Blog van medewerkers
- de schuldenaar een startverklaring voor een WHOA-akkoord heeft gedeponeerd en hij dat akkoord heeft aangeboden of toezegt dat binnen 2 maanden aan te bieden, of een herstructureringsdeskundige is aangesteld; en
- summierlijk blijkt dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is om de onderneming tijdens de voorbereiding/onderhandelingen over een WHOA-akkoord te kunnen blijven voortzetten; en
- aannemelijk is dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers daarbij gediend zijn en de individuele schuldeisers waarop de afkoelingsperiode zal zien niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.
Duur en reikwijdte
Een afkoelingsperiode in een WHOA-traject duurtGevolgen voor schuldeisers
De rechten van schuldeisers (voor wie de afkoelingsperiode geldt) worden gedurende de afkoelingsperiode beperkt. Tijdens de afkoelingsperiode mogen zij zichGevolgen voor onderneming
Het kan zijn dat de onderneming voorafgaand aan de afkoelingsperiode de bevoegdheid had om goederen te gebruiken, verbruiken en vervreemden. Denk bijvoorbeeld aan goederen die onder eigendomsvoorbehoud aan de onderneming zijn geleverd en door haar worden (door)verkocht of gebruikt. Voor zover dit valt onder deBescherming van de schuldeiser
De afkoelingsperiode kan schuldeisers (zoals de pand- of hypotheekhouder, (handels)crediteuren met eigendomsvoorbehoud of beslagleggers) dus aanzienlijk beperken in hun rechten. Zekerheidsrechten worden gedurende de afkoelingsperiode eigenlijk- hem een machtiging te verlenen, zodat hij toch verhaal mag nemen op de goederen van de schuldenaar;
- de afkoelingsperiode op te heffen, indien hij van mening is dat er voor de afkoelingsperiode geen grond is of deze hem wezenlijk in zijn belangen schaadt; en
- om voorzieningen te treffen ter bescherming van de belangen van de schuldeisers en aandeelhouders (de rechtbank kan dergelijke voorzieningen ook zelf treffen, bij of na de afkondiging van de afkoelingsperiode);
[post_title] => De afkoelingsperiode in de WHOA
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-afkoelingsperiode-in-de-whoa
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-04-16 15:26:44
[post_modified_gmt] => 2021-04-16 13:26:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=25023
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 25001
[post_author] => 43
[post_date] => 2021-04-16 09:08:18
[post_date_gmt] => 2021-04-16 07:08:18
[post_content] => Administratie en registratie
Hoewel het natuurlijk niet de bedoeling is dat zorgmedewerkers langer bezig zijn met administreren dan met het verlenen van zorg, moge duidelijk zijn. Dat administratie en registratie van verrichte handelingen in de zorg wel- de overeengekomen en geleverde prestaties, alsmede wanneer die prestaties zijn geleverd;
- aan welke patiënt onderscheidenlijk aan welke verzekerde die prestaties door een zorgaanbieder zijn geleverd;
- de daarvoor in rekening gebrachte tarieven; en
- de in verband daarmee ontvangen of verrichte betalingen of vergoedingen aan derde.
Opleggen boete
Voldoet een zorgaanbieder of ziektekostenverzekeraar hier niet aan, dan kan de NZa daarop ingrijpen. Zo ontbraken er bij de Utrechtse zorgaanbieder gehele dossiers, maar ook het ontbreken van een planning en tijdsregistratie was voor de NZa afdoende om tot het opleggen van een
[post_title] => Administratie in de zorg, onverminderd belangrijk!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => administratie-in-de-zorg-onverminderd-belangrijk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-04-16 09:57:26
[post_modified_gmt] => 2021-04-16 07:57:26
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=25001
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 24640
[post_author] => 43
[post_date] => 2021-03-22 13:25:44
[post_date_gmt] => 2021-03-22 12:25:44
[post_content] => Begin maart 2021 heeft het ministerie van
[post_title] => Factsheet uitwisseling medische gegevens gepubliceerd
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => factsheet-toestemming-voor-uitwisseling-medische-gegevens-tussen-zorgverleners-gepubliceerd
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-03-22 13:32:30
[post_modified_gmt] => 2021-03-22 12:32:30
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=24640
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 24074
[post_author] => 43
[post_date] => 2021-02-19 09:55:20
[post_date_gmt] => 2021-02-19 08:55:20
[post_content] => Zoals al in eerdere blogs aan bod is gekomen, maakt de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) het mogelijk om een te hoge schuldenlast van een bedrijf te herstructureren. Bij een te hoge schuldenlast denkt men al gauw aan banken of andere financiers, vaak de grootste schuldeisers van ondernemingen. In ruil voor het verstrekken van financiering bedingen financiers vaak Positie pand- en hypotheekhouder
De WHOA biedt de schuldenaar de mogelijkheid een te hoge schuldenlast door het aanbieden van een onderhands akkoord te herstructureren. Financiers, met veelal pand- en hypotheekrechten, kunnen ook in een dergelijk akkoord worden betrokken. Met hun preferente positie vormen ze eenPand- en hypotheekhouder tijdens afkoelingsperiode
Het recht van de pand- en hypotheekhouder om zich te verhalen op zaken en vorderingen die onder hun pand- of hypotheekrecht vallen, kunnen zij tijdens een afkoelingsperiode in principe niet uitoefenen (artikel 376 lid 2 sub a Fw). Uitoefening daarvan kan alleen als de rechtbank hiervoor een machtiging afgeeft. Verpande of verhypothekeerde goederen mogen gedurende de afkoelingsperiode in principe dus niet executoriaal worden verkocht. In de vierde uitspraak omtrent de WHOA kwam de rechtbank overigens tot een interessante, afwijkende redenering. In die zaak had de pandhouder een openbaar pandrecht op een vordering, gevestigd in ruil voor het opheffen van beslagen. De rechtbank redeneert dat de pandhouder, gelet op zijn positie in een faillissement, zich ook na het bereiken van een akkoord op basis van het pandrecht kan verhalen. De afkoelingsperiode zou daarom nadrukkelijk niet de bedoeling hebben de rechten van de pandhouder in te perken. De rechtbank redeneert door en stelt dat de pandhouder zich daarom mag verhalen, door de verpande vordering te innen. De rechtbank motiveert helaas niet waarom de pandhouder op deze manier wordt ontzien.Pandrecht op vorderingen
Ook in geval van een pandrecht op vorderingen op naam (of op het vruchtgebruik van dergelijke vorderingen) beschermt de afkoelingsperiode de schuldenaar. De in artikel 376 lid 7 en 8 Fw opgenomen regeling bepaalt namelijk dat deze pandhouder tijdens de afkoelingsperiode geen mededeling van het pandrecht mag doen (het niet openbaar mag maken). Ook mag deze pandhouder geen betaling in ontvangst nemen of verrekenen met een vordering op de schuldenaar. Hiermee wijkt de WHOA af van de regeling in faillissement en surseance van betaling, waar de pandhouder dit wel mag. Dit voorkomt onder andere dat er onrust ontstaat onder debiteuren en dat de inkomstenstroom van de onderneming opdroogt. Bij mededeling van het pandrecht kan namelijk alleen bevrijdend betaald worden aan de pandhouder. In ruil hiervoor moet de schuldenaar wel op toereikende wijze vervangende zekerheid stellen voor het verhaal van de pandhouder. Deze zekerheid zal vaak bestaan uit pandrechten op nieuwe vorderingen die ontstaan uit de bedrijfsvoering van de schuldenaar, die dankzij de afkoelingsperiode kan worden voortgezet. Verpanding van nieuwe vorderingen is mogelijk doordat de schuldenaar tijdens een WHOA-procedure, in tegenstelling tot in faillissement, beschikkingsbevoegd blijft. Voor de pandhouder is het belangrijk om steeds te controleren of deze vervangende zekerheid daadwerkelijk toereikend is. Denk daarbij aan periodieke inzage in openstaande vorderingen en een ouderdomsanalyse van de debiteuren. Van belang is daarbij ook om oog te hebben voor vorderingen die lastig te incasseren zijn (o.a. bij internationale debiteuren), die de debiteur kan verrekenen of waarvan de debiteur onderdeel uitmaakt van het concern van de schuldenaar.Internationale verhoudingen
Interessant is de situatie waarin zekerheidsrechten zijn gevestigd op goederen die zich in andere lidstaten van de Europese Unie bevinden. In een dergelijke situatie wordt de keuze voor een openbare of besloten WHOA-procedure namelijk relevant. Beslissingen in een openbare procedure worden in principe automatisch in andere lidstaten van de Europese Unie erkend (Denemarken uitgezonderd). Dit is geregeld in de Insolventieverordening (IVO). Het hieraan verbonden voordeel is dat een bereikt schuldeisersakkoord automatisch binnen de Europese Unie wordtWat te doen als pand- of hypotheekhouder, of als schuldenaar?
Zoals hierboven besproken kan een afkoelingsperiode tijdens een WHOA-procedure de mogelijkheden van de pand- en hypotheekhouder behoorlijk beperken. Indien blijkt dat de belangen van de pand-of hypotheekhouder onvoldoende worden gewaarborgd, dan zijn er een aantal stappen mogelijk. Hier kan de schuldenaar op zijn beurt weer tegenin gaan.- De pand- of hypotheekhouder kan de rechtbank vragen om een
machtigingom, ondanks de afkoelingsperiode, toch verhaal te mogen nemen op de verpande/verhypothekeerde goederen (artikel 376 lid 2 sub a Fw). Voordat een dergelijke machtiging wordt afgegeven, mogen verschillende partijen (waaronder de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige) hier een zienswijze over geven. Tegen een dergelijke machtiging kan de schuldenaar zich dus verweren (artikel 376 lid 11 Fw). - Bij de beslissing om een afkoelingsperiode te gelasten kan de rechtbank, onder andere op verzoek van schuldeisers waarop de afkoelingsperiode ziet,
voorzieningentreffen ter bescherming van de belangen van schuldeisers. Denk daarbij aan het periodiek bieden van inzicht in de vorderingen van de schuldenaar (de vervangende zekerheid), maar ook aan het aanstellen van een observator (art. 376 lid 9 Fw). De schuldenaar mag over deze verzochte voorzieningen zijn zienswijze geven en kan zich hiertegen aldus verweren. - Iedere schuldeiser (waaronder de pand- en hypotheekhouder) die van mening is dat de afkoelingsperiode niet noodzakelijk is, ofwel dat hij door de afkoelingsperiode wezenlijk in zijn belang wordt geschaad, kan de rechtbank vragen de
afkoelingsperiode op te heffen(artikel 376 lid 10 Fw). Ook hier mogen verschillende partijen (waaronder de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige) hier een zienswijze over geven. - Een schuldeiser kan, net als de schuldenaar, worden gehoord wanneer de rechtbank een besluit moet nemen over het verlengen of opheffen van de afkoelingsperiode (artikel 376 lid 5 Fw en artikel 376 lid 10 Fw), of over het treffen van voorzieningen als bedoeld in punt 2. Dit geeft zowel schuldeiser als schuldenaar de mogelijkheid om zijn of haar
visie te delenmet de rechtbank.
[post_title] => De WHOA en de pand- of hypotheekhouder
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-whoa-en-de-pand-of-hypotheekhouder
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-02-19 09:55:20
[post_modified_gmt] => 2021-02-19 08:55:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=24074
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 23962
[post_author] => 43
[post_date] => 2021-02-08 15:28:25
[post_date_gmt] => 2021-02-08 14:28:25
[post_content] =>
Cybersecurity in de zorg: dreigingen in beeld. De beveiliging van persoonsgegevens en het belang daarvan komt steeds vaker in het nieuws. Niet altijd in positieve zin, denk bijvoorbeeld aan recent aan het licht gekomen lek bij de GGD. Dit maakt eens te meer duidelijk dat Z-CERT
Op 1 februari 2021 heeft Z-CERT, het Computer Emergency Response Team voor de zorg, het eerste Cyberdreigingsbeeld voor de zorg gepubliceerd. Hierin wordt naast datalekken ook ransomware en cyberspionage als dreigingen voor de zorgsector genoemd, waarbijHet advies
Het advies luidt dus: niet langer blindelings op leveranciers vertrouwen, maar
[post_title] => Cybersecurity in de zorg: dreigingen in beeld!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => cybersecurity-in-de-zorg-dreigingen-in-beeld
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-02-08 15:28:25
[post_modified_gmt] => 2021-02-08 14:28:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=23962
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 23917
[post_author] => 43
[post_date] => 2021-02-05 16:15:42
[post_date_gmt] => 2021-02-05 15:15:42
[post_content] => Nadat op 1 januari 2021 de WHOA in werking trad, volgden er al snel meerdere uitspraken over deze nieuwe wet gericht op het saneren van schulden buiten faillissement. In januari 2021 werden er in totaal zes uitspraken over de WHOA gedaan. In deze en een eerdere blog ga ik in op verschillende lessen die uit deze uitspraken kunnen worden afgeleid.
Onpartijdigheid en onafhankelijkheid van groot belang
Zoals uit de derde uitspraak al bleek, is de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de (beoogd) herstructureringsdeskundige van groot belang. Dit punt komt opnieuw ter sprake in de vijfde uitspraak. Het bedrijf in deze zaak kwam via een doorverwijzing van ABN Amro Lease in contact met de beoogd herstructureringsdeskundige. Na een gesprek met het bedrijf heeft er ook afstemming plaatsgevonden met ABN Amro Lease en de Rabobank. Zowel Rabobank als ABN Amro Lease stemden in met zijn benoeming tot herstructureringsdeskundige. Deze gang van zaken maakt dat de rechtbank de- De betrokkenheid ging niet verder dan het in kaart brengen van de situatie om een offerte uit te kunnen brengen;
- De beoogd herstructureringsdeskundige was enkel doorverwezen door een van de schuldeisers (ABN Amro Lease) en kon niet als gemachtigde of opdrachtnemer worden gezien;
- Voor de werkzaamheden tot dan toe waren geen kosten in rekening gebracht;
- Het bedrijf had samen met zijn belastingadviseur al een
reorganisatieplan met exploitatiebegrotingopgesteld vóór de offerteaanvraag.
Onvoldoende onpartijdig en onafhankelijk?
In de zesde uitspraak wordt duidelijk wat de gevolgen zijn wanneer de schijn bestaat dat de aangedragen herstructureringsdeskundige onvoldoende onpartijdig en onafhankelijk is. In dit geval had de beoogd herstructureringsdeskundige (veel) meer gedaan dan enkel de situatie geïnventariseerd. De rechtbank benoemt de volgende punten. De (beoogd) herstructureringsdeskundige:- had al eerder contact gehad met het bedrijf, welk contact verder ging dan noodzakelijk voor inventarisatie / het uitbrengen van een offerte;
- had zelf al een verzoekschrift voor het afkondigen van een afkoelingsperiode opgesteld;
- was aanwezig bij een overleg met partijen.
Interne en externe financiering WHOA-traject beiden mogelijk
Het opstarten en doorlopen van een WHOA-traject brengt kosten met zich mee. Om deze kosten te voldoen en om uitvoering te geven aan het akkoord moeten er voldoende middelen voorhanden zijn. In het merendeel van de eerste zes uitspraken maakt de onderneming gebruik van externe financiering om uiteindelijk een akkoord aan te kunnen bieden. Anderzijds gaf één bedrijf aan een akkoord te willen financieren uit winstgevend onderhanden werk, eventueel aangevuld door een kapitaalinjectie door (de vennootschap van) de bestuurder. De onderneming kan een WHOA-traject in principe dus ook geheel zelf financieren, zonder een externe financier. Overigens biedt de WHOA welBesloten procedure populair
De bedrijven in de eerste zes uitspraken kozen allemaal voor een besloten akkoordprocedure bij het opstarten van een WHOA-traject. Het grootste voordeel van deze besloten procedure is de relatieve rust om het WHOA-traject te doorlopen en een akkoord aan te bieden. Dit kan de mogelijke schadelijke publiciteit van een WHOA-procedure (en de mogelijke impact op waarde van de onderneming) grotendeels voorkomen. Een openbare WHOA-procedure is met name in geval van internationale betrekkingen interessant. Beslissingen in een openbare WHOA-procedure worden op grond van de Insolventieverordening namelijkConclusie
Uit de eerste zes uitspraken over de WHOA valt met name af te leiden dat de focus van de rechtbanken (onder andere) op de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van (beoogd) herstructureringsdeskundigen ligt. Specifieke kennis van branches of markten kan bijdragen aan de deskundigheid en de rechtbank neemt dit mee in haar beoordeling. Als het echter niet goed zit met de onpartijdigheid en onafhankelijkheid dan volgt er geen benoeming. Mkb-bedrijven lijken daarbij, eigenlijk tegen menig verwachting in, de WHOA goed te kunnen vinden. De besloten WHOA-procedure biedt de relatieve rust om een schuldeisersakkoord voor te bereiden en aan te bieden. De WHOA is dus niet enkel en alleen geschikt voor grote(re) bedrijven. Daarbij is het goed om te zien dat
[post_title] => Lessen uit zes WHOA-uitspraken (II)
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => lessen-uit-zes-whoa-uitspraken-ii
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-02-10 10:32:26
[post_modified_gmt] => 2021-02-10 09:32:26
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=23917
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 23915
[post_author] => 43
[post_date] => 2021-02-05 15:41:25
[post_date_gmt] => 2021-02-05 14:41:25
[post_content] => Nadat op 1 januari 2021 de WHOA in werking trad, volgden er al snel meerdere uitspraken over deze nieuwe wet gericht op het saneren van schulden buiten faillissement. In januari 2021 werden er in totaal zes uitspraken over de WHOA gedaan. In deze en de hierop volgende blog ga ik in op verschillende lessen die uit deze uitspraken kunnen worden afgeleid.
Ook voor midden- en kleinbedrijf
De eerste uitspraak maakt gelijk duidelijk dat een WHOA-traject niet alleen is weggelegd voor grotere bedrijven. In deze uitspraak ging het om een relatief overzichtelijke schuldenlast van een in de kern gezondeZowel voortzetting als beëindiging
Ook de tweede uitspraak ziet op een mkb-onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert. De onderneming ontplooit geen activiteiten meer en er bestaat een geschil over wie nu bestuurder is. Nadat ex-werknemers het faillissement aanvragen, vraagt het bedrijf de rechtbank om in plaats daarvan een WHOA-traject te starten om tot eenDeskundigheid vereist
In de eerste twee uitspraken gingen bedrijven zelf aan de slag met het voorbereiden van een WHOA-akkoord. De rechtbank stelt in de derde uitspraak voor het eerst een herstructureringsdeskundige aan. In plaats van het bedrijf zelf, bereidt de herstructureringsdeskundige het WHOA-akkoord voor. Hij is daarbij verplicht dit doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk te doen. Zoals het Landelijk Procesreglement WHOA zaken rechtbanken voorschrijft, heeft het bedrijf twee offertes van herstructureringsdeskundigen overlegd. Uit haar uitspraak blijkt dat de rechtbank, bij het maken van haar keuze in herstructureringsdeskundige, expliciet kijkt naar specifieke competenties. Daarbij valt te denken aanPositie pandhouder in principe veilig?
De vierde uitspraak gaat nader in op de positie van een pandhouder wanneer de pandgever een WHOA-procedure start. In haar uitspraak benadrukt de rechtbank dat deze pandhouder, met een openbaar pandrecht op een vordering, zich ook in het geval van een WHOA-traject op basis van haar pandrecht kan verhalen. In principe is de positie van deze pandhouder dan ook veilig. De rechtbank legt daarbij het verband met de situatie in faillissement. In geval van faillissement hoeft een pandhouder zich als separatist hier in principe niets van aan te trekken. In zowel faillissement als de WHOA in principe, omdat in beide gevallen de mogelijkheid bestaat voorGoede voorbereiding noodzakelijk
Opvallend in de vierde uitspraak is tevens de
[post_title] => Lessen uit zes WHOA-uitspraken (I)
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => lessen-uit-zes-whoa-uitspraken-i
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-02-19 10:00:43
[post_modified_gmt] => 2021-02-19 09:00:43
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=23915
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 22886
[post_author] => 43
[post_date] => 2020-11-26 10:24:30
[post_date_gmt] => 2020-11-26 09:24:30
[post_content] => De rechtbank Midden-Nederland fluit in haar uitspraak van 23 november 2020 de Standpunt AP
De verwerking van persoonsgegevens vereist een verwerkingsgrondslag, zoals opgenomen in artikel 6 AVG. Een van deze grondslagen is het gerechtvaardigd belang (artikel 6 lid 1 sub f AVG). Over de uitleg van het begrip gerechtvaardigd belang publiceerde de AP in november 2019 een normuitleg. Daarin neemt de AP het standpunt in dat een belang slechts gerechtvaardigd kan zijn wanneer het in rechte afdwingbaar is. Het belang moet een min of meer dringend en specifiek karakter hebben dat uit een (geschreven of ongeschreven) rechtsregel of rechtsbeginsel voortvloeit. Het zou (kort samenvattend) om eenBeoordeling rechtbank
Ook de rechtbank heeft nu harde kritiek op deze (te) strenge normuitleg en schuift deze aan de kant. Zo benoemt de rechtbank dat er, volgens- Er moet sprake zijn van een gerechtvaardigd belang;
- de verwerking van persoonsgegevens moet noodzakelijk zijn om dit belang te behartigen; en
- er moet een afweging plaatsvinden tussen de belangen van de verwerkingsverantwoordelijke en betrokkenen.
Conclusie
Uiteindelijk komt de rechtbank tot haar eindoordeel. De toetsing van de AP gaat uit van een verkeerde interpretatie van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’ en is daarom in strijd met art. 6 lid 1 sub f AVG. Omdat de AP de verwerking van persoonsgegevens niet volledig heeft onderzocht en gestopt is bij de vaststelling dat VoetbalTV geen gerechtvaardigd belang heeft, is het besluit tot het opleggen van de boete ook niet voldoende zorgvuldig genomen. Met deze uitspraak geeft de rechter de normuitleg van de AP een
[post_title] => Rechtbank geeft Autoriteit Persoonsgegevens rode kaart
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => rechtbank-geeft-autoriteit-persoonsgegevens-rode-kaart
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-26 10:24:30
[post_modified_gmt] => 2020-11-26 09:24:30
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22886
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 21907
[post_author] => 43
[post_date] => 2020-09-30 16:03:08
[post_date_gmt] => 2020-09-30 14:03:08
[post_content] => AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk? Eerder schreef mijn collega Jos van der Wijst over de verantwoordelijkheid voor de analyse door een algoritme. Hoewel de wet zoals hij aangeeft op dit moment inderdaad niets specifieks met betrekking tot Artificial Intelligence [AI], (product)aansprakelijkheid van (makers van) AI modellen, leveranciers van datasets, etc. regelt, moet bij het toepassen van AI wel rekening worden gehouden met de privacywetgeving. Voor de goede werking van AI is namelijk data nodig. Deze data zal, bijvoorbeeld en met name in geval van toepassingen in de zorg, bestaan uit persoonsgegevens van patiënten. Op de verwerking van deze persoonsgegevens is de Algemene Verordening Gegevensbescherming [AVG] en de Uitvoeringswet AVG [UAVG] van toepassing. Dit brengt een aantal Bijzondere persoonsgegevens
Bij het toepassen van AI in de zorg moet er rekening mee worden gehouden dat de AVG gegevens van patiënten die iets zeggen over zijn of haar gezondheid alsBesluitvorming op basis van AI
Op basis van art. 22 lid 1 AVG heeft een betrokkene [in de zorg de patiënt] ook het recht om niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens gebaseerd besluit waaraan voor hemSamenwerking tussen zorgverleners en AI bedrijven
Met het gebruik van AI in de zorg zullen de persoonsgegevens van patiënten vaak worden gedeeld met de AI dienstverlener. Privacyrechtelijk is daarbij belangrijk om vast te stellen wat de AI dienstverlener precies met de persoonsgegevens gaat doen. Als deze enkel ten behoeve van de zorgverlener worden verwerkt, om bijvoorbeeld de voornoemde aanbevelingen voor behandelkeuzes te doen, wordt de AI dienstverlener gekwalificeerd als verwerker en moet er een verwerkersovereenkomst worden gesloten. Gaat de AI dienstverlener de persoonsgegevens ook voorMedisch beroepsgeheim
Naast het bovenstaande privacyrechtelijke aspect, is tevens het
[post_title] => AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-privacy-in-de-zorg-een-gelukkig-huwelijk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-09-30 16:23:45
[post_modified_gmt] => 2020-09-30 14:23:45
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21907
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 26187
[post_author] => 43
[post_date] => 2021-06-30 09:05:12
[post_date_gmt] => 2021-06-30 07:05:12
[post_content] => Leveranciersklem zorginformatiesystemen onder de loep van de ACM
De ACM geeft in een recente publicatie aan haar pijlen te gaan richten op zogenaamde ‘Gebrekkige mogelijkheden
Zo zijn afnemers vaak niet bekend met alle relevante informatie vereist voor een overstap en zijn zij voor een overstap afhankelijk van de medewerking van hun huidige leverancier. Ook merkt de ACM op dat er vaak sprake is van systemen die niet met elkaar kunnen samenwerken of aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Deze gebrekkige mogelijkheden om data van het ene naar het andere systeem te verplaatsen (Drempels gebruik systemen
Deze effecten werpen drempels op voor partijen die gebruik maken van een ZIS/EDP-systeem en voor partijen die een dergelijk systeem willen aanbieden. Enerzijds is het overstappen naar een andere aanbieder een tijdrovend en complex proces voor afnemers, anderzijds is het voor aanbieders lastig om de markt voor dergelijke systemen te betreden. De potentiële afnemers van een nieuw systeem hebben namelijk al hun keus voor een ZIS/EPD-systeem gemaakt en overstappen is lastig. De ACM stipt tevens de sterke marktpositie van leveranciers aan en geeft aan metPrivacy en gegevensbescherming
Interessant is dat de ACM ook het belang van de standaardisatie van gegevensuitwisseling aanmerkt, met name in het belang van privacy en gegevensbescherming. Daarbij denkt de ACM aan standaarden voor bijvoorbeeld identificatie en toestemming. Voor zover de marktpartijen niet zelf tot een standaard komen, zou aanvullende regulering door de overheid voor de hand liggen.Leidraad
De ACM streeft ernaar om dit najaar een
[post_title] => Leveranciersklem zorginformatiesystemen onder de loep van de ACM
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => leveranciersklem-zorginformatiesystemen-onder-de-loep-van-de-acm
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-06-30 09:05:12
[post_modified_gmt] => 2021-06-30 07:05:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26187
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 24
[max_num_pages] => 3
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 53ffb7bec06d9cee02eaca387df6ad20
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:3ea8afae2c2b3bd171731f69ca8dddf9
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
16 apr 2021
19 feb 2021
05 feb 2021
05 feb 2021










