLI:EU:C:2020:23, punt 112 [3] Artikel 42 lid 5 sub b Geneesmiddelenwet [4] arrest van 9 november 2004, zaak C-444/02, ECLI:EU:C:2004:697 [5] arrest van de Hoge Raad van 22 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9138 [6] Afdeling van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3527 [7] Hoge Raad van 4 januari 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0104 (Romme/Van Dale) en van 24 februari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU7508 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => Is een registratiedossier beschermd door auteursrecht? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-een-registratiedossier-beschermd-door-auteursrecht [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-12 15:02:13 [post_modified_gmt] => 2020-10-12 13:02:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22117 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 22111 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-10-12 10:28:12 [post_date_gmt] => 2020-10-12 08:28:12 [post_content] => Regionale actualiteiten huisvesting arbeidsmigranten. Het huisvesten van arbeidsmigranten en kamerbewoning staat weer volop in de aandacht. In deze blog zal ik kort de actualiteiten in de regio bespreken over het huisvesten van arbeidsmigranten.
Sint-Michielsgestel
In Sint-Michielsgestel is een ‘paraplubestemmingsplan’ in aantocht. Een paraplubestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van meerdere bestemmingsplannen. Op één of meer aspecten worden meerdere bestemmingsplannen met een paraplubestemmingsplan aangepast of aangevuld, voor het overige blijven de betreffende bestemmingsplannen van kracht. In het paraplubestemmingsplan ‘kamerbewoning Sint-Michielsgestel’ is bepaald dat in een woning mogen wonen:
  • één huishouden, of;
  • één huishouden plus maximaal twee individuele personen, of
  • maximaal 4 individuele personen.
Dat kan een grote beperking zijn bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Ik verwijs in dat verband op mijn eerdere blogs. Indien de gemeente handhavend optreedt, is het zaak om tijdig bezwaar te maken. Indien niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt het besluit onherroepelijk. Dan kan er niets meer tegen het besluit ondernomen worden.
Boxtel
In Boxtel is het debat over het huisvesten van arbeidsmigranten ook in volle gang. De gemeente wil vooral op een beperkt aantal grote[re] locaties arbeidsmigranten huisvesten. Kamers voor 800 arbeidsmigranten, verdeeld over complexen met minimaal 150 en maximaal 400 slaapplaatsen. Die huisvesting moet plaatsvinden nabij bedrijventerreinen en niet op bedrijventerreinen. Daarnaast onderzoekt de gemeente Boxtel om een verblijfsbelasting in te voeren voor arbeidsmigranten die korter dan vier maanden aaneengesloten in Nederland verblijven.
Zaltbommel
In Zaltbommel zijn de regels omtrent het huisvesten van arbeidsmigranten tijdelijk verruimd. Ten eerste mag een werkgever een huisvestingsvoorziening op zijn terrein gebruiken voor het huisvesten van arbeidsmigranten die niet werken bij het bedrijf waar de voorziening staat, maar wel werken in de Bommelerwaard. Dit mag tot en met 31 oktober 2020. Ten tweede mag een werkgever een “permanente” huisvestingsvoorziening plaatsen op een locatie op zijn terrein die vanuit ruimtelijk oogpunt niet optimaal is. Dit mag tot en met 31 december 2020. Er moet altijd sprake zijn van een leefbare woonomgeving voor de arbeidsmigranten en een werkgever dient een vergunning aan te vragen. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, advocaat, specialist arbeidsmigranten Rutger Boogers [post_title] => Regionale actualiteiten huisvesting arbeidsmigranten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => regionale-actualiteiten-huisvesting-arbeidsmigranten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-12 10:30:18 [post_modified_gmt] => 2020-10-12 08:30:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22111 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 22072 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-10-07 16:09:13 [post_date_gmt] => 2020-10-07 14:09:13 [post_content] => Copycats: iedereen weet wel een voorbeeld te noemen. De tassen van Louis Vuitton, de horloges van Rolex of sneakers van Puma. Maar wat is een copycat nu precies? En hoe kan je voorkomen dat copycats jouw producten namaken?
Namaakproducten
Wanneer we het hebben over copycats, wordt er ook wel gesproken over namaakproducten. Namaakproducten lijken zo veel op het origineel, dat de consument de twee producten nauwelijks uit elkaar kan houden. De verschillen zijn zo klein, dat het overduidelijk is dat er inspiratie is geput uit het origineel.
Bucqle
Neem bijvoorbeeld Bucqle: een jong bedrijf dat, door middel van crowdfunding, een compleet nieuw product op de markt wilde zetten. Zij ontwierpen een systeem waarmee kleding tot twee maten ingenomen kon worden, op stijlvolle wijze. Een gat in de markt. Op hun website hadden zij mooie foto’s en video’s geplaatst, maar het fysieke product konden zij helaas nog niet laten produceren. Mogelijke copycats dus ook niet, dachten zij. Helaas ging het al snel mis: overal ter wereld doken copycats op die ook de “Bucqle” verkochten. De vraag is dan: wat kunnen zij hiertegen doen? Bucqle is uiteraard niet het enige die tegen dit probleem aanloopt. Zeker in de fashionindustrie zien we vaak namaakproducten voorbij komen. Juridisch gezien is er dan veelal sprake van inbreuk op auteursrechten. Voor meer informatie, verwijs ik u naar deze pagina.
Wat kunnen we hiervan leren?
Uiteraard is het achteraf altijd gemakkelijk praten. De ontwerpers van Bucqle gingen ervan uit dat het wel de goede kant op zou gaan, maar helaas: in elke hoek schuilt een copycat. Hieronder een paar tips om ze buiten de deur te houden:
  • Denk op tijd aan intellectuele eigendomsrechten, zoals het merkenrecht, auteursrecht en modelrecht.
  • Plaats geen online filmpjes en foto’s met uitleg over de werking van jouw product: dit is voer voor copycats!
  • Denk en handel snel: omdat jij iets nog niet kan produceren, betekent niet dat anderen het niet na kunnen maken.
Voor meer tips of vragen, kunt u met mij ons contact opnemen.         [post_title] => Wees de copycats voor! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wees-de-copycats-voor [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-01 10:54:11 [post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:54:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22072 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 22063 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-10-07 15:13:45 [post_date_gmt] => 2020-10-07 13:13:45 [post_content] => Het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) heeft onderzoek gedaan naar de kwaliteitsvraag in aanbestedingen in het zorgvervoer. Er worden vaak ‘zachte’ kwaliteitscriteria gevraagd zoals klantgerichtheid en sociale vaardigheden van chauffeurs. Het AIM pleit ervoor om voor zulke zachte criteria ook tot vaste normen te komen.
‘Harde‘ en ’zachte’ criteria over kwaliteit
Opdrachtgevers zijn zich goed bewust van de noodzaak van kwaliteitseisen in het zorgvervoer. Bij zaken die eenduidig en aantoonbaar zijn is dat geen probleem. Denk aan ‘harde‘ criteria zoals het TX-keurmerk voor kwaliteit van het vervoer, de code VVR voor veilig rolstoelvervoer en het certificaat levensreddend handelen. Bij ‘zachte’ criteria is er vaak geen standaard of eenduidige norm beschikbaar. Dat maakt dat er geen meetlat is waar prestaties als kennis van de doelgroep, sociale vaardigheden en klantgerichtheid langs kunnen worden gelegd.
Vergelijken kwaliteit van dienstverlening
Het AIM vindt het de moeite waard om te bezien of er voor de ‘zachte’ criteria geen eenduidige kwaliteitsstandaarden kunnen worden gebruikt. Dit moet er echter niet toe leiden aldus het AIM dat aanbestedingen in het zorgvervoer volledig worden dichtgetimmerd met harde eisen. Inschrijvers moeten zich immers wel kunnen onderscheiden omdat anders het risico bestaat dat er alleen op prijs wordt gegund.
‘Ademend’ bestek
Het AIM schetst als ideaal om met een bestek te komen dat inschrijvers de ruimte laat om op basis van extra diensten het verschil met de concurrenten te maken. Een lastige opgave maar niet onmogelijk. Bij een ‘zachte’ eis als bijvoorbeeld klanttevredenheid kan aan onderzoeken een bonus of malus opgenomen worden bij goed of slecht presteren in de ogen van klanten. Mogelijk kan een landelijke standaard voor onderzoek naar klanttevredenheid in het zorgvervoer worden ontwikkeld zoals die in het openbaar vervoer gehanteerd wordt met de zogenoemde OV Klantbarometer. Het AIM geeft in hun rapport ook criteria die aanbesteders kunnen helpen om ‘zachte’ criteria wat ‘harder’ te maken en zodoende te zorgen dat op kwaliteit de beste inschrijver geselecteerd kan worden.
Commentaar
Als ‘zachte’ kwaliteitscriteria waarop inschrijvers het verschil kunnen maken zo geformuleerd kunnen worden dat ze eenduidig en aantoonbaar zijn, komt dat de kwaliteit en de motivering van de gunning ten goede en kunnen juridische geschillen vaker worden voorkomen. Dit in het belang van zowel aanbesteders als inschrijvers. Rapport AIM over kwaliteitseisen in aanbestedingen zorgvervoer. Rik Wevers [post_title] => Analyse kwaliteitsvraag in vervoersaanbestedingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => analyse-kwaliteitsvraag-in-vervoersaanbestedingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-07 16:07:39 [post_modified_gmt] => 2020-10-07 14:07:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22063 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 22039 [post_author] => 16 [post_date] => 2020-10-06 08:46:53 [post_date_gmt] => 2020-10-06 06:46:53 [post_content] => Nog een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-coronapatiënten? De zorgsector loopt meer dan andere sectoren kans op aansprakelijkheidsclaims; - De claims van het zorgpersoneel die verwijt dat het ziekenhuis/instelling hen niet voldoende heeft beschermd tegen corona, de werkgeversaansprakelijkheid. Zie ook het artikel van collega Marlies  Hol. -Claims van coronapatiënten door mogelijke behandelingsfouten. - Maar ook claims van niet-coronapatiënten vanwege [onverantwoorde] uitgestelde zorg, verkeerde of te late diagnoses etc. Bij huisartsen en ziekenhuizen lag immers de focus op de behandeling van coronapatiënten en werd de reguliere hulp zoveel mogelijk uitgesteld. Fysiek contact met patiënten werd zoveel mogelijk vermeden. Hierdoor kunnen fouten ontstaan in behandeling en vaststellen van diagnoses. Te denken valt aan het stellen van een te late kankerdiagnose, waardoor ook de behandeling te laat is gestart met alle mogelijke gevolgen van dien. Of het stellen van een verkeerde diagnose of nemen van verkeerde beslissingen door het werken op afstand, geen fysieke onderzoeken etc.
Nog een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-corona patiënten?
Uitgestelde claims
Tijdens de eerste coronagolf was er veel lof voor de inzet van de zorgmedewerkers, van artsen, verpleegkundigen, overige hulpverleners, etc. Niemand stelt zich dan de vraag of hij of zij of een familielid wel de juiste medische reguliere hulp heeft gehad. Deze vraag komt beslist nog. Zeker als het met de ‘reguliere’ patiënt niet goed is gegaan.
Medische aansprakelijkheid
Het betreft hier dus de medische aansprakelijkheid. Niet alleen het ziekenhuis maar ook bv psychologen en psychotherapeuten, die alleen nog zorg op afstand verlenen. Deze worden mogelijk aangesproken op vermeende  medische fouten tijdens de coronaperiode. Bij de beantwoording van de vraag of de hulpverlener [arts, verpleegkundige, psycholoog] een beroepsfout heeft gemaakt komt het erop neer of het handelen van de arts in overeenstemming is geweest met de zorgvuldigheid die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht, waarbij de professionele standaard uitgangspunt is.
Medische aansprakelijkheid in crisistijd
Deze drempel in het medisch aansprakelijkheidsrecht is al vaak, ook buiten corona, moeilijk te nemen. Laat staan in een crisistijd, zoals de huidige coronaperiode, is het aantonen van de onzorgvuldigheid [en het dus niet handelen conform professionele standaard] van de hulpverlener een lastige zaak. Uiteraard zal de aangesproken hulpverlener een beroep doen op de uitzonderlijke en extreme situatie. Een rechter kan dit meewegen bij de professionele standaard. Maar ook kan een rechter  in een dergelijke situatie een beroep op overmacht rechtvaardigen. De patiënt staat dan met lege handen. Dit laat onverlet om juridisch uit te laten zoeken of er, ook tijdens coronatijd, toch mogelijk sprake is van een medische fout. Mogelijk heeft de foutieve behandeling/verkeerde diagnose niets met de coronamaatregelen in de zorg te maken. Edith de Koning   [post_title] => Een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-corona patiënten? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => claims-een-nieuwe-golf [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-06 09:13:26 [post_modified_gmt] => 2020-10-06 07:13:26 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22039 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 22005 [post_author] => 39 [post_date] => 2020-10-05 10:54:43 [post_date_gmt] => 2020-10-05 08:54:43 [post_content] => De afgelopen maanden verschenen verschillende uitspraken in verband met ontstane huurachterstanden vanwege de coronacrisis (covid-19). Met name de horecabedrijven werden door de gedongen overheidssluiting hard getroffen. In veel van die procedures werd een beroep gedaan op onvoorziene omstandigheden. Vaak ging de kantonrechter in een dergelijk beroep mee. Op 1 juni 2020 mocht de horeca weer open. Hebben huurders na deze heropening ook recht op (gedeeltelijke) huurprijsvermindering? De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 1 september 2020 een belangwekkend vonnis gewezen.
De casus
Een huurder huurt sinds 1 mei 2015 een bedrijfsruimte van verhuurder, waarin huurder een evenementen- en congrescentrum exploiteert en met name feesten en partijen organiseert. De onderneming van huurder is gedurende de coronacrisis van overheidswege tussen 15 maart en 1 juni 2020 gesloten geweest. Een huurder laat sinds de sluiting van het gehuurde na om de volledige huurprijs te betalen. Er is tussen partijen overleg gevoerd over een regeling, maar zonder enig succes. Vanwege de huurachterstand heeft verhuurder in kort geding de ontruiming van het gehuurde en betaling van de achterstallige huurprijs gevorderd. Huurder verweert zich tegen de vorderingen van verhuurder en doet daarbij een beroep op onvoorziene omstandigheden. Volgens huurder is van belang dat zij ook ná de heropening in juni 2020 een fikse omzetdaling heeft en dat de gevolgen die de coronacrisis teweegbrengt een aangepaste huurovereenkomst verlangt. Huurder vordert aanpassing van de huurovereenkomst, in zoverre dat er tussen maart en juni 2020 geen huurprijs verschuldigd is en vanaf 1 juni 2020 tot en met 31 december 2020 een omzetafhankelijke huurprijs van 20% wordt vastgesteld, met een maximum van € 28.781.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter komt tot een voorhands oordeel dat de gevolgen van de coronacrisis als een onvoorziene omstandigheid moet worden beschouwd. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat partijen de gevolgen van de crisis dienen te verdelen. De kantonrechter gaat niet mee met de stelling van huurder dat er tussen 17 maart 2020 en 1 juni 2020 in zijn geheel geen huurprijs hoeft te worden betaald of slechts een omzetafhankelijke huurprijs van 20%. Volgens de kantonrechter moeten beide partijen de lasten in gelijke mate delen. Huurder is tussen 15 maart 2020 en 1 juni 2020 50% van de huurprijs verschuldigd. Verder is de kantonrechter van oordeel dat ook een deel van de huurprijs over de periode 1 juni 2020 tot en met 31 december 2020 niet hoeft te worden betaald. De kantonrechter legt hieraan ten grondslag dat ook in deze periode de gevolgen van de coronacrisis nog merkbaar zijn. De kantonrechter komt tot het oordeel dat huurder tussen 1 juni en 31 december 2020 een oplopend percentage verschuldigd is, en wel van 65% tot 100%.
Commentaar
In de afgelopen maanden zijn verschillende uitspraken gewezen waarin kantonrechters in kort geding tot het oordeel kwamen dat de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid vormt. Tot dusver niets nieuws. Ook is niet nieuw dat kantonrechters de huurprijs verlagen, óók in de periode na de heropening van de horeca op 1 juni 2020. De uitspraak sluit aan bij eerdere rechtspraak en de in de literatuur geopperde opvatting dat partijen de lasten zoveel mogelijk naar redelijkheid dienen te dragen. Wat mij opvalt is dat er door kantonrechters gemakkelijk van uit wordt gegaan dat er sprake is van een onvoorziene omstandigheid en dát die omstandigheid ook dient te leiden tot een gewijzigde huurprijs. Met name is in mijn optiek relevant dat de horeca sinds 1 juni 2020 weer open mocht. Vooral in het café en restaurantbedrijf werden weer de broodnodige omzetten gedraaid. Dat de horeca ook na de heropening nog steeds de gevolgen merkt, dat blijkt ook wel uit de aangehaalde uitspraak. Ook zijn er nog steeds maatregelen die gelden. Of dat de gevolgen hiervan gedeeltelijk bij de verhuurder moeten worden gelegd is echter een ander verhaal. Horeca exploitanten konden de bedrijfsvoering na heropening op 1 juni 2020, met het oog op de verwachte omzetderving en de maatregelen die gelden, ook anders inrichten zodat andere, variabele bedrijfskosten zoveel mogelijk worden beperkt. Ook bestaat er voor veel ondernemers de mogelijkheid om vanwege de omzetderving tegemoetkoming aan de vragen via de NOW-regeling. Behoort de omzetderving die bedrijven lijden in de nasleep van de gedwongen sluiting, mede gezien het voorgaande, niet juist tot het ondernemersrisico van huurders? Gaan rechters niet te snel voorbij aan de terughoudende toets bij onvoorziene omstandigheden? En is het relevant dat de verhuurder, net als in de aangehaalde uitspraak, claimt afhankelijk te zijn van de huurinkomsten? Relevante vragen waar uiteindelijk de bodemrechters zich in de aankomende periode over mogen buigen. Kortom, het laatste woord is nog niet gezegd. Michael de Marco [post_title] => Huurachterstanden door de coronacrisis: ook na heropening? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => huurachterstanden-door-de-coronacrisis-ook-na-heropening [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-05 11:56:39 [post_modified_gmt] => 2020-10-05 09:56:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22005 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 22013 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-10-05 10:11:38 [post_date_gmt] => 2020-10-05 08:11:38 [post_content] => De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft in een vijftal zaken uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat het beleid van de zorgkantoren voor de inkoop van langdurige zorg onrechtmatig is, in ieder geval voor het jaar 2021. De voorzieningenrechter verbiedt de zorgkantoren de inkoopprocedures voort te zetten. Dit verbod geldt niet als de zorgkantoren alsnog kunnen aantonen dat met de gehanteerde tarieven wordt voldaan aan de eisen die daaraan kunnen worden gesteld. Zolang daarvan geen sprake is moeten de zorgkantoren minimaal het tarief hanteren dat in 2020 is toegepast.
Standpunt zorgaanbieders
Een groot aantal aanbieders van verschillende soorten langdurige zorg maakt bezwaar tegen de wijze waarop de zorgkantoren het nieuwe inkoopbeleid hebben vormgegeven. Dit met name waar het de geboden tarieven betreft. Deze tarieven zouden aldus de zorgaanbieders, niet reëel en niet kostendekkend zijn. Hiermee wordt geen recht gedaan aan de verschillen tussen zorgaanbieders in de Wlz [Wet langdurige zorg).
zorg
Standpunt zorgkantoren
De zorgkantoren op hun beurt wijzen op de uitdagingen waar zij voor staan en op hun taakstelling. Zij vinden dat de geboden tarieven ruim voldoende om goede zorg te kunnen leveren. De zorgkantoren vinden de tarieven rechtmatig.
Aanbestedingsbeginselen van toepassing
De rechter stelt voorop dat de vijf zorgkantoren verplicht zijn om bij de uitvoering van de inkoopprocedures de aanbestedingsbeginselen zoals het transparantiebeginsel in acht te nemen. Dit betekent dat bij de inkoop van zorg reële tarieven moeten worden vergoed. Het transparantiebeginsel betekent dat de zorgkantoren op controleerbare wijze moeten motiveren waarom zij menen dat sprake is van reële tarieven. De zorgkantoren stellen dat de door hen geboden tarieven voldoende en rechtmatig op het feit dat de NZa [Nederlandse Zorgautoriteit] maximumtarieven heeft vastgesteld. De zorgkantoren zeggen dat de voorgestelde tarieven geen grote koerswijziging met zich meebrengen. Verder wijzen de zorgkantoren erop dat er zorgaanbieders zijn die met andere zorgkantoren hebben gecontracteerd voor nog lagere tarieven.
Oordeel rechter: geen onderbouwing reële tarieven
De rechter oordeelt dat de zorgkantoren geen controleerbare onderbouwing geven dat er reële tarieven worden gehanteerd. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van de zorgaanbieders    dat de vijf zorgkantoren per sector hadden moeten bekijken wat haalbaar is qua tarifering. De zorgkantoren hadden ook moeten kijken of het vastgestelde maximumtarief zich ervoor leent om daarop een korting toe te passen. De rechtbank overweegt dat het beleid alleen door de zorgkantoren kan worden vastgesteld op basis van deugdelijk onderzoek. Dit hebben de vijf zorgkantoren volgens de rechter nagelaten. Rik Wevers   [post_title] => Beleid zorgkantoren inkoop langdurige zorg onrechtmatig [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => beleid-zorgkantoren-inkoop-langdurige-zorg-onrechtmatig [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-05 10:11:38 [post_modified_gmt] => 2020-10-05 08:11:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22013 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 21961 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-10-02 09:42:18 [post_date_gmt] => 2020-10-02 07:42:18 [post_content] => De Jeugdwet en Wmo 2015 worden gewijzigd om aanbesteden in het Sociaal Domein makkelijker te maken. Hiertoe draait een pilot bij de gemeente Rotterdam waarbij een zogenoemde Tussenvoorziening WMO wordt ingekocht. Het selecteren van goed gekwalificeerde geschikte zorgaanbieders staat centraal.
Tussenvoorzieningen
De ambitie in de gemeente Rotterdam is om Tussenvoorzieningen voor ouderen te ontwikkelen, implementeren en realiseren waarmee het gat wordt gedicht tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis voor Rotterdammers met een smalle beurs. Deze Rotterdammers wonen dan zelfstandig, maar met vormen van gemeenschappelijkheid, ondersteuning en zorg nabij. Wonen, welzijn en zorg worden er in samenhang georganiseerd. Men wil maximaal zes opdrachtnemers contracteren die vanaf 1 november 2020 elk zorg dragen voor het organiseren van een Tussenvoorziening in een samenwerkingsverband van zorgaanbieders, woningbouwcoöperaties en welzijnsaanbieders. Fact Friday
Sociaal domein
De Tussenvoorziening is gericht op ouderen met een lichte tot matige ondersteuningsvraag en dient bij te dragen aan de beleidsuitgangspunten uit het programma ‘Rotterdam, Ouder en Wijzer’. Het samenwerken aan de Rotterdamse opgave voor geschikte(re) woningen voor ouderen, aan een groter maar ook gevarieerder aanbod van woon(zorg)concepten, tussenvoorzieningen en zogenaamde ouderenhubs is eveneens onderdeel van de afspraken gemaakt binnen het Langer Thuis Akkoord 2020-2025. Het inkoopproces hiervoor bestaat uit een aanbestedingsprocedure voor sociale en andere specifieke diensten (SAS-procedure) waarbinnen eerst een selectiefase plaatsvindt op geschiktheid van de inschrijver, gevolgd door een dialoogfase waarbij ook geselecteerd kan worden op uitvoerbaarheid en tijdigheid van de opdracht (Tussenvoorziening). Daarmee kan door gemeente en aanbieder samen de nieuwe voorziening vorm worden gegeven. Rik Wevers [post_title] => Aanbesteden in het Sociaal Domein zonder gunningscriteria! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanbesteden-in-het-sociaal-domein-zonder-gunningscriteria [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-02 09:42:18 [post_modified_gmt] => 2020-10-02 07:42:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21961 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 21907 [post_author] => 43 [post_date] => 2020-09-30 16:03:08 [post_date_gmt] => 2020-09-30 14:03:08 [post_content] => AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk? Eerder schreef mijn collega Jos van der Wijst over de verantwoordelijkheid voor de analyse door een algoritme. Hoewel de wet zoals hij aangeeft op dit moment inderdaad niets specifieks met betrekking tot Artificial Intelligence [AI], (product)aansprakelijkheid van (makers van) AI modellen, leveranciers van datasets, etc. regelt, moet bij het toepassen van AI wel rekening worden gehouden met de privacywetgeving. Voor de goede werking van AI is namelijk data nodig. Deze data zal, bijvoorbeeld en met name in geval van toepassingen in de zorg, bestaan uit persoonsgegevens van patiënten. Op de verwerking van deze persoonsgegevens is de Algemene Verordening Gegevensbescherming [AVG] en de Uitvoeringswet AVG [UAVG] van toepassing. Dit brengt een aantal aandachtspunten met zich mee.
Bijzondere persoonsgegevens
Bij het toepassen van AI in de zorg moet er rekening mee worden gehouden dat de AVG gegevens van patiënten die iets zeggen over zijn of haar gezondheid als bijzondere persoonsgegevens kwalificeert. Verwerking van bijzondere persoonsgegevens is in beginsel verboden [art. 9 lid 1 AVG], specifieke uitzonderingen daargelaten. Zo mag een dergelijke verwerking worden gebaseerd op de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt, maar de UAVG maakt ook uitzonderingen voor onder andere wetenschappelijk onderzoek [art. 24 UAVG] en de goede behandeling of verzorging van patiënten [art. 30 lid 3 UAVG].
privacy zorg
Besluitvorming op basis van AI
Op basis van art. 22 lid 1 AVG heeft een betrokkene [in de zorg de patiënt] ook het recht om niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens gebaseerd besluit waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hem op andere wijze in aanmerkelijke mate treft. Een uitzondering hierop is opnieuw de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene. Met dit recht van betrokkenen moet ook in de zorg rekening worden gehouden. Een medische keuze voor een bepaalde behandeling kan namelijk worden gezien als een besluit wat de patiënt in aanmerkelijke mate treft. Het inzetten van AI voor het verwerken en analyseren van persoonsgegevens valt onder het begrip geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Wanneer een behandelkeuze uitsluitend wordt gebaseerd op door AI gegenereerde aanbevelingen of analyse, wordt daarmee  in strijd gehandeld met dit recht van de patiënt. Het bij de keuze in behandeling betrekken van aanbevelingen gegenereerd door AI is dit in principe niet, omdat de keus dan niet uitsluitend wordt gebaseerd op geautomatiseerde verwerking.
Samenwerking tussen zorgverleners en AI bedrijven
Met het gebruik van AI in de zorg zullen de persoonsgegevens van patiënten vaak worden gedeeld met de AI dienstverlener. Privacyrechtelijk is daarbij belangrijk om vast te stellen wat de AI dienstverlener precies met de persoonsgegevens gaat doen. Als deze enkel ten behoeve van de zorgverlener worden verwerkt, om bijvoorbeeld de voornoemde aanbevelingen voor behandelkeuzes te doen, wordt de AI dienstverlener gekwalificeerd als verwerker en moet er een verwerkersovereenkomst worden gesloten. Gaat de AI dienstverlener de persoonsgegevens ook voor eigen doeleinden verwerken, dan wordt deze zelf aangemerkt als verwerkingsverantwoordelijke en is een verwerkersovereenkomst onvoldoende om de uitwisseling van persoonsgegevens vast te leggen. Van gebruik voor eigen doeleinden door de AI dienstverlener zal snel sprake zijn, omdat de ontvangen data vaak ook zal worden gebruikt om het AI model te verbeteren. Ook in dat geval is het verstandig om afspraken omtrent privacy schriftelijk vast te leggen.
Medisch beroepsgeheim
Naast het bovenstaande privacyrechtelijke aspect, is tevens het medisch beroepsgeheim van belang bij de samenwerking tussen zorgverleners en AI bedrijven. De Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst [WGBO, opgenomen in het Burgerlijk Wetboek] bepaalt namelijk dat de hulpverlener aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt mag verstrekken, tenzij de patiënt hiervoor toestemming heeft gegeven [art. 7:457 lid 1 BW]. Dit kan in de weg staan aan het gebruik van AI in de zorg. Rechtstreeks bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst betrokken partijen vallen echter niet onder de definitie ‘anderen dan de patiënt’ [art. 7:457 lid 2 BW]. Met hen kunnen inlichtingen over de patiënt dus wel worden gedeeld. Hoewel het voor de hand ligt dat bijvoorbeeld verpleegkundigen onder deze uitzondering vallen, heeft de Autoriteit Persoonsgegevens aangegeven dat ook een cloudprovider hieronder valt. De vraag of een AI-bedrijf ook onder deze uitzondering kan worden geschaard is tot nu toe niet beantwoord. Verschillende partijen zijn al wel bezig met de ontwikkeling van manieren om informatie over de patiënt bijeen te kunnen brengen zonder dat er persoonsgegevens worden uitgewisseld, bijvoorbeeld door het toepassen van Multi-Party Computation waarbij de data onleesbaar vercijferd wordt. Voor een verdere toelichting hierover verwijs ik graag naar het webinar AI, Healthcare & Law. Al met al kan de samenwerking tussen AI bedrijven en zorginstellingen, ook privacyrechtelijk gezien, een gelukkig huwelijk zijn. Voorwaarde daarbij is wel dat aan verschillende punten de nodige aandacht wordt besteed, zowel voorafgaand als tijdens de samenwerking. Begin 2020 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens al aangegeven te gaan toezien op het gebruik van AI waarbij persoonsgegeven worden gebruikt.  Reden te meer om deze aandachtspunten goed in het oog te houden, zeker nu de toezichthouder er niet voor terugschrikt om ook in de zorgsector handhavend op te treden. Tom Oerlemans [post_title] => AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ai-privacy-in-de-zorg-een-gelukkig-huwelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-30 16:23:45 [post_modified_gmt] => 2020-09-30 14:23:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21907 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 22162 [post_author] => 17 [post_date] => 2020-10-14 11:51:04 [post_date_gmt] => 2020-10-14 09:51:04 [post_content] => De regering heeft al voorzien in een (weliswaar) versoberde NOW 3.0, maar voor vele ondernemers is dit niet voldoende. De tweede golf en bijbehorende maatregelen hebben hun intrede gedaan en ondernemers in getroffen branches missen perspectief. Wat gaat er wel en wat gaat er niet veranderen naar aanleiding van de intrede van de tweede golf?
Opstelling van de banken
Te beginnen bij de opstelling van de banken. De banken hebben zich tijdens het begin van de coronacrisis zeer meedenken en coöperatief opgesteld. Aflossing en rente kon voor meerdere maanden worden opgeschort en de banken hebben hun klanten veel ruimte en dus adempauze gegund. Circa 129.000 bedrijven maakten hier gebruik van voor een totaalbedrag van drie miljard euro aan uitgestelde betalingen. Nadat de Minister-President de gedeeltelijke lockdown in verband met de tweede golf afkondigde, verklaarde de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Banken al snel in de media dat er geen algemene betaalpauze zal komen, zoals in april. "Niemand heeft er belang bij, ook die ondernemer niet, als ze zich in de schulden blijven steken terwijl er geen toekomstperspectief is", zo verklaart hij. De Nederlandsche Bank verklaarde op haar beurt weer dat banken in Nederland er dusdanig goed voor staan dat ze zich een dergelijke pauze wel zouden kunnen veroorloven.
Maatwerk
Het codewoord lijkt ‘maatwerk’. Er komt geen algemene betaalpauze voor iedereen, maar de deur lijkt wel degelijk op een kier te staan voor afspraken op maat. Schroom daarom niet om het contact te zoeken met uw bank, indien het water u aan de lippen staat. De Nederlandse Vereniging voor Banken waarschuwt wel dat hulp alleen wordt geboden aan de ondernemingen met toekomstperspectief, die in de kern gezond zijn. Iedere ondernemer moet zich deze vraag gaan stellen, zo lang als de coronacrisis voortduurt. En dan met name in de hard getroffen branches. Ben ik in de kern gezond of is de coronacrisis feitelijk slechts een verergering van reeds bestaande problemen?
Time-out
Voor de bedrijven die in de kern wel gezond zijn, breken nu ook werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland een lans. Zij pleiten voor extra steun in de vorm van een time-out regeling: "Er zijn ondernemers die een business hebben waarvan je weet dat die straks weer open gaat. Het zou natuurlijk ontzettend zonde zijn als ze in de tussentijd failliet zijn gegaan. Daarom zeggen wij: maak nou een regeling dat ze tijdelijk kunnen stoppen, een soort time-out, zodat ze straks als het virus achter de rug is weer open kunnen." Tegelijkertijd merken ze zelf al op dat dit een complexe puzzel is, vanwege de verschillende stakeholders, zoals schuldeisers, Belastingdienst en UWV.
Mogelijkheden
Een dergelijke time-out regeling lijkt mij echter, hoe wenselijk ook, een brug te ver. Dit is complexe materie, die zich niet leent voor spoed- en ad hoc-wetgeving voor tijdelijke problemen. Wetgevingsprocessen over dit onderwerp lopen vaak meerdere jaren. Ook ten aanzien van deze stakeholders lijkt het codewoord voorlopig dus: maatwerk. Net zoals bij de banken. In de discussie met verhuurders zagen we de eerste uitspraken van rechters al verschijnen. Ook daar lijkt ruimte voor maatwerk. Uw kansen hierin nemen toe wanneer u met een adviseur goed voorbereid het gesprek aangaat. Informeer gerust vrijblijvend naar de mogelijkheden in uw positie. Dirk School [post_title] => De tweede golf: hoe nu verder voor de ondernemers? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-tweede-golf-hoe-nu-verder-voor-de-ondernemers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-14 12:16:15 [post_modified_gmt] => 2020-10-14 10:16:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22162 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1495 [max_num_pages] => 150 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => b1be783e01ee76e6c8de813b8111c1a5 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:80d219354819996df441c47ff60e3aab [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De regering heeft al voorzien in een (weliswaar) versoberde NOW 3.0, maar voor vele ondernemers is dit niet voldoende. De tweede golf en bijbehorende maatregelen hebben hun intrede gedaan en...
Lees meer
De Raad van State (de ‘Afdeling’) oordeelde dat, er geen databankrecht van toepassing is. Of de tekst auteursrecht is beschermd, wordt in het midden gelaten. Er is onvoldoende duidelijk gemaakt...
Lees meer
Regionale actualiteiten huisvesting arbeidsmigranten. Het huisvesten van arbeidsmigranten en kamerbewoning staat weer volop in de aandacht. In deze blog zal ik kort de actualiteiten in de regio bespreken over het...
Lees meer
07 okt 2020
BG.legal
Copycats: iedereen weet wel een voorbeeld te noemen. De tassen van Louis Vuitton, de horloges van Rolex of sneakers van Puma. Maar wat is een copycat nu precies? En hoe...
Lees meer
Het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) heeft onderzoek gedaan naar de kwaliteitsvraag in aanbestedingen in het zorgvervoer. Er worden vaak ‘zachte’ kwaliteitscriteria gevraagd zoals klantgerichtheid en sociale vaardigheden van chauffeurs. Het AIM...
Lees meer
Nog een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-coronapatiënten? De zorgsector loopt meer dan andere sectoren kans op aansprakelijkheidsclaims; – De claims van het zorgpersoneel die verwijt dat het ziekenhuis/instelling...
Lees meer
De afgelopen maanden verschenen verschillende uitspraken in verband met ontstane huurachterstanden vanwege de coronacrisis (covid-19). Met name de horecabedrijven werden door de gedongen overheidssluiting hard getroffen. In veel van die...
Lees meer
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft in een vijftal zaken uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat het beleid van de zorgkantoren voor de inkoop van langdurige zorg onrechtmatig...
Lees meer
De Jeugdwet en Wmo 2015 worden gewijzigd om aanbesteden in het Sociaal Domein makkelijker te maken. Hiertoe draait een pilot bij de gemeente Rotterdam waarbij een zogenoemde Tussenvoorziening WMO wordt...
Lees meer
AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk? Eerder schreef mijn collega Jos van der Wijst over de verantwoordelijkheid voor de analyse door een algoritme. Hoewel de wet zoals...
Lees meer