Blog van medewerkers
- Inzage krijgen in bestanden waar door middel van een bewijsbeslag beslag op is gelegd is niet eenvoudig.
- Toch is het de moeite waard om te proberen omdat het soms de enige manier is om of bewijs veilig te stellen of om überhaupt informatie te krijgen.
- De ene rechter geeft makkelijker toestemming tot inzage dan de andere rechter. Soms kan het de moeite waard zijn om te kijken aan welke rechter je toestemming vraagt. Soms zijn meerdere rechters bevoegd om een dergelijke toestemming te verlenen. In deze zaak was dat niet het geval.
- Wanneer de producent weet dat een product onveilig is of mogelijk onveilig is, dan dient zij haar distributeurs daar actief en volledig over te informeren.
- Wanneer nationale toezichthouders de verhandeling van producten verbieden omdat de producten [mogelijk] onveilig zijn, dan dient de producent haar distributeurs daar actief en volledig over te informeren.
- Wanneer een producent onjuiste en/of onvolledige informatie verstrekt aan haar distributeurs dan kan dat betekenen dat de rechter een beroep op een beperking van aansprakelijkheid die in een overeenkomst is opgenomen onaanvaardbaar vindt en dus buiten beschouwing laat.
Producent is aansprakelijk voor schade distributeur ten gevolge van recall omdat producent een gebrekkig product heeft geleverd en de distributeur onvolledig en zelfs misleidende informatie heeft gegeven. De producten kan geen beroep doen op de beperking van de aansprakelijkheid zoals in de distributieovereenkomst overeengekomen. De producent is aansprakelijk voor de volledige schade.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => producent-aansprakelijk-voor-schade-waaronder-de-schade-door-recall [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 15:32:13 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 14:32:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/10/28/producent-aansprakelijk-voor-schade-waaronder-de-schade-door-recall/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 7092 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-10-08 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-10-08 00:00:00 [post_content] => Wie kent hem niet, de Rubik’s Cube. Aan iedere zijde een andere kleur en nadat alle kleuren zijn gemixt, proberen om weer alle kleuren op hun plaats te krijgen. De kubus is al jaren populair en het verbaast niet dat hij werd nagemaakt. Rubik was het daar niet mee eens en startte een procedure. Hij deed primair een beroep op het auteursrecht op de kubus zonder de kleurenopdruk, waarbij het dus gaat om de vorm van de kubus, de samenstelling en de draaibaarheid. Subsidiair deed Rubik [volgens het Hof] een beroep op het auteursrecht op de kubus inclusief de kleurvakken, waarbij de vormgeving bestaat uit zes kleurvlakken en de beweegbaarheid waardoor eindeloos veel kleurvariaties mogelijk zijn. In hoger beroep heeft het Hof het in kort geding gegeven vonnis vernietigd en geoordeeld dat de kubus an sich - zonder de kleurvlakken- niet auteursrechtelijk is beschermd omdat de vorm technisch bepaald is. Dat ook andere vormen mogelijk zijn, doet daaraan niet af. Wel acht het Hof de kubus beschermd inclusief de bekende kleurvlakken waarmee hij op de markt is gebracht: rood, oranje, geel, wit, blauw en groen. De keuze voor die kleuren geeft de kubus een oorspronkelijk karakter en daardoor kan de kubus in die vorm auteursrechtelijk worden beschermd. Dit vonnis van het Hof betekent dus dat andere partijen de kubus in andere kleuren op de markt kunnen brengen [de kubus an sich is immers niet beschermd door auteursrecht]. Rubik was het daarmee oneens in ging in cassatie bij de Hoge Raad omdat Rubik vond dat het Hof had moeten onderzoeken of er binnen de technische eisen van de kubus an sich ruimte was voor persoonlijke creatieve keuzes. Ook de ‘namaker’ heeft in cassatie gesteld dat het Hof niet juist oordeelde en wel dat door Rubik geen subsidiair beroep gedaan zou zijn op bescherming op basis van de kleurvlakken en voorts dat de kleurvlakken niet oorspronkelijk zijn. [dus de “namaker wilde de kubus in alle kleuren op de markt kunnen brengen ook in de originele kleuren”] Op 19 september jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen en daaruit blijkt dat de Hoge raad van mening is dat het Hof op juiste gronden heeft geoordeeld. De kubus mag dus in andere kleurstellingen op de markt worden gebracht. Wel moest de “namaker” in cassatie relatief veel advocaatkosten betalen aan Rubik en Rubik niet aan de “namaker” omdat deze te laat haar vordering zou hebben ingediend. Dat was nog een schrale troost voor de bedenker van de populaire kubus. [post_title] => Kubus van Rubik [post_excerpt] =>Wie kent hem niet, de Rubik’s Cube. Aan iedere zijde een andere kleur en nadat alle kleuren zijn gemixt, proberen om weer alle kleuren op hun plaats te krijgen. De kubus is al jaren populair en het verbaast niet dat hij werd nagemaakt. Rubik was het daar niet mee eens en startte een procedure. Hij deed primair een beroep op het auteursrecht op de kubus zonder de kleurenopdruk, waarbij het dus gaat om de vorm van de kubus, de samenstelling en de draaibaarheid. Subsidiair deed Rubik [volgens het Hof] een beroep op het auteursrecht op de kubus inclusief de kleurvakken, waarbij de vormgeving bestaat uit zes kleurvlakken en de beweegbaarheid waardoor eindeloos veel kleurvariaties mogelijk zijn.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kubus-van-rubik [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-14 16:55:49 [post_modified_gmt] => 2021-12-14 15:55:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/10/08/kubus-van-rubik/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 7091 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-09-23 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-09-23 00:00:00 [post_content] =>Changes per January first, 2015:
Probation period
In the case of an employment contract of six months ore less it is not permitted to include a probation period. This means that in the case of a fixed term employment contract longer than six months, a probation period is still allowed.
Non competition clause
For a fixed term contract it will no longer be allowed to conclude a non competition clause, unless the employer has a predominant business interest and motivates this interest in writing upon agreeing to a non competition clause. Failing to give this motivation or failing to prove sufficient ground for the non competition clause will render the clause invalid.
Announcement that the fixed term contract ends
An obligation for the employer is introduced to notify the employee in writing in case the employer decides not to extent the present fixed term contract nor offers the employee a new contract. So contrary to the present law, the fixed term contract does not expires without the employer is re-quired to take action. The announcement [of ending the fixed term contract] should be made in writing no later than one month before the end of the fixed term. Failing to do so ore to do so timely will cause the employer to be liable to pay a penalty to the employee equal to the amount of one month of basic salary [including holiday allowance].
Changes per July first 2015:
Number of contracts for a defined period of time
The rules with regard to the number of contracts for a defined period of time before it causes a contract for an undefined period of time, change.
Under present law an employer may conclude up to three fixed term employment contracts, for a total of three years. Concluding a fourth contract for a defined period of time or exceeding the maximum of three years in total [intermissions of three months ore less will not be taken into account] will cause the employment contract to automatically become a contract for an undefined period of time.
Under the new law fixed term contracts will be restricted to a maximum of three over a period of two years with intervals of six months.
Legal procedures tot terminate the contract
The present two-tier system with regard to dismissals changes. The employer can no longer choose between the UWV [Employee Insurance Agency] or the cantonal judge. All dismissals for economic reasons and for long term sickness [more than two years of sickness] are decided upon by UWV. All dismissals for personal reasons will need to be routed through the cantonal judge.
Consideration after settlement agreement
Completely new is a so called “cooling off period” for termination agreements. The employee can revoke his written agreement [with termination] within fourteen days without specifying his reasons.
The employer has the obligation to inform in writing the employee of the possibility to revoke his written agreement in the termination agreement. This can be done in the termination agreement itself or within two working days after the termination agreement has been signed. If the employer does not comply with his obligation to inform the employee, the cooling of period is extended to three weeks.
If within six months after the employee has revoked his written agreement, a new termination agreement is concluded, the cooling of period does not apply anymore.
Compensation
The current formula on compensation used by the cantonal judges will be replaced by a new transition compensation. This transition compensation will be available to all employees who are dis-missed and had a contract that lasted for two years ore more. So this also includes fixed term employees, who under the present law are not entitled to any compensation.
The transition compensation is [globally] calculated as follows: for the first ten years of service the compensation consists of one third of a regular monthly salary for each full year of employment. For the years of service exceeding ten years of service, the compensation consists of half of a regular monthly salary for each full year of employment.
There is a maximum to the compensation payable of EUR 75.000 or the amount that equals one annual salary if the employee earns more than EUR 75.000 per year.
Given their [in general difficult] position on the labour market, employees over fifty with at least ten years of service [and of which the employer has more than 25 employees], will be entitled [ until January first 2020 to a higher transition compensation. These employees are entitled to a transition compensation equal to one monthly salary per full year of employment after they have reached the age of 50 but which is also capped by the maximum of EUR 75.000 or the amount that equals one annual salary if the employee earns more than EUR 75.000 per year.
No [ore lower] transition compensation may be due if the dismissal is a result of the fact that the employee is grossly to blame for the dismissal. Vice versa, in the case of seriously culpable acts or omissions of the employer, the judge may ground an additional sufferance payment which is not capped.
Appeal
In the present law there is [with some limited exceptions] no possibility for an appeal against a judgment given by the cantonal judge regarding termination of the employment agreement. This will change.
Appeal [and as a next step the so called “cassation” at the High Court] of the decision of the cantonal judge regarding the termination of the labour contract will be possible for both parties.
A new rule as well is that if a request for permission to give notice has been denied by UWV, the employer may initiate proceedings for rescission with the cantonal court. The employee may also initiate separate legal proceedings with the cantonal court after permission to give notice has been granted by UWV.
Changes per January first 2016:
As of January first 2016 through 2019 the period of unemployment benefits will be gradually reduced to a maximum of 24 months.
During the first ten years of employment, unemployment benefits will be accrued in a rate of one month for each completed year of service and after that, the rate of accrual will reduce to half a month.
Rik Wevers
Attorney-at-law
Section Employment and Dismissal
Changes per January first, 2015:
Probation period
In the case of an employment contract of six months ore less it is not permitted to include a probation period. This means that in the case of a fixed term employment contract longer than six months, a probation period is still allowed.
Non competition clause
For a fixed term contract it will no longer be allowed to conclude a non competition clause, unless the employer has a predominant business interest and motivates this interest in writing upon agreeing to a non competition clause. Failing to give this motivation or failing to prove sufficient ground for the non competition clause will render the clause invalid.
Announcement that the fixed term contract ends
An obligation for the employer is introduced to notify the employee in writing in case the employer decides not to extent the present fixed term contract nor offers the employee a new contract. So contrary to the present law, the fixed term contract does not expires without the employer is re-quired to take action. The announcement [of ending the fixed term contract] should be made in writing no later than one month before the end of the fixed term. Failing to do so ore to do so timely will cause the employer to be liable to pay a penalty to the employee equal to the amount of one month of basic salary [including holiday allowance].
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => the-changes-in-dutch-labour-law-in-2015-in-a-nutshell [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:11:23 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:11:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/09/23/the-changes-in-dutch-labour-law-in-2015-in-a-nutshell/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 7090 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-09-02 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-09-02 00:00:00 [post_content] => BIG geregistreerden of diegenen die een beroep uitoefenen waarvan de opleiding krachtens de Wet BIG is aangewezen (anders dan in het kader van een zorginstelling als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen), moeten hun beroepsuitoefening zodanig organiseren en zich van zodanig materieel voorzien dat dit redelijkerwijze leidt tot verantwoorde zorg (artikel 40 Wet BIG). Een en ander omvat ook de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. De inspectie voor de Gezondheidszorg houdt hierop toezicht en kan de beroepsbeoefenaar die deze verplichtingen niet of onvoldoende nakomt een schriftelijk bevel geven. Volgens de Raad van State echter niet preventief. In de zaak die ter beoordeling stond, ging het om een geregistreerde arts en psychotherapeut. Deze was strafrechtelijk aangehouden omdat hij ervan werd verdacht als psychiater medische dossiers te hebben vervalst met de bedoeling een persoonsgebonden budget en/of een arbeidsongeschiktheidsuitkering te verkrijgen. Daarvoor was aan hem door het Regionaal tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ook al een waarschuwing opgelegd. De betrokken arts werd binnen een termijn van krap 2 weken twee maal door de inspecteur uitgenodigd voor een gesprek, maar reageerde niet op die uitnodigingen. Onmiddellijk daarna kreeg hij het schriftelijk bevel zijn werkzaamheden als arts en psychotherapeut te staken. De inspecteur legde aan deze beslissing ten grondslag dat, gelet op de gerezen strafrechtelijke verdenking, de uitspraak van het tuchtcollege en de eigen verklaringen van betrokkene, niet van een verantwoorde zorgverlening kon worden uitgegaan en derhalve aanleiding bestond voor nader onderzoek naar de vraag of de Wet BIG werd nageleefd. De inspecteur stelde niet te kunnen vaststellen of de werkzaamheden van betrokkene aan de eisen voldeden aangezien het noodzakelijk daarnaar te verrichten onderzoek in de afgelopen periode geen doorgang had kunnen vinden. De arts/psychotherapeut kreeg in bezwaar bij de inspectie en beroep bij de rechtbank ongelijk. In hoger beroep heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het hoger beroep gegrond verklaard. De Afdeling oordeelde - kort samengevat – dat artikel 87a van de Wet BIG, de inspecteur niet de bevoegdheid geeft een preventief schriftelijk bevel tot staken van werkzaamheden te geven. In de onderhavige zaak was immers niet vastgesteld dat de beroepsbeoefenaar artikel 40 van de Wet BIG onvoldoende of onjuist had nageleefd. Dit geldt naar het oordeel van de Afdeling temeer nu de inspecteur, nadat hangende de procedure wel onderzoek was verricht, niet alsnog tot die conclusie had kunnen komen. Dat het volgens de inspecteur niet mogelijk was om een onderzoek “going concern” te laten plaatsvinden vanwege de veelal ernstige aandoeningen van patiënten, maakt dit naar het oordeel van de Afdeling niet anders. advocaat te Den Bosch, Eindhoven en Tilburg [post_title] => IGZ mag schriftelijk bevel tot staken werkzaamheden niet preventief geven [post_excerpt] =>BIG geregistreerden of diegenen die een beroep uitoefenen waarvan de opleiding krachtens de Wet BIG is aangewezen (anders dan in het kader van een zorginstelling als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen), moeten hun beroepsuitoefening zodanig organiseren en zich van zodanig materieel voorzien dat dit redelijkerwijze leidt tot verantwoorde zorg (artikel 40 Wet BIG). Een en ander omvat ook de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. De inspectie voor de Gezondheidszorg houdt hierop toezicht en kan de beroepsbeoefenaar die deze verplichtingen niet of onvoldoende nakomt een schriftelijk bevel geven. Volgens de Raad van State echter niet preventief.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => igz-mag-schriftelijk-bevel-tot-staken-werkzaamheden-niet-preventief-geven [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-09 16:17:31 [post_modified_gmt] => 2022-02-09 15:17:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/09/02/igz-mag-schriftelijk-bevel-tot-staken-werkzaamheden-niet-preventief-geven/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 7089 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-09-01 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-09-01 00:00:00 [post_content] =>Wanneer merkartikelen worden gekocht bij een leverancier die niet tevens merkhouder is, dan bestaat altijd de kans dat het om namaakproducten gaat. Wanneer dat het geval is dan bestaat het risico dat de merkhouder daar tegen optreedt. Dat kan tot imagoschade en hoge kosten leiden. Wat kun je doen om je daartegen te wapenen?
De eenvoudigste oplossing is om alleen maar direct bij de merkhouder in te kopen. Maar dat is niet altijd mogelijk of soms is het aantrekkelijker om bij een andere aanbieder te kopen.
Zo ook Kruidvat. In 2010 koopt Kruidvat van een Nederlandse onderneming die zich bezig hield met partijenhandel een partij overhemden van het merk Tommy Hilfiger. In de overeenkomst van Kruidvat met deze partijenhandel is verwezen naar de inkoopvoorwaarden en daar was een bepaling opgenomen waarbij de partijenhandel garandeerde dat de te leveren goederen geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten van derden.
Na levering ontdekt Kruidvat dat de partij namaak overhemden bevat. Kruidvat ontbindt daarop de koopovereenkomst en vordert de koopsom terug. Kruidvat dagvaardt de partijenhandel. De rechtbank wijst de vorderingen van Kruidvat echter af, onder meer omdat Kruidvat niet zou hebben aangetoond dat de monsters die waren onderzocht afkomstig waren uit de partij die van de partijenhandel was gekocht. Kruidvat gaat in hoger beroep en op 12 augustus 2014 wijst het hof een eindarrest.
Partijen hadden onder andere discussie over de vraag wie moest bewijzen dat de geleverde goederen met toestemming van de merkhouder in de Europese Economische Ruimte waren ingevoerd. Het hof stapt hier makkelijk overheen.
Een van de verweren van de partijenhandel was dat zij niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst, nu zij niet heeft gegarandeerd dat zij een partij zou leveren ten aanzien waarvan nimmer twijfel zou zijn over de herkomst ervan. Kruidvat kiest er immers voor om producten buiten de officiële distributiekanalen om te betrekken, zodat zij het daaraan verbonden inherente risico, dat die producten inbreuk maken op de intellectuele eigendomsrechten van derden, voor lief neemt, aldus de partijenhandel.
Het hof verwerpt dat verweer. Immers in de inkoopvoorwaarden was nu juist een garantie opgenomen. De partijenhandel stelt nog dat de inkoopvoorwaarden van Kruitvat geen onderdeel uitmaakten van de overeenkomst maar het hof verwerpt dat verweer. De inkoopvoorwaarden waren op de juiste wijze overeengekomen.
Het hof veroordeelt de partijenhandel om de door Kruidvat betaalde koopsom terug te betalen. Het verwijst de zaak naar een aparte procedure om de verdere schade van Kruidvat te laten vaststellen. Ook die schade moet door de partijenhandel worden vergoed.
Wat betekent dit voor de praktijk
- Neem in inkoop- / algemene voorwaarden / een koopovereenkomst op de garantie dat de leverancier geen producten levert die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten van derden;
- Zorg ervoor dat inkoop / algemene voorwaarden op een juiste wijze worden overeengekomen; wij zien in onze praktijk regelmatig dat dit mis gaat waardoor geen beroep gedaan kan worden op bepalingen in deze inkoop / algemene voorwaarden.
- Maak een protocol wat te doen bij vermoeden van het bezit van namaakproducten; denk daarbij aan mogelijke latere discussies over bewijs.
Check inkoop- / algemene voorwaarden
Wanneer u uw inkoop-/ algemene voorwaarden wilt laten checken op een afdoende garantie tegen de levering van namaakproducten, dan kunnen wij deze check uitvoeren.
Wanneer u geconfronteerd wordt met een claim in verband met de verkoop van namaakproducten dan kunnen wij u bij het verweer daartegen assisteren.
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
Zie ook branche Fashion & Design
Wanneer merkartikelen worden gekocht bij een leverancier die niet tevens merkhouder is, dan bestaat altijd de kans dat het om namaakproducten gaat. Wanneer dat het geval is dan bestaat het risico dat de merkhouder daar tegen optreedt. Dat kan tot imagoschade en hoge kosten leiden. Wat kun je doen om je daartegen te wapenen?
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => effectief-wapen-tegen-koop-namaakproducten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:12:38 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:12:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/09/01/effectief-wapen-tegen-koop-namaakproducten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 7088 [post_author] => 16 [post_date] => 2014-08-26 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-08-26 00:00:00 [post_content] =>Reaal schadeverzekering N.V. discrimineert een vrouw bij de vaststelling van de hoogte van de letselschade.
Op de vingers getikt door Het College voor de Rechten van de Mens. Reaal ging bij de vergoeding van de schade uit dat de vrouw zonder ongeval tien jaar niet zou hebben gewerkt en daarna voor de helft van de tijd. Het college oordeelde dat dit een verboden onderscheid is op basis van geslacht. Bij een man zou de verzekeraar een dergelijke berekening namelijk niet hanteren.
Lees de gehele uitspraak.
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
[post_title] => Verzekeraar discrimineert vrouwen bij vaststelling hoogte letselschade [post_excerpt] =>Reaal schadeverzekering N.V. discrimineert een vrouw bij de vaststelling van de hoogte van de letselschade.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verzekeraar-discrimineert-vrouwen-bij-vaststelling-hoogte-letselschade [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:13:01 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:13:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/08/26/verzekeraar-discrimineert-vrouwen-bij-vaststelling-hoogte-letselschade/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 7087 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-08-14 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-08-14 00:00:00 [post_content] => Op 15 augustus 2014 treedt de Beleidsregel openbaarmaking inspectiegegevens bij zware of ernstige asbestovertredingen in werking. De Inspectie SZW wil daarmee aansluiten bij ontwikkelingen naar meer transparantie. Bij andere toezichthouders zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en de Onderwijsinspectie is dit al gebruikelijk. Daarbij speelt het beschermingsmotief ten aanzien van werknemers, bedrijven en derden -zoals omwonenden of winkelend publiek- een belangrijke rol. Ook wordt een preventieve werking verwacht. Grondslag voor openbaarmaking is artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Daarin is bepaald dat een bestuursorgaan uit eigen beweging informatie verschaft over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daarvan als dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. Per geval moet een besluit over openbaarmaking worden afgewogen tegen de in diezelfde wet genoemde uitzonderingsgronden. Het algemene of publieke belang bij openbaarmaking wordt daarbij afgezet tegen de door deze gronden te beschermen belangen. Als het gaat om milieu informatie als bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer, kent de Wob een ruimer openbaarmakingsregime. Zo geldt niet de uitzondering dat openbaarmaking achterwege moet blijven als het belang van de openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van onevenredige benadeling van betrokkenen. In de beleidsregel is bepaald welke overtredingen openbaar worden gemaakt en welke gegevens daarbij worden vermeld. Het gaat daarbij om zware overtredingen uit het Arbeidsomstandighedenbesluit die doorgaans ernstig gevaar (kunnen) opleveren voor personen. Bijvoorbeeld het niet volledig of onjuist in beeld brengen van aanwezig asbest, de sanering daarvan of het onterecht vrijgeven na een eindmeting. Zij hebben als kenmerk dat er gevaar is voor blootstelling aan asbest omdat niet de vereiste maatregelen zijn getroffen of omdat er een ongewenste asbestemissie heeft plaatsgevonden. De Inspectie SZW maakt in geval van zo’n overtreding de volgende gegevens actief openbaar op haar website:- de naam en vestigingsplaats van de betrokken rechtspersoon of natuurlijke persoon;
- de geconstateerde overtreding;
- de datum waarop de overtreding is geconstateerd;
- de locatie waar het asbest aanwezig is of is geweest;
- of een bestuurlijke boete is opgelegd en/of een bevel tot stillegging van werk bij recidive op grond van de Arbeidsomstandighedenwet is genomen;
- of tegen een opgelegde boete of het bevel tot stillegging een rechtsmiddel is ingesteld dan wel of daartoe nog de mogelijkheid bestaat.
Op 15 augustus 2014 treedt de Beleidsregel openbaarmaking inspectiegegevens bij zware of ernstige asbestovertredingen in werking. De Inspectie SZW wil daarmee aansluiten bij ontwikkelingen naar meer transparantie. Bij andere toezichthouders zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en de Onderwijsinspectie is dit al gebruikelijk. Daarbij speelt het beschermingsmotief ten aanzien van werknemers, bedrijven en derden -zoals omwonenden of winkelend publiek- een belangrijke rol. Ook wordt een preventieve werking verwacht.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => openbaarmaking-van-gegevens-bij-zware-of-ernstige-asbestovertredingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-09 12:11:55 [post_modified_gmt] => 2022-02-09 11:11:55 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/08/14/openbaarmaking-van-gegevens-bij-zware-of-ernstige-asbestovertredingen/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7086 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-08-12 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-08-12 00:00:00 [post_content] =>Het conflict in Oekraïne heeft geleid tot economische sancties van de Europese Unie voor Rusland, Russische personen en bedrijven. Als reactie heeft Rusland importverboden opgelegd voor bepaalde groenten en fruitproducten uit bepaalde landen. De vraag is wat de concrete juridische gevolgen van deze sancties zijn voor Nederlandse bedrijven. Gevolgen in hun contractuele relatie met de Russische afnemer. Maar ook de gevolgen in hun contractuele relatie met toeleveranciers in Europa. En wat zijn de gevolgen wanneer een Nederlands bedrijf zaken doet met een persoon die op een speciale lijst van de Europese Unie staat? In deze bijdrage zal ik die vragen bespreken.
Het juridisch kader
De meest recente EU sancties zijn gebaseerd op Verordening (EU) Nr. 269/214, Nr. 753/2014 en Nr. 833/2014 van de Europese Raad. Omdat Rusland niet heeft voldaan aan de eisen van de Raad overweegt de Raad dat ‘het passend is om aanvullende beperkende maatregelen toe te passen teneinde Rusland een hogere prijs te laten betalen voor zijn acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen, en teneinde een vreedzame oplossing van deze crisis te bevorderen’.
Een Europese Verordening heeft in Lid-Staten meteen de status van wet. Dit in tegenstelling tot een Europese Richtlijn die door Lid-Staten in nationale wetgeving moet worden omgezet. Dat is met deze Verordening dus niet nodig. De Verordening werkt direct in alle Lid-Staten.
Wat is verboden door deze Verordeningen[1]?
- Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van op een lijst vermelde natuurlijke personen, of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren. Deelnemingen waarvan minder dan 50% van de aandelen worden gehouden vallen hier niet onder.
- Er worden geen tegoeden of economische middelen, rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de lijst vermelde natuurlijke personen of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Deelnemingen waarvan minder dan 50% van de aandelen worden gehouden vallen hier niet onder.
- Kapitaalmarktrestricties: het is onderdanen en bedrijven in de EU verboden te handelen in of een bijdrage te leveren aan transacties betreffende effecten en schuldpapier van de grootste Russische staatsbanken met een looptijd van meer dan 90 dagen.
- Wapenembargo: export en import van militaire goederen van en naar Rusland is verboden, inclusief technische en financiële assistentie. Contracten afgesloten vóór de inwerkingtreding van het embargo mogen nog worden uitgediend. De import van bepaalde onderdelen en diensten die van essentieel belang zijn voor de veiligheid van Europese defensiesystemen is nog toegestaan.
- Verbod op de uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik indien sprake is van Russische militaire eindgebruikers of militair eindgebruik in Rusland.
- Verbod op de uitvoer van technologieën ten behoeve van projecten met betrekking tot schalieolie, diepzeeolie en Arctische oliewinning. Uitvoer naar Rusland van bepaalde energie-gerelateerde apparatuur en technologie valt hiertoe onder een vergunningplicht.
Wat zijn de gevolgen van het schenden van de sancties?
De Lid-Staten moeten maatregelen treffen om toe te zien op naleving van de Verordeningen. Onderdeel daarvan vormen de sancties bij het overtreden van de Verordeningen. Nederland heeft dat geregeld in de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 van 19 maart 2014.
Overtreding van sanctieregelingen is een economisch delict waarvoor personen of bedrijven strafrechtelijk vervolgd kunnen worden op grond van art. 1 onderdeel 1 WED. Het is een misdrijf.
Kan ik door mijn Russische afnemer worden aangesproken omdat ik niet lever?
De Verordeningen bepalen dat een vordering van Russische personen, entiteiten of lichamen die nakoming van een overeenkomst vorderen, of uitbetaling van een boete, garantie, schadeloosstelling of zich op verrekening beroepen, niet wordt toegewezen. Wanneer een dergelijke vordering toch wordt ingesteld dan moet de (Russische) eiser bewijzen dat de vordering niet op grond van het voorgaande moet worden afgewezen. Een rechter in een Europees land zal de verordening moeten toepassen en zal de vordering dus moeten afwijzen.
Is een Russische rechter aan de Verordeningen gebonden?
Dit is relevant indien op een overeenkomst Russisch recht van toepassing is verklaard en/of de Russische rechter bevoegd is verklaard.
De kans is niet ondenkbaar dat een Russische rechter een beroep van een Nederlands bedrijf op een Europese Verordening zal afwijzen. Zeker wanneer Russisch recht op de overeenkomst van toepassing is verklaard.
Wanneer een Nederlandse rechter bevoegd is over een geschil te oordelen dan zal hij de Verordening toepassen ook wanneer Russisch recht van toepassing is verklaard.
Ik heb een bedrag tegoed van een persoon, entiteit, lichaam die op de lijst staat of gecontroleerd wordt door iemand die op de lijst staat. Kan dit bedrag worden betaald van een bevroren bedrag bij een EU bank?
Ja, wanneer de verplichting volgt uit een overeenkomst en de overeenkomst is gesloten of de verplichting is ontstaan vóór de datum waarop de persoon op de lijst is gekomen. Dan kan de bevoegde autoriteit, onder “hen passend geachte voorwaarden” toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen. Er moet dan worden vastgesteld dat [a] de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door persoon op de lijst en [b] dat de tegoeden of economische middelen niet ten goede komen aan een persoon op de lijst of een door hem gecontroleerd bedrijf.
Kan ik zaken blijven doen met een Russisch bedrijf dat eigendom is van een persoon, entiteit of lichaam dat op de lijst staat?
Het verbod ziet op alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van natuurlijke personen, of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Bedrijven waarvan minder dan 50% van de aandelen worden gehouden door een persoon op de lijst, vallen hier niet onder. Ook bedrijven waar een persoon op de lijst geen “doorslaggevende” zeggenschap heeft, vallen hier niet onder.
Russische sancties
Als reactie op de EU sancties heeft Rusland op 7 augustus 2014 een verbod afgekondigd op de invoer van bepaalde landbouwproducten, grondstoffen en voedsel uit de landen van de Europese Unie, de VS, Canada, Australië en Noorwegen. Het verbod kent een looptijd van een jaar.
Voor de volledige lijst zie hier.
Ik kan mijn goederen niet aan mijn Russische afnemer leveren. Moet ik de goederen toch afnemen van mijn toeleverancier?
In beginsel zijn er twee mogelijkheden:
- Overmacht
Wanneer sprake is van overmacht dan is het niet kunnen nakomen niet toerekenbaar. Degene die zou moeten afnemen kan dan niet worden veroordeeld om na te komen. Hij wordt ook niet schadeplichtig.
De Nederlandse wet bepaalt dat van overmacht sprake is wanneer de reden voor het niet kunnen nakomen [de goederen afnemen] niet is te wijten aan de schuld van de degene die zou moeten afnemen, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Met andere woorden, vormt het niet kunnen leveren van de goederen aan de Russische afnemer in de relatie met de toeleverancier een omstandigheid waardoor het niet “willen” afnemen niet toerekenbaar is?
De kans is groot dat een rechter zal oordelen dat de goederen wel afgenomen kunnen worden van de toeleverancier. Het feit dat de goederen vervolgens niet geleverd kunnen worden naar Rusland ligt in de risicosfeer van degene die de overeenkomst met de Russische afnemer is aangegaan.
Partijen kunnen in de overeenkomst [of de algemene voorwaarden die daar onderdeel van uitmaken] definiëren wat zij verstaan onder “overmacht”. Partijen zouden bijvoorbeeld kunnen overeenkomen dat ook sprake is van overmacht wanneer de afnemer door overheidsmaatregelen de contractsproducten niet kan leveren aan haar afnemer. Dit biedt dan in ieder geval een betere uitgangspositie in de discussie met de toeleverancier. Deze toeleverancier zal dan gedaan moeten krijgen dat een rechter deze bepaling vernietigt of een beroep erop in strijd met de redelijkheid en de billijkheid oordeelt. Dit verweer zal eerder slagen wanneer het artikel in algemene voorwaarden staat dan wanneer het in de overeenkomst zelf staat.
- Onvoorziene omstandigheden
De wet biedt in artikel 6: 258 BW de mogelijkheid dat de rechter een overeenkomst wijzigt of zelfs (gedeeltelijk) ontbindt wanneer sprake is van onvoorziene omstandigheden die met zich mee brengen dat de andere partij ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar redelijkheid en billijkheid niet mag verwachten. Voor een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden moet aan de volgende vereisten zijn voldaan:
- In een procedure moet een partij vorderen dat de rechter de overeenkomst wijzigt of (deels) ontbindt. Dit kan dus niet buitenrechtelijk. De Nederlandse rechter moet bevoegd zijn en Nederlands recht moet van toepassing zijn.
- Er moet sprake zijn van onvoorziene omstandigheden. Daarbij is relevant de vraag of partijen bij het sluiten van de overeenkomst rekening hebben gehouden met de sancties en de gevolgen daarvoor voor deze levering. Het is daarbij niet relevant of de sancties ten tijde van het sluiten van de overeenkomst voorzienbaar waren. Het gaat er om van welke veronderstellingen partijen bij het aangaan van de overeenkomst zijn uitgegaan. Wanneer in de overeenkomst niets is bepaald over economische sancties en de sancties ten tijde van het sluiten van de crisis niet voorzienbaar was dan is sprake van onvoorziene omstandigheden.
- De wederpartij mag niet verwachten dat de overeenkomst ongewijzigd in stand blijft. Het uitgangspunt is dat de redelijkheid en billijkheid die partijen jegens elkaar in acht moeten nemen trouw aan het gegeven woord verlangen. Afwijking is slechts bij hoge uitzondering mogelijk. Er isde afgelopen jaren een aantal procedures[2] gevoerd waarbij de economische crisis als argument werd aangevoerd om een overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden te wijzigen of te ontbinden. Slechts in een beperkt aantal zaken is dit argument met succes aangevoerd.. In de meeste zaken gaf de rechter voorrang aan het uitgangspunt van trouw aan het gegeven woord.
- De wijziging of ontbinding wordt in zijn algemeenheid niet uitgesproken wanneer de onvoorziene omstandigheden voor rekening komen van degene die wijziging of ontbinding vordert. Het wordt dan in strijd met de redelijkheid en billijkheid geoordeeld dat een dergelijke beroep op onvoorziene omstandigheden wordt gedaan.
Kortom, de kans dat een beroep op onvoorziene omstandigheden in het geval van de sancties slaagt is gering.
Conclusie
- De mogelijkheden om een overeenkomst met een toeleverancier niet na te hoeven komen omdat de goederen niet aan de Russische afnemer geleverd kunnen worden, zijn gering. De wet biedt mogelijkheden maar veel zal afhangen van de contractvoorwaarden.
- Het risico dat een Russische afnemer een leverancier in de EU succesvol kan aanspreken op betaling van garanties, schadevergoeding of schade door niet levering kan verrekenen zijn gering wanneer een rechter in een EU land erover moet oordelen. Het risico bestaat dat wanneer een Russische rechter erover moet oordelen dat deze zich niets gelegen laat aan de EU Verordening.
Wat betekent dit voor de praktijk
- Bij het formuleren van overeenkomsten met [Russische] afnemers is het zinvol om kritisch te kijken naar de definitie van het begrip ‘overmacht’.
- Bij internationale overeenkomsten is het zinvol te kiezen voor internationale arbitrage / EU rechters teneinde de toepassing van EU sanctieverordeningen veilig te stellen.
- Ieder bedrijf in de EU dat zaken doet met Rusland zou moeten:
- Vaststellen of een van haar Russische afnemer op de lijst staat of gecontroleerd wordt door een persoon op de lijst.
- Bezittingen vasthouden die het bedrijf in haar bezit heeft en die toebehoren aan personen op de lijst of hun bedrijven.
- Voorlopig geen contractuele verplichtingen nakomen jegens een persoon op de lijst of een door hem gecontroleerd bedrijf en contact hierover opnemen met het Ministerie van Buitenlandse zaken[3].
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
[1] http://www.rvo.nl/onderwerpen/tools/wet-en-regelgeving/buitenlandse-wetgeving/internationale-sancties/sancties-oekra%C3%AFne/rusland
[2] Tijdschrift Contracteren, Aflevering 2 2009, Crisis en conflict, Mr. M.E.M.G. Peletier
[3] Ondernemersloket sancties Rusland
Het conflict in Oekraïne heeft geleid tot economische sancties van de Europese Unie voor Rusland, Russische personen en bedrijven. Als reactie heeft Rusland importverboden opgelegd voor bepaalde groenten en fruitproducten uit bepaalde landen. De vraag is wat de concrete juridische gevolgen van deze sancties zijn voor Nederlandse bedrijven. Gevolgen in hun contractuele relatie met de Russische afnemer. Maar ook de gevolgen in hun contractuele relatie met toeleveranciers in Europa. En wat zijn de gevolgen wanneer een Nederlands bedrijf zaken doet met een persoon die op een speciale lijst van de Europese Unie staat? In deze bijdrage zal ik die vragen bespreken.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => juridische-aspecten-van-sancties-tegen-en-door-rusland [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:13:41 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:13:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/08/12/juridische-aspecten-van-sancties-tegen-en-door-rusland/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 7095 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-11-04 00:00:00 [post_content] =>De partij die “namaak” buggy’s verkoopt moet van de rechter een rectificatie plaatsen in twee tijdschriften. Een volledige recall vindt de rechter niet nodig. Verder is sprake van misleidende reclame door te suggereren dat een type buggy door de adverteerder wordt of werd verkocht.
Deze zaak gaat over de verkoop van buggy’s. De ene partij heeft het auteursrecht op de buggy met de naam “limbo”. Bij de verkoop van deze buggy wordt gebruik gemaakt van het woordmerk KOELSTRA en het beeldmerk:
De andere partij, Babysupershop uit Tilburg, verkoopt, o.a. via verschillende webwinkels, een nagenoeg identieke buddy, ook onder de naam ”Limbo”. De buddy’s die deze partij verkoopt blijken een gebrekkig scharnier te hebben. Na daartoe te zijn aangeschreven erkent Babysupershop de inbreuk, legt een onthoudingsverklaring af en doet opgave van de verkopen. Zij weigert mee te werken aan een volledige recall en rectificatie.
De voorzieningenrechter oordeelt dat een volledige recall niet nodig is. Wel moet Babysupershop in twee tijdschriften de volgende rectificatie plaatsen:
Wij hebben in onze winkel in Tilburg en op de websites [B superstore].nl, kadocus.nl, babysupershop.eu, buggy-shop.nl, kinderwagens-shop.nl, babykinder-shop.nl en buggyshop.eu , een buggy verkocht onder het merk [A], model Limbo Techno Grey. Deze buggy is niet van [A] afkomstig maar een namaakkopie. De daarin gebruikte scharnieren voldoen niet aan de veiligheidseisen die [A] aan haar producten stelt. Wij bieden u aan om in het geval u een exemplaar van deze buggy heeft gekocht, deze te retourneren. Wij zullen daarbij het aankoopbedrag en alle verzendkosten aan u vergoeden.
Misleidende reclame
Babysupershop heeft op een van haar websites ook een afbeelding van het model “Simba Twin” geplaatst met de tekst:
“[A] buggy Simba Twin Sand.
Beschikbaarheid: niet op voorraad. € 200,00 (doorgestreept) Nu € 99,99”
Dit type buggy is afkomstig uit de nieuwste collectie van de merkhouder en Babysupershop heeft dit type buggy nimmer in haar assortiment gehad, zodat zij deze evenmin in voorraad kan hebben gehad. Met de aanbieding van dit type buggy, voorzien van een afbeelding ervan en de tekst “beschikbaarheid: niet in voorraad”, wordt de suggestie gewekt dat Babysupershop deze buggy wel in voorraad heeft gehad, dan wel dat deze buggy gekocht kan worden en geleverd kan worden zodra zij weer op voorraad is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze uitingen om die reden misleidend zijn en derhalve in strijd zijn met artikel 6:194 sub c BW.
De merkhouder stelt verder dat Babysupershop met deze advertentie ook suggereert dat de adverteerder een erkende wederverkoper van de merkhouder is, vanwege de vermelding dat het gehele assortiment uit voorraad leverbaar is. De voorzieningenrechter deelt dit standpunt niet. De merkhouder heeft niet onderbouwd dat het relevante publiek bekend is met het feit dat de merkhouder werkt met erkende of geselecteerde wederverkopers. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat het publiek verwacht dat een verkoper die het hele assortiment voert, een door de merkhouder erkende wederverkoper moet zijn. Daarom zijn er onvoldoende aanwijzingen dat het publiek bij het lezen van de bewuste advertentie van Babysupershop ten onrechte zal denken dat de adverteerder tot het dealernetwerk van de merkhouder behoort.
De merkhouder had ook gesteld dat het gebruik van een zogeheten “van-voor-prijsindicatie”, waarbij eerst een hogere prijs wordt genoemd, welke wordt doorgestreept en daarna een lagere prijs, misleidend is. De voorzieningenrechter deelt dit standpunt niet.
Keyword advertising
Babysupershop maakt gebruik van keyword advertising door te bewerkstelligen dat degene die op internet zoeken op KOELSTRA [het woordmerk van de merkhouder], bij haar websites uitkomen. De merkhouder stelt dat Babysupershop inbreuk maakt op het woordmerk KOELSTRA door deze wijze van adverteren. De rechtbank verwijst vervolgens naar het Google-arrest en het Interflora-arrest.
In deze arresten is bepaald dat er sprake is van merkinbreuk in de zin van artikel 9 lid 1 sub a GMVo als een adverteerder een merk van een derde als keyword gebruikt op een wijze waarbij de herkomstaanduidingsfunctie of de investeringsfunctie van het merk wordt aangetast. “Van aantasting in de herkomstaanduidingsfunctie is sprake als het voor de gemiddelde internetgebruiker onmogelijk of moeilijk is te weten of de waren of diensten waarop de advertentie betrekking heeft afkomstig zijn van de merkhouder, een daaraan economisch verbonden onderneming of van een derde. De investeringsfunctie wordt afgebroken als het keyword adverteren het gebruik van het merk door de merkhouder ter verwerving of behoud van een reputatie die consumenten kan aantrekken en aan hem kan binden, aanzienlijk verstoort. Uit deze jurisprudentie volgt ook dat van aantasting in de reclamefunctie van een merk bij gebruik als keyword geen sprake is. Adverteren met gebruikmaking van keywords strekt er in de regel louter toe internetgebruikers een alternatief te bieden voor de waren of diensten van de merkhouder en belet de merkhouder niet zijn merk ook zelf doeltreffend te gebruiken om de consument te informeren en te overtuigen. Het enkele feit dat het gebruik door een derde van een aan het merk gelijk teken de merkhouder ertoe verplicht om grotere reclame-inspanningen te leveren om de bekendheid van het merk bij de consument te behouden of verhogen maakt dit niet anders.” Aldus de rechtbank.
Vervolgens overweegt de voorzieningenrechter dat de wijze waarop Babysupershop gebruik maakt van keyword advertising de herkomstaanduidingsfunctie van het woordmerk KOELSTRA niet aan tast. De gemiddelde internetgebruiker die na het intoetsen van het woordmerk in een zoekmachine, een advertentie van Babysupershop bij de advertenties aantreft en daarop klikt, komt op een website waarop duidelijk is vermeld van welke producenten de daarop aangeboden producten afkomstig zijn. Alleen bij de producten die daadwerkelijk van de merkhouder afkomstig zijn is dat vermeld, bij andere producten zijn andere merknamen vermeld. Daarmee weet de internetconsument onmiddellijk dat het hier niet gaat om de website van de merkhouder of een onderneming waarmee zij een economische band heeft. De herkomstaanduidingsfunctie van het woordmerk KOELSTRA is daarom niet in het geding.
Rechtbank Den Haag, 22 oktober 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:13292
Zie uitspraak
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
[post_title] => Geen volledige recall bij inbreuk op IE rechten [post_excerpt] =>De partij die “namaak” buggy’s verkoopt moet van de rechter een rectificatie plaatsen in twee tijdschriften. Een volledige recall vindt de rechter niet nodig. Verder is sprake van misleidende reclame door te suggereren dat een type buggy door de adverteerder wordt of werd verkocht.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-volledige-recall-bij-inbreuk-op-ie-rechten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:08:52 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:08:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/04/geen-volledige-recall-bij-inbreuk-op-ie-rechten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1495 [max_num_pages] => 150 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 3d9deba85d1ab13b9c25953a16ebfedd [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:2fae4c2381a3c4ae9ac97e7e0e79fa4d [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )





