De kwaliteitsborger ‘beslist’, maar wie beschermt de buren?
Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden. De Wkb heeft grote veranderingen aangebracht in het bouwrecht, waaronder de (gefaseerde) verplaatsing van de toetsing van een bouwwerk aan de bouwtechnische eisen van het bestuursorgaan naar een private partij: de kwaliteitsborger. In dit artikel bespreken wij het nieuwe stelsel van de Wkb en de gevolgen hiervan voor de rechtsbescherming van derden.
Achtergrondinformatie: ‘de knip’ (technische bouwactiviteit en ruimtelijke bouwactiviteit)
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 zijn de regels voor het bouwen van een bouwwerk veranderd. Er wordt sindsdien onderscheid gemaakt tussen het technische deel en het ruimtelijke deel. Het technische deel valt onder de technische bouwactiviteit, hierbij gaat het om de vraag of het bouwwerk voldoet aan de technische regels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het ruimtelijke deel valt onder de omgevingsplanactiviteit, hierbij wordt er gekeken of er wordt voldaan aan de regels voor de fysieke leefomgeving.
Gevolgklassen, de technische bouwactiviteit & de kwaliteitsborger
Bouwwerken zijn ingedeeld in gevolgklassen: hoe minder ingrijpend de gevolgen zijn als er een bouwtechnische fout zou zijn, hoe lager de gevolgklasse. Onder gevolgklasse 1 vallen bijvoorbeeld woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen (zie art. 2.17 Bbl), in gevolgklasse 3 gaat het daarentegen bijvoorbeeld om ziekenhuizen en gebouwen hoger dan 70 meter. De Wkb introduceert een gefaseerde invoering van de nieuwe regels, op 1 januari 2024 zijn de nieuwe regels voor kwaliteitsborging daarom alleen ingegaan voor gevolgklasse 1.
Voor bouwwerken in gevolgklasse 1 is geen vergunning voor de technische bouwactiviteit nodig. In plaats daarvan moet door een kwaliteitsborger worden gecontroleerd of is voldaan aan de regels uit het Bbl. Er geldt een meldplicht: vier weken voorafgaand aan de start van de bouwwerkzaamheden dient een bouwmelding te worden gedaan én twee weken voorafgaand aan de feitelijk ingebruikname van het bouwwerk dient een gereedmelding te worden gedaan (art. 2.18 en 2.21 Bbl).
De kwaliteitsborger
De kwaliteitsborger is een onafhankelijke private partij die wordt ingehuurd door de initiatiefnemer van het bouwwerk en controleert dus of er wordt voldaan aan de technische bouwregels. De kwaliteitsborger moet op grond van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) staan ingeschreven in het register van de overheid en voldoen aan verschillende wettelijke eisen.
Vóór de start van de bouw voert de kwaliteitsborger een risicobeoordeling uit, er wordt hierbij gekeken of er risico’s zijn dat er niet aan de bouwtechnische regels zal worden voldaan. Vervolgens stelt de kwaliteitsborger een borgingsplan vast, hierin worden eventuele maatregelen opgenomen om de risico’s te voorkomen. Dit borgingsplan is een onderdeel van bouwmelding die dient te worden gedaan voorafgaand aan de bouw (art. 2.19 Bbl). Tijdens de bouw voert de kwaliteitsborger het borgingsplan uit. Wanneer de bouw is afgerond geeft de kwaliteitsborger een verklaring af dat het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische regels van het Bbl.
Rechtsbescherming: wat als derden tegen het bouwplan willen opkomen vanwege het niet voldoen aan het Bbl?
De toetsing aan de bouwtechnische eisen is dus verplaatst van het bestuursorgaan (die voorheen de vergunningaanvraag beoordeelde) naar de kwaliteitsborger. Tegen het besluit van het bestuursorgaan op de vergunningaanvraag konden derden in bezwaar en beroep gaan. Nu de situatie is veranderd doet de volgende vraag zich voor: als derden, bijvoorbeeld omwonenden, stellen dat het bouwwerk niet zal voldoen of voldoet aan de bouwtechnische regels uit het Bbl, welke mogelijkheden hebben zij dan?
De bouwmelding, waarvan het borgingsplan onderdeel is, wordt niet inhoudelijk getoetst door het bestuursorgaan, er is daarom geen sprake van een beschikking waartegen bezwaar en beroep openstaan (stb 2022, 145, p. 29). De rechtsgang naar de bestuursrechter staat hierdoor niet meer open. De enige vorm van rechtsbescherming die hierdoor overblijft is handhaving, hierover is de volgende passage relevant:
“Het feit dat gemeenten geen preventieve toetsingstaak hebben, betekent niet dat er alleen achteraf gereageerd kan worden op zaken die fout zijn gegaan. Toezicht en handhaving kan ook in een vroeg stadium ingezet worden om een onveilig of ongezonde situatie te voorkomen of te beëindigen. Als in het kader van het toezicht uit eigen waarneming of signalen van bijvoorbeeld derden blijkt dat de bouwtechnische regels zijn overtreden of dreigen te worden overtreden, kan de gemeente – indien zij daartoe aanleiding ziet – handhavend optreden en zo nodig een handhavingsinstrument inzetten dat rekening houdt met de risico’s.” (stb 2022, 145, p. 41).
Derden, zoals omwonenden, kunnen dus wel via de gemeente een handhavingsverzoek indienen, dit kan ook al in een vroeg stadium.
Concluderend
Met de inwerkingtreding van de Wkb zijn de mogelijkheden van rechtsbescherming van derden/omwonenden ingrijpend veranderd. Waar zij voorheen in bezwaar en beroep konden gaan tegen een verleende omgevingsvergunning voor de technische bouwactiviteit is er nu sprake van een bouwmelding. Gezien de bouwmelding geen beschikking is staat alleen handhaving open. Voor nu geldt dit alleen voor bouwwerken in gevolgklasse 1, de komende jaren zal dit ook uitgebreid worden naar grotere bouwwerken in de andere gevolgklassen.
